een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 4 van 249

21 maart: Helemaal ontleed en uitgeplozen.

Dit jaar heb ik de Matthäuspassion nog niet beluisterd; andere jaren trek ik daar een middag of een avond voor uit, maar het is er nu nog niet van gekomen. Dat komt van een podcast, uitgebracht door Het Concertgebouworkest.
Op Spotify ontdekte ik namelijk de podcast ‘Een lijdensweg’ van Gijs Groenteman, zanger/bas Thomas Oliemans en musicoloog Thomas de Jonker.
Zij bespreken uitgebreid de Matthäus-Passion in 69 (!) afleveringen.
De afleveringen lopen in elkaar over, maar je kunt ze ook afzonderlijk beluisteren.
Alles met elkaar zijn ze 13 uur met z’n drieën in gesprek.

Thomas Oliemans is bas en het is heel leuk om te horen hoe hij als uitvoerend musicus een uitvoering van de Matthäus beleeft.
Hij zingt af en toe een deel van een aria of een koorpartij en speelt ook stukken op zijn vleugel: hij laat horen hoe bepaalde akkoorden klinken en laat horen hoe de partijen in het orkest onder elkaar staan.

Afbeelding: website Het Concertgebouworkest

Thomas de Jonker geeft achtergrondinformatie over Bach, over de geschiedenis van de passionen, over kerkmuziek, kerkgeschiedenis en Gijs Groenteman is een leek die vragen stelt die ik ook zou stellen. Ze bespreken duizend-en-één aspecten van het beroemde stuk en zo wandel je aan de hand van de babbelende, zingende en musicerende mannen door het hele stuk heen.

13 uur, 69 afleveringen.
Op voorhand denk je: duurt laaaaaang!
Is ook zo.
Maar ik heb de Matthäus zo vaak gehoord en het klinkt allemaal zo bekend en vertrouwd, ik kan hem wel dromen en ik krijg er niet snel genoeg van. Af en toe hoor je stukjes uit de Matthäuspassion, uitgevoerd door Het Concertgebouworkest.
Zo mooi…..dan duurt het helemaal niet lang. En het hoeft immers ook niet 13 uur achter elkaar!
WC’s soppen, stofzuigen, strijken, koken, fietsen: van alles doe ik ondertussen en ik geniet er van.

In de TV-gids zag ik dat er op Goede Vrijdag een uitvoering op televisie is, daar ga ik waarschijnlijk voor zitten.
Dan heb ik die 13 uur er waarschijnlijk al op zitten…….

Hierbij een link naar meer informatie over deze podcast op  de website van Het Concertgebouworkest.

Reageren

20 maart: Mooie rooie.

Af en toe zoek ik ex-collega Rudi op om even bij te praten.
Hij werkt nog wel bij Lentis, dus in die zin is hij nog wel mijn collega, maar we werken inmiddels op andere afdelingen en zien elkaar tijdens het werk nooit meer.

Hij stuurde mij een paar weken geleden wat foto’s.
Hij had iets nieuws gekocht: een fietscaravan.
O?
Zijn die er dan?
Ik moest maar eens komen kijken.
Toen ik gistermorgen kwam aanrijden stond het ding al op de oprit.
“Mooie rooie” stond erop.
Het leek een mini-paardentrailertje.
Hoe moet je daar ooit in slapen?
Maar eerst bijpraten: koffie met hazelnootschuimgebak, hoe-is-het-met-die-en-die, ga je al haast met pensioen, je kent het wel; altied tied tekört.

Maar nu die caravan; ik kreeg aanschouwelijk onderwijs.
“Kijk, hij staat op pootjes en hier aan de zijkant zitten ook pootjes en als ik die zijkant zo uitklap…..””
Daar stond een minicaravan; in het Drents een kerrevennegie.
Binnenin kon je een bed uitvouwen (2 meter), maar je kon er ook een zitgedeelte van maken met twee bankjes en een tafel.
Op mijn vraag of je het een één of tweepersoonscaravan was zei hij: “Je moet wel heel veel van elkaar houden als je hier met z’n tweeën in wilt slapen.”
Het tafeltje was uitneembaar; dat kon je met twee ophanghaakjes aan de caravan bevestigen en er zat ook een luifel van 3 meter bij.
Die kon je op het dak bevestigen en met een sleuf-pees constructie.
“Kijk, dan kun je zo aan je tafeltje onder je luifel zitten met een kneuterig, roodgeblokt kleedje.”
Alleen al om het kleedje zou je zo’n ding aanschaffen.
Rechts zie je een afbeelding van de binnenkant: het bed is  in gebruik als bankje.

