een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Muziek Pagina 1 van 37

14 februari: Vastenavond. En Valentijn.

Gisteren was het Vastenavond.
Die dag wordt ook wel ‘vette dinsdag’ genoemd: het is de laatste dag van het carnaval.
Daarna begint de 40-dagen-tijd die duurt tot het paasfeest.
Vastenavond wordt overal in Europa gevierd. In Frankrijk heet het Mardi Gras en in Engeland Shrove Tuesday of Pancake Tuesday, omdat volgens de oude traditie op deze dag pannenkoeken worden gegeten.  Het idee is, dat je dan je voorraadkast leeg maakt voor de vastentijd, dus het opgebruiken van melk, meel en eieren: inderdaad, de ingrediënten van pannenkoeken.
Wij schuiven op deze bijzondere avond graag aan bij het Pannenkoekenfeest van onze PKN-gemeente, dat jaarlijks wordt georganiseerd door de leden van de ZWO in samenwerking met een aantal vrijwilligers.  Zelf ben ik ook één van de vrijwilligers die pannenkoeken bakt, over hoe dat in zijn werk gaat schreef ik vorig jaar het blog ‘Met drie pannen’.

Vanaf 18.00 uur zaten we met 60 gemeenteleden samen pannenkoeken te eten: het was weer gezellig! Het was de bedoeling dat je steeds ergens anders ging zitten, maar er kwamen voortdurend andere mensen naast mij zitten,  dus ik bleef aan ‘mijn’ tafeltje zitten en sprak wel 7 verschillende gemeenteleden over een baby die 5 weken te vroeg was geboren,  over heimwee naar de zee, over die nare coronajaren, over een nieuwe naaimachine die niet deed wat de oude deed en over het belang van het onderhouden van contacten met je broers en zussen.  Vertel mij wat.

En ook al is de griep volgens mij voorbij: na twee keer een half uur pannenkoeken bakken en anderhalf uur socializen aan mijn tafeltje was de energie echt wel op voor de dinsdag.  De cantorij had zich al verzameld in de kerkzaal voor de koorrepetitie. Deze week zing ik nog niet mee, maar ik ging nog wel even naar binnen voor een praatje met deze en gene. Eigenlijk kan ik het niet missen, maar dat moet wel even. Volgende week sta ik weer op de achterste rij.

Vandaag is het Valentijndag.
Besteed ik anders geen aandacht aan, maar op Instagram poste dochter Frea een heel mooi video-fragment van het 5-koppige vrouwenkoor ‘Fien Vocal-group’ waar ze bij zingt.  Dit stond er bij: Valentine’s special: een sneak peek van ons nieuwe repertoire, Queen’s Love of my Life ❤️

Oeh….wat mooi.
Dat zou ik graag aan iedereen willen laten horen, maar het stond op het Instagram-account van het koor en ik wist niet of iedereen daar zomaar op kan. Maar Frea stuurde mij de video rechtstreeks, dus ik geef je hierbij een link naar dat moois!

Reageren

10 februari: Voor mijn kinderen.

Soms ken ik een lied al heel lang en is het me nooit zo opgevallen.
Dit blog gaat over een lied van Neil Diamond; het heet ‘Morning side’.
Het kwam uit in 1974, maar het kwam niet verder dan de tipparade.
Het kwam donderdagmorgen voorbij de Arbeidsvitaminen; deed ik mijn sokken aan en hoorde de zanger zingen:

And when he diedHe left a table made of nails and prideAnd with his hands he carved these words inside“For my children” * 

Hans Schiffers vertelde dat Diamond het lied had geschreven naar aanleiding van het overlijden van zijn grootouders.
Dit vond ik erover op Wikipedia:
In een interview met de Engelse radio-dj Ken Evans uit 1972 vertelde hij: “‘Morningside’ is een treurig liedje. Het gaat over alleen sterven, iets waarvan ik me al lange tijd bewust ben. Het raakte mij toen mijn grootouders overleden – dat zij alleen stierven – dat zij niet bij hun kinderen waren toen zij overleden. En anderhalf jaar geleden, toen ik voor het eerst in Londen was, kwam ik langs een winkel en zag ik een prachtige tafel in de etalage. Die was handgemaakt en op een of andere manier kwamen deze twee gebeurtenissen samen, waaruit het nummer ontstond.”

