Voor de Europese Verkiezingen moesten we onze stem uitbrengen in de bibliotheek.
De vorige keer, bij de Provinciale staten, was dat ook al zo. Toen dacht ik: “Wat ben ik hier lang niet geweest. Waar heb ik mijn abonnement eigenlijk?”
Dat zat nog gewoon met een magneet aan ons whiteboard geplakt, dus mét de Europese stemkaart nam ik ook mijn bieb-abonnement mee.

Twee boeken zocht ik uit.
Of liever gezegd: liep ik tegen het lijf.
Ze stonden rechtop op zo’n stelling en ze leken me wel leuk, maar het viel een beetje tegen.
Van ‘De erfgename’ van Ellen de Vriend (echtgenoot verdwijnt spoorloos tijdens een romantisch weekendje weg) heb ik het eerste kwart en het laatste kwart gelezen. Haar schrijfstijl sprak me niet zo aan, maar ik wilde wel graag weten hoe het afliep……. ik heb niet het idee dat ik door het niet lezen van het middelste deel iets gemist heb.
‘Het victoriaanse huis’ van John Boyne (gouvernante van twee kinderen in een oud landhuis wordt lastiggevallen door geesten van vroeger) had wel een setting die me erg aansprak, de manier van schrijven was ook wel aangenaam, maar het was voor een spookverhaal veel te weinig subtiel.
De geesten die spookten bij de hoofdpersoon bevochten elkaar, veroorzaakten hele enge ongelukken en braken tegen het einde van het boek zelfs het hele huis af.
‘Suspense’ is het Engelse woord voor ‘onzekere spanning’.
Dat woord past niet bij de inhoud van dit boek; het was niet meer geloofwaardig wat er gebeurde en dan wil ik nog wel eens afhaken.
Dat dat nu niet gebeurde kwam gewoon omdat het zo spannend was, maar het valt beslist niet onder het kopje ‘literatuur’.

Kan gebeuren. Soms begin je aan een boek en dan pakt het je niet.
Of je ergert je.
Of het is niet wat je er van verwacht had.
Jammer dan.

Na drie weken leverde ik mijn boeken in en nam twee nieuwe mee.
Deze keer van schrijvers die op mijn ‘favoriete-schrijvers-lijstje’ staan: Lieneke Dijkzeul en Peter Robinson. (zie blog van 18 april 2015 >>>).
Wie weet schrijf ik er binnenkort een enthousiast blog over!