Deze fietscaravan heeft Rudi gekocht bij een Deens bedrijf;  ‘Wide Path Camper’ heet het.
Hierbij een link naar hun website: daarop zie je ook foto’s van hoe de caravan er uitziet met luifel.
De eerste uitprobeer-vakantie is al gepland.
Naar Vlieland.
Moet je met je fiets en dat ding op de boot.
Maar is het een caravan? Of een aanhangwagen? Een fietskar?

Op het Instagram-account van deze website vind je een foto van het kerrevennegie en van het tafeltje aan de buitenkant (met het kleedje) én antwoord op bovenstaande vraag.

Reageren

19 maart: Opschuiven in de tijd.

In oktober 1979 begon ik te werken als ambtenaar bij het Parket van de Officier van Justitie in Assen.
Net een week 19 jaar.
Eén van de eerste dingen die ik leerde was het maken van onderscheid tussen de verdachten: volwassene of kind.
De leeftijdsgrens lag toen bij 21 jaar; pas in 1990 werd die grens verlegd naar 18 jaar.
Bij het inschrijven van de processen verbaal moest je eerst kijken naar de leeftijd: was het iemand jonger dan 21 dan kwam er met een stempel een grote K op het dossier.
Iemand die geboren was in 1960 was een kind.
Ik ook dus toen.
Soms kon ik me gewoon niet voorstellen dat iemand die ook geboren was in 1960 zulke stomme dingen had gedaan. Of zulke gruwelijke dingen…..zo jong en dan al een strafblad.
Toen ik stopte bij Justitie in 1986 (geboorte Frea) was de kind-grens voor wat betreft het geboortejaar van de verdachten al opgeschoven naar 1965.

In mijn huidige baan kijk ik bij het inschrijven weer naar de leeftijd van de cliënten.
Zijn ze jonger dan 65, dan vallen ze onder de groep ‘Jonge Mensen met Dementie’, kortweg JMD genoemd.
Iemand die geboren is in 1960 wordt dit jaar 64, dus die valt onder die groep.
Ook nu kan ik me niet voorstellen dat iemand die geboren is in mijn geboortejaar soms al op een gesloten afdeling in een verpleeghuis zit.

1979 is 45 jaar geleden.
Toen hoorde mijn ‘bouwjaar’ bij de jeugd, nu val ik onder de ouderen; ik schuif op in de tijd.
Mijn grootouders konden nog verhalen vertellen over de eerste auto in Emmercompascuum en de eerste trein.
Die waren zielsgelukkig met hun eerste fiets; daarvoor gebeurde alles lopend of met een kar.
Mijn ouders kregen een radio, een televisie, een eigen auto en een telefoon.
Zelf ben ik getuige geweest van de opkomst van de computer en de geboorte van het World Wide Web: het internet.
Je wordt geboren in een bepaalde tijd, je leeft je leven, past je aan, maar aan het eind van je leven ziet de wereld er heel anders uit.
Net zoals mijn ouders zich in de jaren 50 niet konden voorstellen welke luxe ze zich begin 2000 konden veroorloven, zo konden wij ons in de jaren ’70 toch ook niet voorstellen dat we in 2024 allemaal een mobiele telefoon zouden hebben waarmee we zoveel meer kunnen dan alleen maar bellen? Maar je kunt je nu toch ook geen wereld meer voorstellen zonder internet?

Wim Sonneveld zei het al in de conference ‘De jonges’: “Rekke en der baaai blaaaive…!”
Geen idee?
Hierbij een link naar een YouTube-video.
Je herkent het vast.
“….. en allemaal mee-ete…..”

Reageren

18 maart: Zomer-klaar.

