Gisteravond kwamen we voor het eerst dit seizoen weer bij elkaar met de Gespreksgroep ’93.(zie 22 april 2015 >>>)
Er was van te voren geen onderwerp vastgelegd. In de praktijk blijkt namelijk dat dat niet zo zinvol is zo’n eerste avond. We zaten heerlijk bij een van de leden in de tuin en vertelden elkaar  over onze belevenissen van de afgelopen maanden. We hoorden verhalen over een vakantie met paarden in Zuidlaren, zes weken noodgedwongen rust na een operatie en een reis naar de golf van Biskaje in een Volkswagen busje. Eén stel vertrekt vandaag nog voor een wandel-fietsvakantie naar Duitsland.
Eén vakantieverhaal was het meest spectaculair: hun hond had tien puppy’s gekregen! TIEN! Prachtige filmpjes zagen we. Maar vakantie was het niet geweest…..

Bij onze gastvrouw stond een bos bloemen met een kaartje er aan. Nieuwsgierig vroeg ik: “Heb je bloemen gekregen?” “Ja, van mijn werkgever: deze week was ik twintig jaar in dienst!” Dat had ze zelf nog niet bedacht. Een giller vond ze het. ‘Twintig jaar, dat kun je je toch niet voorstellen?!”
Toen was het 1996. Onze groep bestond toen 3 jaar. Onze Carlijn was toen twee; een ander tijdperk.
tijdEen van ons zei gisteravond: “De tijd gaat toch ook veel sneller dan vroeger!”
Dat denk ik niet. Ieder uur heeft zestig minuten. Als kind moest ik eens wachten tot tien voor twee voor ik naar het zwembad mocht. Dat duurde nog twintig minuten. Die minuten heb ik toen helemaal uitgeteld. Twintig keer 60 seconden. Dat ik het nu nog weet zegt iets over mijn tijdsbeleving toen: wat duren twintig minuten dan lang!
Tijd is dus relatief. Wat ik inmiddels wel weet dat je je tijd maar één keer kunt besteden, daarom beleef ik mijn tijd graag met andere mensen, in steeds wisselende verbanden.
Toen ik gisteravond terug liep naar huis hoorde ik de rest nog kwekken en ginnegappen bij het afscheid.
Wat een waardevolle tijdsbesteding; al drieëntwintig jaar!