kankerVanmiddag was het tijd voor kuur 2C: een infuus met chemo, een infuus met botversterker en een prik. Plus het gebruikelijke vraaggesprekje. Vandaag had ik gewerkt en om half drie zocht ik Gerard op in het ziekenhuis. Terwijl de verpleegkundige bezig ging met alle formaliteiten rondom de afspraak, installeerde ik me met een breiwerkje in een hoekje naast het bed. Breiwerkjes betekenen altijd: een gesprekje.
“Wat bent u aan het breien mevrouw?”
“Dat zie je niet veel meer…”
“Wat ja ’n mooi tiedverdrief!”
Vanmiddag was ik met gitzwarte wol aan het breien. We vertelden dat we rekenden op een lang infuus, waarop de meneer in het bed naast Gerard de verwachting uitsprak ‘dat het rompertje dan wel al haast af zou zijn…’.
Maar dat was niet het geval. (het werd trouwens ook helemaal geen rompertje).

Over het algemeen was men wel tevreden. Gerard was wel wat afgevallen, maar heeft geen extreme bijverschijnselen. ’t Kun minder. Gewoon doorgaan met calorierijke voeding dus.
En vooral in beweging blijven.

We nemen altijd een spelletje mee naar het ziekenhuis, dus  we begonnen opgewekt aan een rondje Triominos >>>. Ondertussen haal je dan nog eens een kopje thee. Of koffie. Of oplossoep. Je doet nog een rondje Triominos. De verpleegkundige kwam er eens bij staan om zich op de hoogte te stellen van het spel: “Doe je ook met punten enzo?”
Ja, anders is het natuurlijk veel minder leuk!
Om kwart over vijf mochten we weg en thuis wachtte een chinese maaltijd uit de diepvries, nog over van het heerlijke buffet van Pasen. Het is heel verleidelijk om dan met een borduurwerkje c.q. krant op de bank te gaan zitten, want je bent helemaal gaar na zo’n middag. Maar dat is niet verstandig. Dus we hebben de jas nog maar even aangetrokken en een uurtje gewandeld. Rondje Roden. Ik vond wat mooie gele bloesemtakjes die van een boom waren gewaaid/geregend/gehageld. Die staan nu op een borrelglaasje voor het raam.