In het voorjaar moet Casa Grada weer ‘zomerklaar’ gemaakt worden.
Horren er weer in,  kastjes van de kant, spinnenwebben weg en de stofzuiger er door.
Vrijdagmiddag stapten we met een vis-broccoli-ovenschotel, schoonmaakmiddelen er een stapel oude poetsdoeken in de auto.
De afgelopen maanden was Gerard al een paar keer voor klussen op het Timmerholt geweest en dan blijft het huisje natuurlijk niet schoon.  Maar nu zijn alle geplande werkzaamheden klaar en konden we de voorjaarsschoonmaak doen. Eind maart komen de eerste gasten al weer,  daarna wordt de schoonmaak weer gedaan door de servicedienst van het park.

…..madeliefjes….

Maar er bleef gelukkig afgelopen weekend naast het schoonmaken nog genoeg tijd over voor leuke dingen.
Een verjaardag bij vrienden, borduren, lezen en een wandeling langs de Börkerstroom.
De grote bomen zijn nog kaal, maar bij sommige struiken waren er al groene puntjes zichtbaar.
Kleine bloemetjes zelfs…..
In het gazon voor ons huisje stonden al weer madeliefjes!
Het is  bijna lente; over twee weken gaat de zomertijd weer in.

Zondagmiddag gebruikte ik voor het maken van kaarten: irisvouwen met theezakjes.
Met de oortjes op luisterde ik eerst naar het nieuwe album ‘Nou’ van Daniël Lohues.
Vroeger kocht ik dan zo’n CD, maar tegenwoordig heb ik Spotify en kan ik het hele album gewoon downloaden.
Mooi man. Drie kwartier genieten.
De muziek van Lohues leent zich niet voor achtergrondmuziek, je moet er echt bewust naar luisteren.
De tekst tot je door laten dringen.
Ook nu hoorde ik weer bekende, Drentse dingen.
‘Asof der gien wark in de wereld is’ bijvoorbeeld.
Een uitspraak van mijn schoonmoeder die vond dat mijn schoonvader (al met pensioen) niet zomaar overdag een boek kon gaan zitten lezen.
‘Het komp de Hondsrug niet over’ is een zin uitgesproken door mijn oma Vrieswijk. Opa en oma waren schipper en leefden met het weer.
Tante Trijn weet nog dat oma ook altijd zei: “Het onweer komp niet over de Ems hen”.
Ook nu weer een lied begeleid door hemzelf op een ouderwets harmonium, zo’n traporgel: ‘Dan red ik het wel’:
‘ik heb worst an de balke en wien in de kelk, as ik niet argens hen huuf, dan red ik het wel…”

Daarna luisterde ik naar de Saar-podcast.
Dat doe ik tegenwoordig niet meer iedere week; ik luister eerst welke gast er is.
Het gaat me veel te vaak over botox & fillers, over drugs & pillen en over onderwerpen die te ver van mijn belevingswereld afliggen (lees: randstedelijke poeha).
Gisteren was Franciska Kramer te gast.
Zij is schrijfster en psychotherapeute; ze schrijft af en toe een artikel in de ‘Saar’* (ben ik op geabonneerd) en ze is de zus van onze PKN-scriba Nettie.
Wat een verademing; geen ‘ik-vind-ik-wil-ik-denk-ik-ik’-actrice of bekende Nederlandse maar ik zat een uur geboeid te luisteren naar een goed interview over relaties.
Zondagmiddag welbesteed.
En vier kerstkaarten klaar.

Wat ik vind van de Saar?
Lees dan het blog ‘Saar en Aaltje‘ dat ik schreef in 2022.

Reageren

17 maart: Springplank of hangmat.

Woensdag stond er op de interne website van mijn werkgever een overlijdensbericht van collega Antina die 38 jaar bij Lentis had gewerkt.
Ik heb niet met haar gewerkt, dus ik kende haar niet, maar ik werd geraakt door de tekst.
Haar werk bestond uit het coachen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt; participatie-adviseur was ze.
Ze begeleidde mensen die na een zorgtraject een nieuwe start in de maatschappij maken.

In het berichtje stond dat ze een levensmotto had en dat ze daarmee veel mensen had geïnspireerd:

Gebruik je verleden als een springplank, niet als een hangmat.

