De titel van dit blog waren de eerste woorden in de rouwadvertentie die vriendengroep ‘De Havenstappers’ deze week heeft geplaatst in het streeknieuwsblad ‘de Krant’.
De Havenstappers; één van onze netwerkkringen hier in Roden.
Op deze website schrijf ik er af en toe over; meer weten?
Lees dan het blog ‘Havenstappers’ uit 2015 >>>

Vorig jaar zagen we elkaar in oktober tijdens een gezellig etentje, dit jaar staat er een ontmoeting in de agenda’s eind november.
Maar we zagen elkaar gisteren al en dat had een verdrietige reden: één van ons, Klaasje van Dijken, is vorige week donderdag overleden.
Niet te bevatten.

Zaterdagmiddag kwam ik in de Jumbo een ander lid van onze club tegen.
We omhelsden elkaar en wisten even niet wat te zeggen.
We herinnerden ons de bijeenkomst van vorig jaar.
“Vorig jaar zeiden we nog tegen elkaar: Veertien stellen! We zijn er allemaal nog en iedereen is nog bij elkaar. Wat een wonder eigenlijk.”

Gistermiddag was de afscheidsbijeenkomst van Klaasje in Op de Helte.
Het meest ontroerend vond ik  het afsluitende deel van de dienst op het kerkhof.
Na de zegen kreeg iedereen de gelegenheid om langs de kist te lopen en een laatste groet te brengen.
Dochter Renate en schoonzoon Maarten speelden toen met z’n tweeën “Bist du bei mir” op respectievelijk saxofoon en trompet.
(klik hier voor een brass-uitvoering van dit werk >>>, gezongen door sopraan Shigeko Hata)
Ook al was de uitvoering niet helemaal vlekkeloos, mooier heb ik het nooit horen spelen.
Toen we van het kerkhof afliepen in de mist hoorden we de klanken van het lied langzaam wegsterven.

Stil en verdrietig zijn we.