Luister eens naar het nummer: hierbij een link naar een uitvoering op YouTube.
Wat een pareltje.

* En toen hij stierf liet hij een tafel na, gemaakt van spijkers en trots
En met zijn handen sneed hij deze woorden erin “Voor mijn kinderen”

Reageren

31 januari: Jules & Ede.

Zomaar een morgen op een vrije dag; we hebben geen wekker gezet.
Om 08.30 word ik wakker; kopje thee en even bijkomen.
Voor de schuifpui zet ik een stoel en kijk naar het vogelgedoe bij ons in de tuin.
Op Spotify zoek ik het nummer ‘Wat ik gewild heb’ van Trijntje Oosterhuis en luister.
Daarna gaat Spotify zelf invullen wat ik wil luisteren; daarbij put het medium uit al mijn afspeellijsten en af en toe doet Spotify zelf een suggestie.
Het was erg aangenaam.
Daniël Lohues kwam een paar keer voorbij en verder vooral rustige luistermuziek, waarin ik inderdaad mezelf herkende.
Jules de Corte zong ‘Ik zou wel eens willen weten’.
Een lied uit 1957.
Hij vraagt zich af waarom de bergen zo hoog zijn.
En de zeeën zo diep.
En de wolken zo snel.
In het laatste couplet vraagt hij zich iets af over de mensen.

Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de mensen zo moe
Misschien door hun jachten en jagen
Of misschien door hun tienduizend vragen
En ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe
Daarom zijn de mensen zo moe

In 1957 waren de mensen dus ook al zo moe en al zo lang op weg naar de vrede toe.
Kennelijk is er op dat gebied niets nieuws onder de zon.
Nog even luisteren naar Jules? Hierbij een link naar een YouTube-video.

Tot mijn verrassing kwam ook Ede Staal voorbij met ‘Zalst doe altied bie mie bliem lutje wicht.”

Die staat niet op één van mijn afspeellijsten, maar het lied ken ik goed.
Ik zong het refreintje  wel eens voor onze dochters voor het slapengaan.

Zalstoe altied bie mie blieven, bie mie blieven, lutje wicht.
Lekker waarm in mien aarms, in dien aarms,
ogen dicht.
Zun is muid en sloapen goan,
deur de doak zai ik de moan,
dizze nacht dei is nou van ons baaiden.
Zalstoe altied bie mie blieven, bie mie blieven, lutje wicht.

Inmiddels is dit liedje van Ede ook toegevoegd aan één van mijn Spotify bestanden.
Ook even luisteren?
Hierbij een link naar een uitvoering van het album ‘As vaaier woorden’.

Voor niet noordelingen: ‘Lutje wicht’ betekent klein meisje.

Reageren

22 december: REC en PLAY tegelijk indrukken.

Woensdagmorgen in de auto op weg naar het werk zong Andy Williams  “It’s the most wonderfull time of the year.”
Vind ik ook. Na Sinterklaas begin ik voorzichtig hier en daar kerstversiering aan te brengen. Kerstboom, kerstkaarten, kerstlichtjes, kerstmuziek: ik geniet in deze periode. Afgelopen week hoorde ik the Eagles weer met “Please, come home for christmas”. Uit 1978.

Dit was ‘m.

Voor mij onlosmakelijk verbonden met mijn eerste radio-cassetterecorder.
Gekocht op mijn 17e voor 180 zelf-verdiende guldens. Verdiend met grasmaaien, oppassen bij de buren en rollers zetten. Ik voelde me schathemeltje rijk. Met een portemonnee vol beduimelde bankbiljetten en munten ging ik naar een electronica-winkel in Assen en kwam thuis met een doos met de felbegeerde radio-cassetterecorder.

