Gisteren noemde ik al even mijn Oma Vrieswijk. De oma die mij als klein meisje al breien en haken leerde. Ze overleed in 1970, ik was toen negen jaar en ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Een groot verdriet in mijn kinderleven.
Van mijn tante Trijn kreeg ik vorig jaar een bijzonder erfstukje. Het was de breinaaldendoos van mijn oma. Hij was in de jaren vijftig gemaakt door mijn vader (die toen nog thuis woonde). Het is een langwerpige houten doos. Met een heel fijn uitgezaagd sierwerkje van hout bovenop het deksel.

De doos is gevoerd met een satijn-achtig, oud-rose stofje.
Tante Trijn vertelde dat dat stof van een oude onderjurk van oma was. De breinaalden van oma zaten nog in de doos toen ik hem kreeg.
Sommigen roestig en krom door het vele gebruik, maar sommigen nog heel mooi. Eén paar heb ik nu zelfs in gebruik.
Met zo’n doos hoef ik natuurlijk niet naar ‘Tussen Kunst & Kitsch’. Daar zouden ze me vertellen dat het niets waard is. Maar voor mij is het van onschatbare waarde. Gebruikt door mijn oma, gemaakt door mijn vader. Geluk zit in kleine dingen.