Eigenlijk was het vandaag geen leuke dag. Mijn moeder moest een blaasoperatie ondergaan en daar hadden wij het als familie druk mee. Schoonzus ging vandaag met moeder mee naar het Wilhelminaziekenhuis in Assen en begeleidde haar. Mijn moeder is 84 ‘and still going strong’ maar dit soort dingen kan ze echt niet meer alleen. Toen ze werd weggereden naar de OK rond een uur of drie zwaaide schoonzus haar na en vanavond zouden mijn broer en ik op bezoek komen. Moeder was erg zenuwachtig voor de operatie, maar het was gelukkig allemaal goed gegaan en vanavond lag ze al op ons te wachten.

Helemaal opgelucht vertelde ze het verhaal van A tot Z. Dat ze zo nerveus was geweest. Dat de bloeddruk zo hoog was (‘allemaol spanning’…..), dat ze geen warm eten had gehad, dat de mensen in de operatiekamer vonden dat ze nog zo lenig was voor haar leeftijd; er was weer van alles gebeurd en het was nu gelukkig allemaal achter de rug! En zo werd het stiekem toch nog een leuke dag. Want ik zat aan mijn moeders bed met mijn broer. Gezellig te beppen en te grinniken om verhalen over de kinderen. Mijn broer, die ondertussen zorgt dat mijn moeders koptelefoontje goed werkt voor de televisie vanavond. Mijn broer, die de man in het bed tegenover negeert die roept dat de televisie het niet doet als je geen koptelefoontje hebt. “Hebt wij wel!” zegt hij olijk tegen mij en sluit hem vervolgens aan.

Henk en Ada 1965Zaten we daar even als broer en zus bij mijn moeder. Voor mij bijzonder, want zo vaak gebeurt dat niet. Toen we weg gingen vertelde ik mijn moeder dat ze mij altijd op mijn mobiele telefoon kan bellen als er iets is.

“Wat is dien nummer ok maor weer?” Mijn moeder heeft een mobiele telefoon, maar die gebruikt ze alleen als ze in het ziekenhuis ligt…… ik zei dat Ada Mobiel bovenaan stond. En zo hoort het ook. Want al is mijn broer een halve kop groter en een paar kilo zwaarder dan ik en weet hij meer van computers en mobiele telefoons: ik blijf de oudste.