Het eerste liedje dat ik opnam was dus van The Eagles.
Als ik het hoor zie ik mezelf weer zitten met de gebruiksaanwijzing in de ene hand en twee vingers op twee knoppen: “dan REC  en PLAY tegelijk indrukken”
Het eerste liedje op het eerste bandje. Onvergetelijk.
Het eerste bandje heb ik onnoemelijk veel afgespeeld. Na The Eagles kwam ‘Trains and boats and planes” van Billy J Kramer en de Dakota’s.
Altijd als ik de laatste bellen van the Eagles hoor ben ik even verbaasd dat er een ander liedje komt: in mijn brein zitten die twee liedjes aan elkaar geklonken. Het is nog erger dan het Pavlov-effect……
Luister in deze most wonderfull time of the year nog maar eens naar de vier verdrietige eagles met hun kerst-smartlap. Sneu hoor.
My baby’s gone, I have no friends…..

Reageren

13 december: BW 106 – Actus Tragicus.

In deze periode met heel veel ‘sleighbells, Santa Clause & Christmas’ om ons heen vandaag even iets heel anders.
In mei deed ‘onze’ cantor Karel Stegeman examen; toen schreef ik al over het wonderschone laatste stuk van zijn examenconcert.

Het laatste stuk van het concert was de cantate van Johann Sebastian Bach BWV 106 ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’.
Tijdens het eerste instrumentale ‘Sonatine’ had ik al een zakdoek nodig: dat kwam door de twee blokfluiten die in dat stuk een hoofdrol spelen. Ontroerend mooie muziek. Ook later, toen de bas solo zong en de vrouwenstemmen hem zacht begeleidden hield ik het niet droog; muziek kan zo in je ziel binnenkomen.
Het was net zoals Karel na afloop zelf al zei: “Het is eigenlijk een toets, maar het is ook een feestje!”

Ik kende het stuk niet, die avond hoorde ik het voor het eerst.
Eenmaal thuis zocht ik het gelijk op op Spotify en zette het op de afspeellijst ‘Klassiek – Favorieten’.
Zo hoorde ik het vaker en hoe vaker ik het hoorde, hoe mooier het werd.
Deze cantate wordt ook wel ‘Actus Tragicus’ genoemd. Het is één van de bekendste werken van Bach en werd voor het eerst uitgevoerd op 14 augustus 1707. Het is geschreven voor een kleine bezetting: een klein orkest van (2 blokfluiten, 2 gamba’s en een basso continuo) met de vier klassieke solostemmen (bas, tenor, alt en sopraan).
In de cantate staat het sterven van de mens centraal; steeds komt het ‘memento mori’ weer naar voren: ‘Ach Heer, leer ons bedenken dat wij eenmaal sterven moeten’ , ‘Stel orde op zaken, want je zult sterven en niet in leven blijven’ en ‘Het is het oude verbond: mens, je moet sterven’. Op het laatst wordt het sterven muzikaal verwoord als een vredig binnengaan in het paradijs.

Johann Sebastian Bach

Vandaag zet ik deze ‘Trauer-cantate’ in de schijnwerpers op mijn website.
Ik heb gekozen voor de uitvoering die te vinden is op de website van de Nederlandse Bachvereniging: hierbij de link 

Dit zegt de Bach-vereniging er zelf over:
Beroemd, eigenaardig, bijzonder mooi, betekenisvol – er valt heel veel te zeggen over de combinatie van instrumenten die Bach hier gebruikt in zijn cantate ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’, hier uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging voor All of Bach. In elk geval is de bezetting niet alledaags. De violen schitteren door afwezigheid, maar er spelen wel twee blokfluiten en twee viola da gamba’s. Zij zorgen voor een zachte, troostrijke en soms haast hemelse klank.

 

Reageren

7 november: Dat was er niet in Roden.

Mijn hele leven heb ik al gezongen.
In Hoogersmilde achtereenvolgens bij kinderkoor ‘de Schakeltjes‘, jeugdkoor Hosanna en bij Christelijk Gemengd koor “Halleluja’, door de mensen in het dorp kortweg aangeduid met ‘de zang’. “Waor is moe? Hen de zang.”
Toen Gerard en ik trouwden bestond het jeugdkoor Hosanna al een paar jaar en dat was redelijk succesvol.
25 jonge mensen, drie gitaren en een tamboerijn; een koor waar het heel anders toeging dan bij Halleluja, waar vooral (in onze ogen) ouderen opzaten.
De leden van Halleluja waren niet heel erg blij met de concurrentie van Hosanna.
“Ze moet niet een apart koor oprichten, ze moet bij oons kommen zingen!” was de achterliggende gedachte.
Maar daar hadden de jongeren juist geen zin in, want bij ‘Halleluja’ zingen was voor hen geen aanlokkelijke gedachte.

