In augustus 2015 schreef ik een blog over de Burchtweg naar Bunne.
Mijn vraag was ‘Waarom heet dat Burchtweg? Heeft daar vroeger een burcht gestaan dan?” Dat heb ik toen uitgezocht. Ja dus.
De laatste zin van het blog was  ‘binnenkort maar eens op fietse richting Bunne. Misschien vind ik nog iets terug van de roemrijke geschiedenis van dit Drentse esdorpje.
We schrijven 2020 en we waren tot gisteren nog niet op de fiets in Bunne geweest; ook niet met de auto overigens.

Zondagmiddag 26 april kwam het er dan eindelijk van.
Het was mooi weer en we wilden er graag even uit: mooie gelegenheid om even in Bunne te kijken. We waren niet de enigen die er even uit wilden……..
De omgeving van Roden is voor ons al heel bekend, maar dat stukje naar Bunne hadden we nog nooit gefietst.
Wat mooi is het daar mensen.
Nou helpt het natuurlijk wel mee dat het lente is en dat het zulk mooi weer was, maar toch, wat een mooi plaatsje.
Het wordt al in 1141 genoemd als ‘Buun’, het is  dus een heel oude buurtschap.

….op een bankje naast een boerentuin….

Dat zie je aan de oude boerderijen en aan het landschap met oude bomen en karakteristieke houtwallen.
Wat was er dan zo bijzonder?
Eigenlijk niets; we zaten op een bankje op een driesprong van wegen naast een oude boerderijtuin. De vogels kwinkeleerden, er zat een schorre duif te koeren en de zon scheen door de bomen heen.
Misschien komt het omdat we al weken thuis zitten, maar dit ‘niks bijzonders’ voelde paradijselijk aan.

Later fietsten we door naar Winde, dat ligt 1 kilometer verderop en we peddelden over Altena weer naar Roden.
Van de roemruchte geschiedenis vonden we trouwens niets terug.
We stonden nog even te koekeloeren voor een hek naar een mooi huis, maar daar mochten we niet langs. Gef ok niks, Bunne op zich was al prachtig.

Zo dichtbij, zo verrassend!