Op mijn werk hebben we een digitaal intern netwerk voor alle medewerkers van onze zorginstelling. Het is een combinatie van een nieuwsbrief, facebook, mailbox en linked in.
Het is het heel grote organisatie, er werken meer dan duizend mensen, dus iedereen kennen is niet mogelijk.
Eén van de leukste dingen van dat intra-net is dat je collega’s die je niet kent op kunt zoeken onder het tabblad “Wie is wie?”
Als ik telefonisch met iemand heb gesproken zoek ik hem of haar even op; hoe ziet hij of zij er uit? Op welke locatie werk hij/zij? Wat is zijn/haar functie precies?

Er zijn ook een paar medewerkers die af en toe een blog op het interne netwerk zetten.
Eén van hen is een geestelijk verzorger. Zijn laatste blog ontroerde mij.
Hij vertelt over een familieavond in een verpleeghuis.
Hij schrijft o.a.:

Vaak hebben zulke bijeenkomsten iets treurigs. De verzorgenden doen quasi opgewekt. De familieleden voelen zich wat opgelaten omdat ze hun echtgenoot dingen zien doen, die eigenlijk nogal tragisch en treurig zijn. En de bewoners zijn ietwat ontregeld, omdat ze wel dement zijn, maar alles nog donders goed aanvoelen. Zo’n avond heeft iets ongemakkelijks. Ik denk dat dat ook komt omdat iedereen zo zijn best doet er iets van te maken.
Klik hier:  Een sprookje voor een PDF van het hele blog.

Eind vorige week heb ik naar aanleiding van dit blog een reactie op intranet geplaatst.

Mij trof de zin: “de verzorgenden doen quasi opgewekt ‘.
Mijn schoonmoeder is de fase van het doen van een dansje al voorbij, ze ligt alleen nog maar in bed.
Wij als familie doen ook opgewekt.
LachDie quasi-opgewektheid is van groot belang; het tovert een voorzichtig lachje op haar gezicht.
Als je aandacht geeft, doe het dan met een lach, ook al is die niet helemaal oprecht.
Het doet er werkelijk toe.
Hulde aan de verzorgenden!

En Anne: bedankt voor het bespreken van dit onderwerp.
Het bracht me in tranen: soms komt ’thuis’ even heel dichtbij op het werk.