Gistermorgen luisterden we in de auto (op weg naar mijn schoonmoeder) naar het radioprogramma ‘de Sandwich’ van Jacques Klöters.
Hij draaide “de hoge heren van het dorp” van Peter Schaap >>>. Het was een hit in de jaren 70 en ik mocht het in 1983 zingen voor mijn dorpsgenoten tijdens de revue ter gelegenheid van het 350 jarig bestaan van Hoogersmilde. Zelden ben ik zo zenuwachtig geweest….

Het lied heeft altijd een speciaal plekje op mijn repertoire gehad en ik heb het heel vaak gezongen. Toen wij in 1989 in Roden kwamen wonen gingen we op zondag naar de kerk van de toenmalige hervormde gemeente, de Catharinakerk >>> op de Brink. Daar zag ik ineens de historische context van het lied. Hier lagen ‘de hoge heren van het dorp’. Hier stonden hun eeuwenoude namen in de tegels van de kerk. Ik weet niet of Peter Schaap (hij woont in Roden) deze omgeving voor ogen had toen hij het lied schreef, maar voor mijn gevoel klopte het precies. Het ‘Heerengestoelte’ in de kerk voor de bewoners van de Mensinge, de oude grafstenen in de kerkvloer en het groteske orgel, geschonken door ‘een hoge dame’, het paste precies bij het lied over de hoge heren.

Het lied kreeg door Roden voor mij een nieuwe dimensie. Toen ik het ooit eens zong

‘Hoge heren-bank’ in Roden

tijdens een middag voor ouderen hier in Roden, vroeg ik na de regel: de hoge heren van het dorp ze zijn er nog “Wie bint dan die neie hoge heren?”
“Sjors van der Heide!” riep iemand uit het publiek. Inderdaad. Maar een heel ander soort ‘hoge heer” dan in het lied wordt beschreven. Ik kan me sterk vergissen, maar ik denk niet dat zijn naam nog in ‘ de tegels van de kerk’ terecht komt.