Mijn kantoor bevindt zich in een verzorgingshuis in Groningen. Mijn baan als managementassistent wordt door het gros van de verplegenden en verzorgenden beschouwd als tussengeschoven laag. Overhead. “Nargns veur neudig. Managers haddn wij vrogger ok niet.”
Vandaag was het de ‘Dag van de verzorging’. Voor alle personeel was er een ontbijtbuffet, maar wegens bovenstaande sentimenten was ik niet van plan om heen te gaan. Maar bij de hoofdingang stonden alle teamleiders vanmorgen vroeg met hoeden op en boa’s en vrolijke capes om alle medewerkers op te wachten.

Voor iedereen was er een persoonlijk welkom. Ik werd uitbundig begroet door R., de teamleider die bij ons op de gang zit. Zij bedankte mij voor mijn inzet voor het huis. Ik sputterde nog dat ik niets in de zorg deed, maar dat maakte volgens haar niets uit. Ook mijn werk werd gewaardeerd. En de bijdragen uit onze groentetuin: ze had vorig jaar bonen en rabarber uit onze tuin gehad!

KrakrisIedereen kreeg een fleecedekenje van Ikea. Hij heet Krakris. Omdat wij als personeel als een warme deken waren voor de bewoners.

De ontmoeting met de enthousiaste R. kleurde mijn dag. Aan het ontbijtbuffet heb ik niet deelgenomen, ik had thuis al een beschuit gehad. En eerlijk is eerlijk: de dag van de verzorging is natuurlijk vooral bedoeld voor ‘de handen aan het bed’, de allerbelangrijkste medewerkers in de zorg.

Secretaresses hebben hun eigen dag.