Iedereen heeft een verleden en niemand komt helemaal ongeschonden door het leven.
Blijf dus niet hangen in het verleden, want zwelgen in zelfmedelijden brengt je niets.
Klim op die plank en spring.

Reageren

16 maart: Mina & Mevrouw (2).

Donderdag schreef ik over de podcast Mina & Mevrouw. De hele podcast was opgebouwd rondom het dagboek dat was geschreven door de adellijke dame. De kant van het verhaal van Mina werd belicht door haar familie, maar hoe ze het zelf heeft beleefd weten we niet. De podcast was eigenlijk na acht delen afgelopen, maar er volgden nog twee delen. Er gebeurde namelijk nog van alles toen de podcast werd gelanceerd.  De beide families van Mina en Mevrouw ontmoetten elkaar en door de publiciteit borrelde er nog weer van alles op.  Er volgde nog een epiloog-aflevering én een grote verrassing: een teruggevonden interview met Mina.

Dat interview met Mina is onderdeel van een ‘Oral history project’ van het Zeeuws Documentatiecentrum, dat eind jaren ’80 verdwijnende tradities en dialecten in Zeeland in kaart liet brengen. Mina had daar anoniem aan meegewerkt, maar men heeft haar bijdrage (door heel veel interviews te beluisteren) toch kunnen vinden. Publicatie in de podcast heeft plaatsgevonden met toestemming van de familie Marinusse.

Ademloos heb ik drie kwartier naar Mina geluisterd. Door de 9 vorige afleveringen had ik me een beeld kunnen vormen van haar en nu hoorde ik haar stem en haar prachtige, Zeeuwse tongval. In het interview komen bijna alle levensfases aan de orde die we al eerder voorbij hebben horen komen, maar nu horen we hoe Mina het allemaal heeft beleefd. En ondergaan.

Het standsverschil  tussen Mina en Mevrouw is in de loop van de jaren verdwenen en tussen de families is het contact ook genormaliseerd. Maar hoe dat verschil er vroeger wel was wordt genadeloos blootgelegd door één woordje dat afgemeten wordt uitgesproken in deel 9, de epiloog.
Er wordt dan in de podcast gesproken over de begrafenis van Mina, waar beide families aanwezig waren. Voor de familie van dienstbode Mina hoorde de adellijke familie bij haar en zij hoorde bij hen. De Marinussen noemden hen dan ook altijd ‘de familie’.  Toen een nichtje van Mina in de epiloog vroeg: “Hoe keken jullie dan naar ons? ” zei de moeder van podcast maakster Maartje gedecideerd: “Niet.”

Dat ene woordje dekt de lading van de hele podcast. Maar de vraag blijft: “Kan er sprake van liefde zijn als er zo’n grote ongelijkheid is?”
Weten wat het antwoord is?
Beluister de podcast: hierbij een link naar de website. 

Reageren

15 maart: Aan de Herderstraat?!?

“Ik heb zelf ook nog tante’s; 3 zelfs! Alle drie al in de negentig….”
Aan het woord is mijn 77-jarige tante Ann.
Ze zit tegenover me aan de koffie bij tante Trijn die 78 lentes telt en we hebben het al weer erg gezellig met z’n drieën.
Deze twee tantes zijn eigenlijk geen familie van elkaar, maar ze zijn ‘schoon-schoon-familie’; zij zagen elkaar vroeger twee keer per jaar in de volle woonkamer van mijn ouders op de verjaardagen en op huwelijksjubilea, waarbij om de vijf jaar de hele familie werd uitgenodigd voor een etentje én een potje kegelen.
Ann was getrouwd met een broer van mijn moeder, Trijn is de zus van mijn vader.

Eén keer per jaar hebben we met z’n drieën een mini-reünietje.
Gistermorgen was tante Ann voor het eerst in Klazienaveen.
“Nou….. voor het eerst? Ik ben hier vroeger wel eens bij je ouders geweest. Toen had ik nog verkering met Henk en ging ik bij hem achterop het brommertje naar Drenthe voor familiebezoek. Henk had op de bruiloft van Kees en Fré kennis gemaakt met Jo (jongste broer van mijn vader) en die konden het goed vinden. Jo woonde toen nog thuis.”
Dat had tante Trijn nog nooit gehoord. “Bij ons thuis?!? Aan de Herderstraat?!?”
In gedachten zie ik Ann zitten achterop het brommertje van ome Henk.
Een hip meisje uit Arnhem waar de Drentse familie van mijn moeder erg aan moest wennen.
Dat heel anders praatte dan zij; die het dialect van de familie soms amper kon verstaan…..

