Week van de jaren ’60 op Radio 5. Op maandag en donderdag krijg ik daar het meeste van mee, omdat dat mijn vrije dagen zijn.
Gistermorgen werd ik al wakker met Jeroen van Inkel; hij (1961) is van dezelfde generatie als ik (1960); wij waren kind in die periode. In die tijd hoorde ik de muziek nog niet die ik in deze week hoor: mijn ouders waren meer van de Duitse schlagers.

Gistermorgen was er na 08.00 uur een interview met Willeke Alberti.
Samen met Van Inkel haalde ze herinneringen op aan de jaren ’60 toen ze met haar vader optrad op televisie en met een show door het land trok.
Ze is nu 73, voelt zich erg goed en geniet van het feit dat ze gezond & gelukkig ouder kan worden. “Het enige nadeel van ouder worden is dat er zoveel mensen waar je van houdt om je heen wegvallen”.
Het interview eindigde met de vraag welk liedje zij graag van haarzelf op de radio gedraaid wilde hebben. “Norman” vond zij zelf één van de mooisten.

Bij dit lied schiet gelijk collega Zwanet door mijn hoofd.
In het begin van de jaren ’80 werkten wij samen bij het Parket van de Officier van Justitie. Zij deed de administratie van kantongerecht Emmen, ik van Meppel.
Er stond destijds altijd een radio aan en altijd op Hilversum 3. Toen hoorde je ’s morgens tussen 09.00  en 12.00 uur de Arbeidsvitaminen.
‘Norman’ van Willeke kwam voorbij.
“Vinnik een dom lied” vond Zwanet.
“Norman, hoe…….?  Ja, wat hoe? Hoe drink jij je koffie? Hoe heet jij van achternaam?”
Dus wij zongen in duet: Norman, hoehoehoehoehoe….heet jij van achternaam?
Kantoorhumor. Sweet memories.

Altijd als ik Norman hoor denk ik aan Zwanet; net als ik geboren 1960.
In april 2014 bereikte mij het ontstellende bericht dat Zwanet plotseling was overleden. Een hersenbloeding werd haar fataal.
Zo’n week op de radio haalt van alles naar boven.
En gisteren was het nog maar maandag.