Gisteren heb ik bonensoep gekookt. Het recept daarvan heb ik van mijn moeder en zij heeft het weer van haar moeder, mijn oma Boelen. In de loop van de jaren is de soep natuurlijk wel wat aangepast aan de kookgewoonten van de tijd.
Het geheim van deze soep is dat je hem maakt met stro-gele bonen. Het soort heet ‘Friesche Woudboon’ (meer info zie >>>). Niet dat wij ze uit Friesland halen, we krijgen ze van mijn moeders buurman Jan. Die verbouwt ze gewoon in zijn moestuin. Deze bonen bewaren we in de diepvries. Als ik bonensoep kook haal ik twee kopjes bonen uit de zak en die zet ik een nacht in het water.
Verder ben je nodig voor deze soep:
Ribbetjes (200 gram)
Boerensoepgroentepakket van de Jumbo
(had mijn oma natuurlijk vroeger niet. Die deed er prei, wortel en selderij in).
2 dikke uien
Krulvermicelli Middel (1 zo’n staaf)
3 blokjes rundvleesbouillon
1 pakje Knorr groentesoep
2 laurierbladen
2 kruidnagels (of kruidnagelpoeder)
Beetje peper
Maggiplant (Lavas)
Voor de liefhebbers: 1 rookworst of droge worst.
Deze ingrediënten zijn voor 2 en een halve liter soep.
Je zet de ribbetjes op met 2 en een halve liter water.
Laat ze een half uur sudderen.
Doe dan de gewelde bonen er bij in.
Laat het vervolgens drie kwartier sudderen.
Doe dan alle andere ingrediënten erin en laat het weer drie kwartier sudderen. Wel af en toe doorroeren. De soep is nu klaar.
Hij is het lekkerst als hij eerst even afkoelt en dan weer wordt opgewarmd.
In de praktijk maak ik de soep altijd ’s avonds van te voren.
Dan moeten we ’s avonds om half elf nog even proeven of de soep ook gelukt is….. daarom maak ik twee en een halve liter. ’s Avonds is hij namelijk ook errug lekker!
Geef een reactie