Vandaag heb ik me een paar uur ondergedompeld in mijn eigen familie geschiedenis.
Bij de zus van mijn vader was een bijeenkomst met de kinderen van Trijntje Kamps-Vrieswijk, de zus van mijn opa.
Mijn vaders neven en nichten dus. Opa had maar één zus, dus het was een kleine familie.
Zus had zeven kinderen, waarvan en vandaag 5 waren. Eentje was overleden en de jongste was verhinderd. Vond ik jammer, want bij haar heb ik de meeste herinneringen.
Vroeger, toen mijn overgrootvader nog leefde, gingen wij vaak bij die tante van mijn vader op bezoek want ‘ouwe opa’ (zoals wij hem noemden) woonde bij zijn dochter in huis en de jongste kinderen waren toen ook nog thuis.

Kees, Sienie, Henk en Andries

Ik had een fotoboek meegenomen dat mijn vader de laatste jaren van zijn leven had gemaakt.
Daar zaten ook foto’s in uit de tijd dat mijn vader kind was.
Eén van die foto’s zet ik vandaag op mijn blog. Je ziet drie jongetjes en één meisje. De jongetjes zijn mijn vader en twee van zijn jongere broers. Het meisje is Sienie, de oudste dochter van de zus van opa.
Vanmiddag zat ik naast Sienie aan de thee. Het meisje van toen is nu 75. Zij heeft mijn vader goed gekend in zijn jeugd en het was heerlijk om met haar over vroeger te praten en oude familieherinneringen op te halen.
Het was alsof ik bij mijn eigen familie op een verjaardag zat. Het voelde zo vertrouwd!
Kees, de oudste zoon, leek op mijn vader, alleen had hij blauwe ogen en geen diep bruine, zoals pa. Trijn, de tweede dochter leek op mijn tante Trijn (genoemd naar dezelfde oma). Eén zus leek eigenlijk helemaal niet op de anderen, maar had wel weer de ogen van mijn vader.

Onmiskenbaar familie. Wat een leuke middag. Mijn vader en zijn broers zijn allemaal al overleden. Het was net of er een even een stukje ‘Pa Vrieswijk’ terug was. Ze praten ook allemaal net zo gemakkelijk als hij. Over streektaal en Daniël Lohues. Over het mannenkoor in Dedemsvaart. Over Meppeldagen met te veel Amsterdammers. Over de overleden broer die ze zo missen. Over onze gezamenlijke (over)grootouders.

Volgend jaar weer.
Dan mag ik hun foto’s zien.