Ze woont al vanaf de jaren ’70 in Hoogeveen en is helemaal gewend aan de Drenten, die ze in het begin maar stug en onvriendelijk vond.
Ze heeft zich helemaal aangepast, je kunt alleen nog heel goed horen dat ze uit Arnhem komt.

We halen herinneringen op aan de familie.
Hebben het over opa en oma.
Maar ook over alleen zijn na het overlijden van je man.
Over geldzaken en dat je je kinderen daarbij moet betrekken.
En over de moderne wereld die maar doorraast en die ze amper bij kunnen houden.
“Ik heb een nieuwe telefoon en toen was laatst zomaar opeens het lampje aan. Dat had ik zelf denk ik gedaan, maar ik wist niet eens hoe! Druk ik weer op een knopje zonder dat ik het door heb. Hoe het uit moest wist ik ook niet; toen heb ik maar even met mijn kleinzoon ge-appt en die legde het even uit: rechtsboven heb je ……..”
Ze moeten er zelf heel hard om lachen en dat kun je ook maar het beste doen.

Deze dames blijven niet hangen in hun verlies-ervaringen en maken wat van hun leven.
Dat het soms niet meevalt hoor je tussen de regels door, maar ik zie ook foto’s van een high-tea met schoondochters en vriendinnen en feestjes met kinderen en kleinkinderen.
Deze dag met z’n drieën met een heerlijke lunch in ‘de Witte Olifant’ was ook weer zo’n feestje.
Je moet immers zelf de slingers ophangen.

Hierbij een link naar het vorige blog over deze dag.

Reageren

14 maart: Mina & Mevrouw (1)

Carlijn maakte mij een paar weken geleden attent op de VPRO-podcast ‘Mina & Mevrouw’ van NPO Radio 1.
“Dat vind jij vast ook mooi, mama.” Ik ga blind op haar advies.
Dit staat erover op de website:

Een halve eeuw waren de levens van Mina & Mevrouw innig met elkaar verstrengeld. Mevrouw was een gravin op een kasteel bij Middelburg, Mina haar inwonende dienstbode. Als achterkleindochter van Mevrouw voelt Maartje Duin al een leven lang ongemak over deze verhouding, die in haar familie wordt voorgesteld als een liefdevolle vriendschap. Kan er liefde zijn, als er zo’n grote ongelijkheid is?

Op zoek naar antwoorden legt Maartje contact met Mina’s familie, de Marinusse’s. En ze stuit op een ongelofelijke bron: haar overgrootmoeders dagboeken, die bijna haar hele 100-jarige leven beslaan. Haar onderzoek mondt uit in de podcastserie Mina & Mevrouw: een familiegeschiedenis over vrouw zijn, klasse en onafhankelijkheid. Wat gaven Mina en Mevrouw ons mee over wat je als vrouw kunt zijn? En kan je je ooit losmaken van je achtergrond?

Inmiddels heb ik alle afleveringen beluisterd en ik vond het zeer de moeite waard.
Podcastmaakster Maartje Duin heeft haar overgrootmoeder en Mina allebei nog gekend. Zij zag de gezagsverhoudingen tussen die twee als het als het laatste restje van de feodale tijd.
Daar had ik gelijk wel bedenkingen bij. Feodaal? Dat is toch iets met leenheren uit de middeleeuwen? Met vazallen en leenmannen?
Ik ontdekte dat die term ook gebruikt wordt voor de rechten die grondgrootbezitters meenden te hebben over hun ondergeschikten: pachters, personeel en bedienden dansten naar de pijpen van de eigenaar van het landgoed en waren niet vrij in hun doen en laten.
Overgrootmoeder Marietje gravin van Lynden heeft vanaf haar 13e een dagboek bijgehouden en aan de hand daarvan gaat Maartje op onderzoek uit. Ze sleept je als luisteraar meteen mee het verhaal in.