Gerards oudere broer Jan (toen halverwege de dertig) ging het toch proberen bij Halleluja en vroeg Gerard of hij met hem mee wilde.
De mannen meldden zich samen aan en werden met open armen ontvangen: twee jonge mannen!
Na enig aandringen werd ik ook lid. De repetitie was op dinsdagavond; dan kwamen mijn ouders op Frea passen en gingen wij met z’n tweeën ‘hen de zang.’
Toen was mijn stem nog jong; ik mocht met de sopranen meezingen.
Wát een verschil met het jeugdkoor.
Andere muziek, andere dirigent, andere begeleiding.
Heel andere koordynamiek ook tussen de leden onderling.
De meesten zaten al heel lang op het koor en ieder had zo z’n eigenaardigheden.
Harm wilde ‘gien buutenlands’ zingen en vooral geen Duits.
Hendrik was de secretaris, maar was wars van alle nieuwigheden zoals daar waren een typemachine en een stencilapparaat, dus die schreef de notulen van de jaarvergadering en het jaarverslag in een schrift met harde kaft; op de jaarvergadering werden beide stukken vanuit dat schrift voorgelezen.
Dienegie zat bij de alten. Het maakte voor de koorklank niet uit of ze er wel of niet was, want Dienegie was een beetje bijzonder en ze zong niet echt; het ging haar om de gezelligheid.
Sopraan Corry had een stevige, hoge stem en kon goed wijs houden; ze zong alleen altijd net wat te hard.

De dirigenten die ervoor stonden deden stuk voor stuk hun uiterste best en haalden er uit wat erin zat, maar met zoveel ouder wordende stemmen was dat vechten tegen de bierkaai.
Maar.
Ondanks bovenstaand verhaal toch goede herinneringen.
Ik haakte aan op het moment dat er een nieuwe dirigent uit Assen kwam die een frisse wind liet waaien door het stoffige koorleven.
‘Te moeilijk’ en ’te hoog’ haalde hij uit het repertoire.
Liever mooi tweestemmig dan beroerd vierstemmig.
Onder zijn leiding zongen we tóch een Duits lied.
Hij gaf het koor weer zelfvertrouwen; dat was te horen in het zingen en te merken op de repetitie.

In 1989 werd dochter Harriët geboren en drie maanden daarna verhuisden wij naar Roden.
Gerard (nog maar 28!) was toen voorzitter van Halleluja en ik zong afwisselend tenor, alt en sopraan. Waar meest nodig.
De heimwee die ik in Roden had gold voor een groot deel voor mijn familie en vrienden, maar ook het zingen met Hosanna en Halleluja heb ik, vooral in het begin, erg gemist.
Dat was er ook niet in Roden.
Natuurlijk waren er in Roden wel koren, maar deze…..waren uniek.
Sweet memories.

Op de afbeelding (op klikken voor een vergroting) op dit blog zie je de leden in vol ornaat op ‘groepspetret’ uit een jaar voordat ik op het koor kwam, met Gerard en Jan op de achterste rij.

Reageren

23 oktober: Gemeinsam verbrachte Zeit.

Vandaag is het 23 oktober, de geboortedag/verjaardag van mijn moeder.
Een datum die nooit weer uit je hoofd gaat.
Gewoonlijk komt zo’n datum op een dag niet zo heel vaak voorbij, maar op mijn werk is dat natuurlijk wel zo.
Cliënt in zorg begindatum: 23 oktober 2023
Terugbelverzoek: maandag 23 oktober 2023
Aanvraag nieuwe laptop: d.d. 23.10.2023.
Kan ik voor vanmiddag nog een vergaderruimte regelen? Wat is de datum van vandaag?

Mijn moeders sterf- en begrafenisdag  (16 oktober 2017 en 21 oktober begrafenis) zitten niet in mijn systeem; de eerste jaren nog wel, maar dat slijt in de loop van de jaren.

