Gistermorgen vroeg voorganger Walter Meijles aan de kinderen in de kerk wat ze mee zouden nemen als ze moesten vluchten.
De dingen die de kinderen noemden zou hij tekenen op een groot flap-overpapier.
De kinderen noemden veel verschillende dingen op:
* geld -(daar maakte  hij  een creditcard van)
* eten en  drinken – (gelijk maar een six-pack flesjes van de Aldi)
* kleren, schoenen en een jas
* een tent en een slaapmatje
* tandenborstel en een kam
* paspoort, telefoon
* speelgoed-race-auto’s en natuurlijk ……reserve-oorbellen.
Toen alle dingen benoemd waren overlegden ze met elkaar wat wel en wat niet in de koffer kon die ze mee zouden nemen.  De flesjes water bijvoorbeeld namen veel te veel ruimte in. De reserve-oorbellen mochten nog wel mee, maar de doos met speelgoed-race-autootjes niet.

Toen vertelde de dominee dat het bij de huidige vluchtelingen zo is, dat ze met hun koffers vol bezittingen opgewacht worden door mensen die hen in het donker overbrengen naar boten waar ze met heel veel tegelijk opgezet worden,
De koffers vormen te veel ballast, die worden gelijk al overboord gegooid.

De kinderen stonden na dit verhaal bedremmeld naar de koffer te kijken.
En niet alleen de kinderen; wat onthutsend om je te realiseren dat dit zo gebeurt.

Waarom ging het eigenlijk over vluchtelingen?
Omdat we gistermorgen het verhaal van Ruth lazen.
In dat verhaal vluchten Naomi en Elimelek met hun twee zoons tijdens een hongersnood vanuit Bethlehem naar Moab. Daar trouwen de twee jongens met Moabitische vrouwen: Orpa en Ruth. Als na Elimelek ook hun beide zoons sterven besluit de verbitterde  Naomi  om weer terug te gaan naar Bethlehem. Orpa blijft in Moab, Ruth gaat met Naomi mee.
“Jouw land is mijn land, jouw God is mijn God.”

De dominee stipte even verschillende vluchteling-verhalen uit de bijbel aan:
Abraham: een economische vluchteling.
Mozes: een politieke vluchteling.
Jezus (die met zijn ouders moest vluchten voor Herodes): een etnische vluchteling.

Nog maar 60 jaar geleden verliet 3,5 % van onze bevolking Nederland om te emigreren naar Canada, de Verenigde Staten of Zuid-Amerika.
Economische vluchtelingen.
Mensen gaan op zoek naar een plek waar wél werk is.
Naar een plek waar geen oorlog is.
Naar een plek waar vrede is.

Het kyriëgebed (Heer, ontferm U) was vanmorgen een filmpje.
“Where young Syrian refugees sleep” (waar jonge Syrische vluchtelingen slapen)
Klik hier >>> om dit filmpje te zien. 

De laatste zin van de overdenking was:
Ons grootste geluk is niet dat het met ons als individu goed gaat.
Ons grootste geluk is dat het goed gaat met degene die aan ons is toevertrouwd, uit welk land ze ook komen.
Precies zoals Ruth heeft gedaan bij Naomi.
Weer veel stof tot nadenken.