Gistermorgen zat ik alweer met mijn moeder in de auto, maar dit keer met een leuke reden: familiebezoek. Twee keer per jaar ga ik met haar een dag naar haar schoonzus Trijn (de jongste zus van mijn vader).
De reis duurt ongeveer een uur en dat uur praten we echt niet vol. Mijn moeder is niet een gemakkelijke prater en kan soms minutenlang zwijgend naast me zitten. In gedachten. Genietend van het Drentse landschap dat aan haar voorbij trekt.

“Vandaag is het vier en vijf mei, he?”
“Nou, alleen 4 mei, morgen is het 5 mei.”
“Ja tuurlijk”. Ze bedoelde dat het ‘herdenktijd’ is.
Stilte.

Out of the blue begon ze ineens een verhaal.
“Ik kan me nog zo voor de geest halen dat de oorlog begon….. vrouw Bruinsma, die naast ons woonde, kwam schreeuwend naar mijn moeder toe. Haar twee zoons werden allebei gemobiliseerd en moesten hun plaats in het leger innemen.”
(Mijn moeder was toen acht jaar; haar ouders hadden in 1940 al 8 kinderen.).
Wij wisten niet wat oorlog was. Maar dat de volwassenen zo in de war waren maakte indruk.
Vader moest eigenlijk naar Duitsland om te werken voor de Arbeitseinsatz.

Bij ons in de kelder was een verstopplek voor mijn vader; tussen de Keulse potten met zuurkool en snijbonen kon je wat stenen weghalen, daar paste hij net tussen.

Distributiebonnen 40-45

Er was een boer bij ons in het dorp. Dat was eigenlijk een NSB’er…..maar hij heeft wel veel voor mijn vader kunnen doen. Vader hoefde niet naar Duitsland.
Omdat wij thuis zoveel kinderen hadden kregen wij veel ‘suikerbonnen’ >>>, maar die waren wij niet allemaal nodig. Die kon mijn moeder dan weer ruilen voor wol en katoen, daar breide ze borstrokken van.
Honger hebben we niet gehad, we hadden een hele grote groentetuin en alles werd geweckt en ingemaakt.
Toen de oorlog was afgelopen werd er een jong NSB echtpaar kaalgeschoren en door het dorp gevoerd en uitgejouwd. Maar ik zag die ouders van die man bang in hun huis zitten en ik vond het zo erg voor hen….

Bijna ademloos zat ik achter het stuur.
Het grootste gedeelte van dit verhaal had ik nog nooit gehoord.
Wat uit het verhaal van mijn moeder blijkt is de dunne scheidslijn tussen goed en kwaad. “Dat was eigenlijk een NSB’er. ..” maar voor het gezin van mijn grootouders van groot belang. Verder trof mij het mededogen van mijn moeder met de ouders van ‘foute’ Nederlanders.
De oorlog kent niet alleen slachtoffers aan ‘de goede kant’.

Gisteravond keek ik naar de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Het verhaal van het meisje van acht uit Emmercompascuum klonk nog door in mijn oren.
Opdat wij niet vergeten.