Vrijdagmorgen moesten Frea en Jon nog werken, dus gingen Gerard en ik met z’n tweeën Nottingham in. We staken een kaarsje aan in St. Barnabas cathedral  en maakten een wandeling in de oude binnenstad, een ‘ruim rondje’ om het kasteel van Richard Leeuwenhart heen. Wij kunnen met z’n tweeën erg genieten van zo’n ochtend. Op ons dooie akkertje vergaapten we ons aan mooie oude huizen, dronken nog een kop koffie in de olde Trip to Jerusalem en gingen op zoek naar een gelegenheid waar we een broodje konden eten.

We zagen een kerk waar op stond Pitcher & Piano.
“Zouden ze daar piano’s verkopen in een oud kerkgebouw?” vroegen we ons af. We besloten  op onderzoek uit te gaan. Toen we voor het gebouw stonden zagen we al dat er geen piano’s in stonden. Het bleek een pub/lunchroom te zijn. We bekeken de kaart die je buiten al kon lezen. Moeilijke Engelse dingen stonden er op. “Laten we in ieder geval even binnen kijken; hoe zouden ze dat gedaan hebben in een kerk?”
Eenmaal binnen twijfelden we niet meer. Hier wilden we wel een poosje zitten!

Het was prachtig. Aan de zijkanten en achterin was een soort 2e verdieping/plafond gemaakt, waardoor je niet in een holle hoge ruimte zat. Midden in de kerk was een soort eiland met een grote ovale bar waar je omheen kon lopen en aan de kanten waren allemaal zitjes gemaakt met tweedehands meubilair; grote en kleine tafels met enorme fauteuils, leren zithoeken, banken, ouderwetse stoelen en tachtig verschillende soorten barkrukken.
Gerard plofte neer op een soort heren-gestoelte van blauw fluweel met gouden biezen, ik op een stoeltje van blauwgrijs velours met Franse bloemmotieven. We namen thee,  geserveerd in potjes waar je wel drie kopjes uit haalt. De ober vertelde dat het minstens een half uur zou duren voor het eten klaar was. Vonden we helemaal niet erg! Het was heerlijk om daar te zitten, kopje thee, haakwerkje en een geweldige ambiance.

Gerard en ik ruilden halverwege de maaltijd van bord. Hij nog een halve club-sandwich en ik een halve salade. Het bakje French fries (dat bleken gewoon dunne patatjes te zijn) zetten we tussen ons in. De kerk bleek al vanaf 1932 niet meer als kerk in gebruik, maar de gebrandschilderde ramen zaten er nog wel in. Het zonlicht viel daardoor gefilterd naar binnen. De ober die ik om informatie over het gebouw vroeg vertrouwde me toe dat hij dat nog steeds het mooiste vond aan dit gebouw: “When I come in in the morning and the sun is shining through that window: fantastic!”
Klik op de foto’s voor een vergroting, voor meer info zie >>>.

‘Onze’ Catharinakerk in Roden is de laatste maanden grondig  verbouwd; op 19 februari is de feestelijke heropening. Mocht er ooit nog een andere bestemming voor gezocht worden: ik heb nog wel een ideetje…….