Maartje vindt het als kind van de jaren ’70 eigenlijk belachelijk dat haar overgrootmoeder ‘de baas was’ over Mina.
‘Een overblijfsel van het kolonialisme’ noemt ze het ergens; ze schaamt zich een beetje voor haar adellijke afkomst.
Je leert overgroot-mama en Mina goed kennen in deze podcast.
Het leuke vind ik dat je het gevoel hebt dat je mee gaat in de zoektocht. Je hoort interviews met familie van Mina, met kinderen van pachters uit die tijd (waar Maartje destijds mee speelde) en kinderen van Mina’s beste vriendin.
Maartje Duin stuit op thema’s die ook nu nog spelen: feminisme, de klassenmaatschappij en genderrollen.

Je gelooft soms je oren niet: wát een andere wereld!
Wat je vooral leert van deze podcast is dat je niet met de ogen en de kennis van nu moet kijken naar de mensen en hun omstandigheden aan het begin van de vorige eeuw: het is niet met elkaar te vergelijken.
Erg leerzaam en erg onderhoudend.
Hierbij een link naar de website over deze prachtige podcast.

En toen……… verschenen er onverwacht nóg twee delen van deze podcast: er was iets heel bijzonders ontdekt!
In het weekend meer daarover.
Wordt vervolgd: klik hier voor Mina & Mevrouw deel 2

Reageren

13 maart: Iris vouwen in de praktijk

In september vorig jaar schreef ik dat Ilse mij het iris-vouwen had geleerd.
Dat is een techniek die je kunt gebruiken bij het zelf maken van kaarten: een uitgesneden vorm opvullen met strookjes papier volgens een bepaald patroon, waardoor de kleuren van de strookjes in een spiraalvorm naar het midden toe verlopen.
Toen schreef ik: “Het is net iets voor mij: ik denk dat ik deze techniek ga leren en uitproberen.”

De afgelopen maanden heb ik geoefend.
Ilse maakt de kaarten met strookjes gekleurd papier, maar ik wilde eigenlijk wel iets doen met de theezakjes die ik spaar.
De meest gedronken thee bij ons is rooibos, dus van die zakjes heb ik het meest.
De kaarten wil ik met kerst 2024 versturen, dus ik heb een jaar de tijd.
14 heb ik er nu klaar.

Het mooie van werken met theezakjes is, dat je per zakje twee kanten hebt; ik knip ze namelijk in de lengte doormidden.
In het geval van de rooibos-thee heb je een ‘olifanten-kant’ en een ‘kaneelstokjes-kant’, die je dan ook nog weer linksom of rechtsom kunt vouwen.
Het gefröbel en gepruts met de zakjes vind ik heerlijk om te doen; zelfs het openscheuren van de zakjes en het op maat knippen van de strookjes vind ik niet vervelend. Leuke podcast er bij aan of een mooi stuk klassieke muziek: helemaal zen.

Twee basisvormen gebruik ik voor de kerstkaarten: een kerstboom en een ster.
Inmiddels heb ik al ontdekt wat het effect is van de rooibos:  rechts van dit blog vind je daarvan twee voorbeelden. De bomen heb ik alleen gemaakt van de ‘kaneelstokjes-kant’ van het zakje, de ster heb ik gemaakt met beide kanten, dus daarop zie je ook een rij olifanten-konten’.
Toen ik ging experimenten met de Autumn Storm zakjes ontstond een heel ander beeld. Daar zit een leuk golfje tussen het paarse en het gele gedeelte, dat geeft een mooi effect als je dat tegen elkaar aan laat vallen.
Een voorbeeld hiervan zie je op de afbeelding links.
De volgende ster die ik maakte van die zakjes zag er weer heel anders uit, omdat ik de strookjes omdraaide en iets naar beneden of naar boven schoof.
Voor één kaart heb je nogal wat zakjes nodig (gemiddeld zo’n 12 per kaart). Je gebruikt maar een klein gedeelte van een strookje, de boven- of onderkant knip je na het vouwen weg.

Gerard nam van zijn werk ‘Minty Morocco’-theezakjes mee.
Ook mooi! Ik zit me nu al te verheugen op de sterren en bomen die ik daarvan ga vouwen, want daar staat een gouden Marokkaanse theepot op. En een takje munt en kaneelstokjes. Met ook zo’n leuk golfje tussen het donkerrood en het goud.
Wordt vervolgd dus.

Ook even kijken of het iets voor jou is? Hierbij een link naar de website Hobby4fun

Reageren

12 maart: Nederlands maar dan anders (36)

Het gaat goed met deze blogserie, vooral dankzij mijn mede-sprokkelaars: er werden deze maand alweer mooi wat ‘andere’ vormen van het Nederlands opgestuurd.

In Knooppunt Kranenbarg vertelt een topkok over dat je beter geen nagerecht kunt nemen als je op de calorieën wilt letten.
Doe je dat wel  “dan sla je de pan volledig mis!” volgens die kok, die met deze uitspraak wel dicht bij zijn beroep blijft.

Carlijns vriendin Irene had er ook weer één.
Een ‘flexer’ bij haar op het  werk gebruikte het spreekwoord over de kam en het scheren zónder beide woorden te gebruiken.
Ik vind het niet eerlijk als iedereen over één hek wordt gegooid!

Familielid vertelt dat ze op huizenjacht zijn, maar dat de huizen voor hun neus worden weggekaapt: “en dan vangen we steeds weer achter het net aan…”

Gineke had televisie zitten kijken; in het programma OP1 wordt de onrust binnen de NPO besproken naar aanleiding van de berichtgeving over grensoverschrijdend gedrag. Angela de Jong weet er ook iets van en roept: ” de NPO-top kan zich de buik natmaken!”

Collega zit te vertellen over het verschil tussen het rij-examen van vroeger en nu.
“Het is nu heel anders dan vroeger. Eigenlijk zou je als oudere een soort ‘op-spijkercursus’ moeten kunnen doen.”

Katy stuurde mij een heuse verzameling van leuke uitspraken:
– Iemand had hulp nodig en had een pedagoog in de arm geslagen.
Soms moet iemand kennelijk ook geholpen worden om in de kerstsfeer te komen, want Katy tekende deze zin op: iemand een kerstgevoel inboezemen
– Wat er met de volgende zin bedoeld werd blijft gissen. Iets met een hand? Of een schot? Iemand vond het een gat in de roos.

Carlijn stuurde mij een foto van een bord dat ze in een Kringloopwinkel had gezien op de ‘spelletjes’-afdeling.
Ik zag het eerst over het hoofd…….zie jij het?

In het boek ‘Gereformeerden overzee’ (zie blog van gisteren) las ik een vermakelijke uitspraak van Nederlanders in Canada. Het eerste wat ze kochten was een auto, want zonder auto kom je daar nergens.
Daar was natuurlijk geen geld voor, dus iedereen reed rond in een goedkoop barrel waar altijd wel wat mee aan de hand was.
Ik denk dat Jeremia ook zo’n auto had; anders had hij nooit de klaagliederen geschreven.”

Op een vergadering van de ‘PKN-website’-vrijwilligers wilde iemand iets zeggen over het niet zo flitsende en ietwat oubollige uiterlijk van onze website. Hij zei: “ja, sommigen vinden het misschien wel een oudbakken website…”

Iemand uit datzelfde groepje stuurde mij dit weekend nog twee leuke versprekingen:
Zijn zus sprak met iemand over zaken die toch wel bedenkelijk waren.
Haar gesprekspartner reageerde: “Dat kan niet door mijn beugel!”
Zijn schoonzus haalde een paar magnoliatakken uit hun tuin in huis om van het voorjaar te genieten.
Zoals – vertelde ze – iemand in haar omgeving ze noemde: mongoliatakken…

Nicht Janny vertelde dat zij ook een plant verkeerd benoemde.
Zij hadden in hun appartementencomplex een ficus neergezet.
Op het kaartje stond: ‘Ficus Exotica’; Janny noemde het een ‘Ficus Erotica‘.

De laatste in deze NMDA komt van vriendin Sinet.
Zij had een patiënt die de crème waarmee de huid werd behandeld steevast Sudoku-creme noemt.

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (35) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Hoor of zie je ook iets leuks?
Denk aan mij!

Reageren

Pagina 4 van 249

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén