Donderdagavond zongen we met de Catharinacantorij in de Witte Donderdag viering. Dinsdagavond hadden we een extra repetitie om het allemaal nog even door te nemen. Vanavond zingen we ook nog in de Paaswake om 22.00 uur, daarvoor hadden we vanmorgen om 10.00 u een extra repetitie. We kunnen dus rustig spreken van een overdosis cantorij in deze Stille Week.

Maar overdosis of niet: ik geniet er van. Voor de Catharinacantorij is dit namelijk de laatste keer dat we meewerken aan de Paascyclus. Daar staan we niet constant bij stil, maar het is mijn hoofd wel aanwezig.
We hebben nog steeds de gebruikelijke (on)gein onder elkaar tijdens de repetities.
‘Tenoren! Jullie waren niet geprepareerd.’ zei cantrix dinsdagavond bijvoorbeeld.
Bij geprepareerde tenoren zagen collega-alt en ik de beelden al op ons netvlies.
Bij één lied hebben de tenoren en de sopranen de solo.
‘Tenoren, kom hier maar bij de sopranen staan’
Het klonk goed, dat zou in de viering ook zo moeten; maar hoe doen we dat dan? “Misschien met een transportband?” opperde één van de leden. “Of een tillift?” suggereerde iemand anders.

Donderdagavond was Erwin Wiersinga de organist.
Hij kwam voorafgaand aan het inzingen schuldbewust melden dat hij de muziek voor deze viering op zijn nachtkastje had liggen, maar dat de envelop plotsklaps was verdwenen. Cantrix leende hem haar muziek. Een sopraan vroeg zich af wie er dan allemaal toegang hadden tot Erwin s slaapkamer…..maar Erwin liet zich daar verder niet over uit.

Vanmorgen zagen we elkaar dus weer.
De alten hadden het zwaar. Bij één lied was een inzet moeilijk.
Als we het alleen met de mannen zongen ging het goed, maar zodra de sopranen meededen werd het lastig.
“Jullie moeten je oren naar achteren richten!” was het advies.
Gaan we doen.
Zoals altijd is het  hele cantorij-gebeuren in deze week voor Pasen een wonderlijke combi van gewijde muziek, ginnegappen om rake opmerkingen, mooie vieringen die bol staan van rituelen en samen zingen op ongewone tijden.
Dat is de charme van het zingen bij een cantorij.