Maar op de 23e oktober is ze de hele dag in mijn achterhoofd aanwezig.
Je ouders blijven je ouders ook al zijn ze al jaren overleden.
Ze spelen ook nog steeds een rol in mijn leven, al was het alleen maar door de duizend-en-één-dingen die ik van hen heb geleerd en de goede herinneringen die ik heb aan de tijd die we samen hebben doorgebracht.

Afgelopen zaterdag las ik in de krant een overlijdensadvertentie van iemand die was getrouwd met een Zwitserse en in die in Zwitserland was overleden. De aankondiging van zijn overlijden werd gedaan door zijn echtgenote in het Duits.
Dit stond boven zijn naam:

Mit dem Tod 
eines geliebten Menschen
verliert man vieles
niemals aber
die gemeinsam verbrachte Zeit.

Zo is het.
Sweet memories.

Op Instagram vind je een foto van mijn moeder met één van onze dochters op de arm.

Reageren

22 september: Stacheldraht.

Vandaag werd de ‘Evergreenlijst van de jaren ’70’ uitgezonden op Radio 5.
De hele dag herinneringen.
De jaren ’70 bestonden bij mij voornamelijk uit school.
Drie jaar lagere school, vier jaar MAVO en twee jaar HAVO.
Daar ben ik dan in zo’n week heel erg mee bezig in mijn hoofd, want muziek brengt mij terug in de tijd.
Ik schreef al eens eerder over wat er dan met me gebeurt; lees daarvoor het blog Sweet memories uit 2015.

Zelf heb ik geen lijstje ingestuurd.
Het overzicht wordt mijns inzien vervuild door de fanclub van The Cats die oververtegenwoordigd zijn met alles wat ze hebben uitgebracht in de jaren ’70, net als bij de overzichten van de jaren ’60 en ’80.
Verder is de muziekkeuze wel erg eenzijdig: voornamelijk Engelstalig.
Frans komt er niet veel in voor en met het Duits is het helemaal droevig gesteld: welgeteld 2 nummers van de 174: Peter Maffay op de eerste  en Marianne Rosenberg op de laatste plaats.

Mijn liefde voor Duitse muziek is al vaker onderwerp van deze website geweest.
Komt van vroeger; mijn ouders hielden bijvoorbeeld  van Conny Fröboes, Heino, Vicky Leandros en Freddy Quin.
De zanger die vandaag op mijn blog voorbij komt had niet hun specifieke voorkeur, maar kwam wel af en toe voorbij op de onvolprezen  bandrecorder van mijn vader.
Dit lied viel me op toen ik aan het bloggen was met de Arbeidsvitaminen op de achtergrond.
Het heet ‘Zeig mir den Platz an der Sonne’; het werd door Udo Jürgens uitgebracht in 1971.
Dat kende ik wel, maar had me nooit verdiept in de betekenis van de woorden.
Ik hoorde de zin:

Wir haben Riegel vor den Herzen

und um die Seele Stacheldraht

en dacht ”Regels voor het hart? En wat is Stacheldraht?” dus ik zocht de tekst op en vertaalde die zin.
”We hebben tralies voor het hart en prikkeldraad om de ziel”.

Ik zocht het lied op en luisterde en naar met de tekst ernaast.
Wat een mooi lied.
Over de liefde.
Doet me denken aan ‘As de liefde maor blef winnen’ van Daniël Lohues.
D’rum darf die Liebe nie untergehn.

Hierbij een link naar een uitvoering van Udo op You Tube, hieronder vind je de tekst.
(als je het liedje afspeelt, kun je terug naar deze pagina om de tekst er bij te lezen).

In meinem Herzen flattert leise

Ein kleiner bunter Schmetterling
Den schickt die Sehnsucht auf die Reise
Wenn ich von meinen Träumen sing

Ich seh ein Land, es liegt noch weit
Wo Liebe wohnt und Zärtlichkeit

Zeig mir den Platz an der Sonne
Wo alle Menschen sich versteh’n
Liebe allein ist die Sonne
Drum darf die Liebe nie untergeh’n

Wen kümmern noch des Nachbarn Schmerzen
Wer hilft dem Nächsten durch die Tat?
Wir haben Riegel vor den Herzen
Und um die Seele Stacheldraht

Ich such ein Land, ss liegt noch weit
Wo Friede wohnt und Menschlichkeit

Zeig mir den Platz an der Sonne
Wo alle Menschen sich versteh’n
Liebe allein ist die Sonne
Drum darf die Liebe nie untergeh’n

 

Reageren

16 september: Iets geruststellends.

