Als het zoveel en zo langdurig heeft geregend als in de afgelopen week, dan is het altijd interessant om naar vanuit Roden naar Lieveren te fietsen om eens te kijken hoe breed het kleine stroompje ‘het Lieversche diepje’ is geworden.
Vanmiddag ben ik met Gerard op de fiets gestapt en hebben wij ‘het rondje rivier’ gefietst.
We zoeken dan verschillende plekken op waar we de beek even kunnen zien. Bij de brug bij de Weehorst stond het water wel hoog, maar waren er nog geen overstromingen. Dat was wel anders bij de vistrappen in het Sterrenbos: daar was al een mooi meertje ontstaan.
Vervolgens fietsten we naar het uitkijkpunt bij de dikke boom. Daar was het water al helemaal uitgewaaierd over de weilanden en stonden grote stukken land onder water.

Het meest fascinerend was de aanblik van de rivier tussen Langelo en Lieveren, daar waar in 2013 nog vistrappen waren. Daar had men in de vorige eeuw de beek gekanaliseerd en met dijken omgeven, maar de afgelopen zomer is men begonnen met de herinrichting van het beekdal en heeft het beekje weer z’n natuurlijke loop gekregen. Het riviertje kronkelde in het najaar wat miezerig door het nieuw aangelegde landschap. De rivierbedding werd door het meanderen honderden meters langer en het riviertje werd daar wel wat mager van….

Daar was vandaag helemaal niets meer van te zien! Het was één grote watervlakte. De foto hieronder is genomen op de nieuwe fietsbrug bij Alteveer.

In het midden van het ontstane meer zie je een gladde baan, daar zit de bedding van de rivier en daar stroomt het water het hardst.

Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan.

Denkend aan Drenthe zie ik een kronkelig beekje langzaam in een meer overgaan.