Na de verjaardag van van mijn broer stapten we ’s avonds om 23.30 uur in de auto.
Gerard reed.
Op de radio was het liedje ‘As de liefde maor blef winnen’  van Daniël Lohues.
Mmmmmm. Mooi.
“En as de liefde maor blef winnen, komp het allemaol wel goed” “was de laatste zin die Daniël zong.
De presentatrice van het radioprogramma zei dat ze moed en hoop putte uit dit lied.

“Dan hoor ik het journaal met alle rampspoed en ellende die zich in de wereld afspeelt. Wat mensen aan verschrikkelijks overkomt. Oorlogen. Natuurrampen. Klimaatproblemen. Het kan zo over me heen vallen, het beneemt me soms de adem. Dan zet ik dit liedje wel eens op. Het heeft iets geruststellends dat me kalmeert en me ook laat kijken naar de goede dingen die er natuurlijk ook zijn.”

Ooit las ik ergens de quote ‘Muziek spoelt het stof van het dagelijks leven van de ziel’.

Zo ervaar ik het. En velen met mij.

Luister naar dit mooie lied van Daniël Lohues en laat de tekst even goed tot je doordringen.
“As de liefde maor blef winnen, komp het allemaol wel goed.” 

Reageren

27 juli: Zielige mannen.

Gerard en ik nemen tegenwoordig wat series op, om ze op een later tijdstip terug te kijken.
Wij kijken bijvoorbeeld graag naar Grantchester.
Het is een Britse detectiveserie die zich afspeelt in de jaren vijftig in het dorp Grantchester in de buurt van Cambridge.
Het draait in deze serie om inspecteur George Keating (Geordie) en de jonge dominee Will Davenport.
De politieman moet natuurlijk de misdaden oplossen, maar de dominee is daar op wonderlijke wijze ook steeds bij betrokken.

We zitten inmiddels in serie nummer 7 en het is vermakelijk om te zien hoe anders de wereld er uit zag eind jaren vijftig. Maar ook toen werden mensen verliefd, gingen trouwen, kregen kinderen en gingen de dingen niet altijd goed.
George heeft er een potje van gemaakt in zijn huwelijk en zijn vrouw heeft hem buiten de deur gezet.
“Ga jij maar eens even nadenken hoe het nu verder moet!”
Hij woont sindsdien op een kamer in de pastorie bij Will en moet iedere zaterdag voor zijn vier kinderen zorgen.
Will is intussen smoorverliefd op een mevrouw die hij ontmoette op een dansavond in een rokerig café, maar de mevrouw in kwestie is verloofd met de nieuwe baas van George.
Het heet een detective, maar het is soms net een soap.
Heerlijke televisie.

Afgelopen week waren we toe aan deel 3 van bovengenoemde serie.
We zien een eenzame, drinkende George aan een tafel zitten, zijn hoofd gestut in zijn handen, die de ene na de andere sigaret wegrookt.
Even later zwenkt de camera naar de tuin en zien we Will verdrietig onder een boom zitten, want de ‘verkering’ kan gewoon niet.
Bij deze beelden horen we ‘Lonesome town’ van Ricky Nelson.
There’s a place where lovers go, to cry their troubles away…
Gitaarbegeleiding, smooth oehoeh-koortje en een smachtende mannenstem.
Agossie. Wat een prachtige muziek bij die zielige mannen.
Lonesome town, where the broken hearts stay…
Een smartlap uit 1959. Hij staat al op mijn Smartlappen-playlist op Spotify.
Ook even luisteren?
Hierbij een link naar ‘Lonesome town’.
Let vooral op het zoetgevooisde mannenkoortje…..

Waarom is er nooit een ‘week van de jaren 50’ op de radio?

Reageren

Pagina 1 van 37

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén