een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 1 van 21

24 februari: Bij de oerwoudbroek.

Bij een groene ‘oerwoudbroek’ wilde ik een gilet breien. 
In het najaar nam ik de broek mee naar ‘Atelier 6a’ in Leek en zocht er een mooie kleur groen bij uit. 
Eigenlijk wilde ik iets breien met kabels, maar ik vind het altijd zo’n gedoe met die kabelnaald: daar kan ik niet rustig bij televisiekijken.
Een alternatief vond ik in ‘de valse kabelsteek’: geen hulpnaaldje, alleen verspringen met recht en averecht.
Hierbij een link naar een eenvoudige beschrijving op de website van Jessica Tromp. 
Ik kocht er een paar enorme houten knopen bij met bloemen er op. 

Eerst breide ik een proeflapje om te kijken hoeveel steken ik nodig had voor het achterpand en ik breide het gilet als een vest, maar dan zonder mouwen. Er is op dat gebied genoeg te vinden op internet. Op de plaats van mouwen breide ik met boordsteek een mooi kantje en langs de voorpanden, nek en schouders breide ik een boordje met aan één kant 5 knopen. 

Hij is al even klaar en ik heb hem ook al aangehad: links zie je het gilet gecombineerd met een ecru blouse met pofmouwen én de oerwoudbroek. 
Rechts een detailfoto van het boordje met de knopen.  

Reageren

11 januari: Handwerkdoos van Aafke.

Deze website zorgt er voor dat mensen aan mij denken als ze gaan opruimen.
Zo kreeg ik bijvoorbeeld een tijdje geleden een verhuisdoos met handwerkspullen van een echtpaar dat een nieuwe vloer kreeg daarom alle kasten moest uitpakken.

De man had gezegd: “Gooi maor vot die olle rommel.”
Nou ja zeg!
Ik was er blij mee.
Toen ik de doos kreeg was ik er even vluchtig doorheen gegaan, maar het was van alles wat (borduren, breien, haken en smyrna) dus ik moest het echt even uitzoeken allemaal.
Gistermiddag pakte ik de hele doos uit; die klus had ik bewaard voor deze nieuwjaarsvakantie.
Ik kwam echt van alles tegen; zo verrassend allemaal!

Een bloemlezing:

… geen bijbelse voorstellingen….

Er zat een grote kartonnen map in waar ‘De Bijbel’ op stond.
Wat zou daar dan in zitten? Bijbelse voorstellingen?
Het bleek een bewaarmap te zijn waar allerlei patronen in zaten van allerlei handwerkvormen, verzameld in de loop van de jaren: (zie afbeelding hiernaast) o.a. een Ariadne uit 1978. Zou dat blad nog bestaan vroeg ik me af? Even opzoeken; het heet nu Ariadne at Home (!) en het ziet er inmiddels heel anders uit. Hierbij een link naar hun hippe website.

In een plastic zak zat een half afgemaakt lopertje dat gemaakt was met de smyrna knooptechniek. De kleuren van hoe je het moet knopen zijn aangebracht op het stramien en er zit garen bij, op maat geknipt. Er zitten ook van die priknaalden bij, dus je kunt er in principe zo mee verder.
Maar ik ga dat niet doen, dus ik neem het mee naar de eerste bijeenkomst van Holy Stitch: misschien kan ik er iemand anders blij mee maken. 

Verder vond ik een A4-schrift dat heel dik aanvoelde.
Het bevatte haaksteken: uitgetypt én als voorbeeld gehaakt.
Fantastisch toch? Nu kun je alles opzoeken op internet, maar vroeger was dit een hele slimme manier om te onthouden wat je had gehaakt en hoe je het moest doen.

Ouderwets smokwerk

Ook leuk: een voorbeeldje van ouderwets smokwerk.
Smokken wordt gebruikt bij het maken van kleding: het is een techniek waarbij kleding geplooid/gerimpeld wordt en vervolgens met borduursteekjes wordt vastgezet.
De stof wordt hierdoor elastisch. Vroeger werd dit met de hand gedaan; tegenwoordig heb je van die supersonische naaimachines die dat allemaal voor je doen. Dan gaat het ook een stuk sneller…..

De hele doos heb ik uitgezocht, zelf wat gehouden, naaipatronen achteruitgelegd voor de dochters en de rest gaat mee naar de volgende bijeenkomst van Holy Stitch.
Als er dan nog wat overblijft breng ik het naar Het Goed.
Gooi maor vot die olle rommel? Tssss……

Reageren

4 januari: Chenile.

“Ja maar…. hier kan ik toch geen sokken van breien!?” zei ik

“Oh nee?” Bij mijn bureau op het werk stond een casemanager met een hele grote bol Chenile Fine.
Zij had een paar weken daarvoor gevraagd of ik voor haar een paar sokken wilde breien.
“Ja hoor” had ik gezegd “koop maar een bol garen en vertel me wat je schoenmaat is.”

Maar sokken breien van dit blauwe ’touw’ leek me een onmogelijke opgave.
Collega had daar een heel ander idee bij.
“Oh! Het leek me zo lekker zacht en warm…”

“Nou,  ik wil het wel proberen hoor. Maar je kunt ze dan niet dragen met schoenen aan,  daarvoor zijn ze veel te dik.”
We spraken af dat ik wat zou experimenteren en zou proberen om warme huissokken van de chenile te breien.

Je moest breien met pen 8, waarvan je er dan vier zonder knop moet hebben, maar die had ik niet.
Voor 4x 15 cent kocht ik die bij Het Goed en ik begon met een proeflapje. Het kwam er op uit dat ik 24 steken moest opzetten. 8 minder dan voor het kleinste kindersokje uit de matentabel. Die 24 steken verdeelde ik over 3 naalden en zo begon mijn ‘huissokken-avontuur’.
Het kwam goed, maar het breide niet echt fijn. Het breide voor geen meter eigenlijk.
Ik had het gevoel dat ik met stalpalen aan het breien was.
Zo klonk het ook als er ééntje per ongeluk op de grond viel: zo’n pen kletterde echt op onze plavuizen.

Met 24 steken brei je een grote hiel met 12 steken en minder je naar de kleine hiel tot 8 en zet je er daarna aan weerskanten weer 6 bij op.
Het ging wel lekker snel trouwens, ik had maar zo een paar klaar.
Toen had ik nog best veel chenile over, daar breide ik in overleg met de collega een warme col van.
Nu heeft ze zachte, warme, huissokken met een bijpassend dingetje om de hals.
En weet ze dat chenile geen sokkenwol is en dat het niet geschikt is om sokken van te breien.
Goed idee.
Doen we niet.

Reageren

17 december: Colsjaal

Weet je nog? Begin november schreef ik een ‘Grabbelton-blog’; één van de onderdelen was dit garen dat ik via internet had gekocht.
Op de website ‘Blij dat ik brei’ had ik een mooie colsjaal gevonden die ik wilde haken, maar dat patroon was uit 2012 en het garen dat was gebruikt was niet meer leverbaar. Op internet vond ik dit garen op de website van Hobbii; het heet Magic Sock Wool. De goede kleurencombinatie, de goede samenstelling (70% wol, 30% polyamide) en de goede dikte.

Inmiddels is de sjaal klaar.
Op de website ‘Blij dat ik brei  vind je een beschrijving van hoe Jeannette Jaffari-Schroevers de sjaal heeft gehaakt, maar ik heb het een beetje aan mijn eigen wensen aangepast.
In het kort komt het hier op neer:
ik haakte 20 granny squares van 5 toeren/rondjes die ik gelijk aan elkaar naaide; dan ontstaat er een lange slinger/reep.
De granny’s naaide ik met kleine steekjes aan elkaar (draad door de beide bovenste lusjes van de steken van de laatste toer van de granny’s) . Bij het aan elkaar naaien van de eerste en de laatste granny maakte ik er een slag in, een zodat je geen cirkel maar een möbius (een soort 8) krijgt.
Daarna ging ik langs de zijkant van de reep verder met granny stripes: steeds 3 stokjes in 1 gaatje; ik deed er geen losse tussen.
Omdat de granny’s in een möbius aan elkaar zijn genaaid, maak je een soort 8 en wordt de rij streepjes zowel aan de bovenkant als onderkant tegelijkertijd gehaakt. Je haakt dus 2 rondjes voor dat je weer bij het beginpunt bent aangekomen; ik heb de 2 bollen bijna opgemaakt. Tip van Jeannette: zorg dat je ca. 20 gram overhoudt voor je aan het schulprandje begint.

Het schulpje haakte ik door 9 stokjes in 1 “gat” te haken, in het volgende gat een vaste.
Als laatste haakte ik nog met halve vasten de hele sjaal rond.
Op de detailfoto hiernaast zie je hoe dat er uit ziet.

Reageren

12 oktober: Kussentjes op de barkruk.

Toen we ons huis hadden verbouwd in 2011 (nieuwe keuken en een woonkeukengedeelte met schuifdeuren naar de tuin) had ik een groot stuk extra aanrecht waar je aan kunt zitten.
Een soort huisbar. We kochten bij IKEA drie barkrukken en als iemand staat te koken en we hebben bezoek, dan zit het erg gezellig aan de bar in de keuken. Toen mijn moeder nog leefde zat ze graag bij mij ‘aan de bar’ te teuten.
Kopje koffie er bij, klep-klep-bep-bep.
Op die barkrukken liggen dus al jaren van die ronde, platte kussentjes, zwart in ons geval.
En op den duur worden ze lelijk.
Valig.
Met vlekken die er niet meer uitgaan.

Op internet vond ik een plaatje van een gehaakt, rond kussen overtrek.
Kon je kopen, maar ik wilde het zelf maken.
Het patroontje was nergens te vinden, dus ik vergrootte het plaatje een beetje en maakte een printje.
En dan is het vooral een kwestie van goed kijken welke steken zijn gebruikt en hoeveel stokjes/lossen/boogjes in het patroontje voorkomen.
Uitproberen. Prutsen. Tellen. Uithalen en opnieuw beginnen.
Gerard kan dan zo olijk zeggen: “Zo schiet het niet op, hé?” als ik weer een gedeelte moet uittrekken.
Maar dit is waar ik plezier aan beleef, vooral als het lukt.
En het lukte!

Inmiddels liggen er drie rode kussentjes op de stoelen; ze passen goed bij de andere rode accenten in onze keuken.
Wil je ook zo’n kussentje haken?
Hierbij een link naar een PDF met een patroonbeschrijving: 2023.09 Kussenovertrek rood
Lukt het jou ook?
Laat het me even weten.
Vinnikleuk.

Reageren

4 oktober: Afgeleid door de gezelligheid.

Gisteren was het weer de 1e dinsdag van de maand: Holy Stitch!
Op de tweede bijeenkomst van dit seizoen hadden we net als vorige maand een nieuwe deelnemer: Zwanny uit Nieuw Roden.
Het is inmiddels geen probleem om aansluiting te vinden bij onze groep; je hebt sowieso altijd je handwerkje mee om het over te hebben en dan babbel je al snel ook over andere onderwerpen.
Marijke had geen handwerkje mee, want wat ze onderhanden had “daar moet ik bij opletten en tellen en dat kan hier niet”.
Nee, dat klopt, je wordt nogal afgeleid door de gezelligheid.
Ze ging de kring rond om hier en daar inspiratie op te doen.
Zo zag ze bijvoorbeeld het borduurwerk dat volgens maakster Sjoukje drie Labradors voorstelde. Er werd nog even gediscussieerd met Alice  die vond dat het Golden retrievers waren, maar discussie werd gesmoord door Geke die droogjes opmerkte dat het in ieder geval honden waren.
Sijcolien trakteerde op lekkere chocolaadjes, want ze was oma geworden!
Alie had een ‘flubbertje’ aan haar haakwerk dat er niet hoorde en wilde daar graag advies over en twee dames ontdekten dat ze vroeger op de MAVO bij elkaar in de klas hadden gezeten.
Je snapt het al: de middag was maar zo om.

In het kader van ‘de stekerij’ deel ik vandaag een ideetje om kleine restjes katoen op te maken; misschien inspiratie voor Marijke?
Voor het omhaken van een buitenstoelkussen had ik te veel garen gekocht; drie bollen grijs hield ik over.
In mijn handwerkkast staat een klein, rieten koffertje met een heleboel kleine restjes katoen, waar je eigenlijk net niks meer mee kan.
Op de website Hilde Haakt vond ik een leuk idee: lichtgrijze onderzetters, met in het midden allemaal een ander kleurtje.
Zij bracht mij naar een patroon op de website van Karin aan de Haak.
Deze twee ideeën voegde ik samen en veranderde ik een beetje naar eigen inzicht: het rondje in het midden bestaat bij mij uit 20 stokjes.  Verder voegde er nog iets kleurigs aan toe: ik haakte om de onderzetters halve vasten in de kleur van het middelste rondje; die halve vasten haakte ik alleen in de bovenste lus van de onderliggende stokjes, dan krijg je een klein randje.

Ik haakte de onderzetters in twee tinten grijs, licht en donker en had genoeg restjes om zes verschillende contrasterende kleuren aan te brengen.
Koordje er om heen, strikje er in: mooi cadeautje.
Binnenkort gaat er weer een collega weg; ik doe er alvast een vrolijk inpakpapiertje omheen.

Reageren

27 augustus: Eindresultaat van ondergeschikt belang.

Gerard had na onze Donaureis nog een week vakantie; ik niet.
Maandag 21 werd ik weer op kantoor in Groningen verwacht.
Casa Grada was van woensdagmiddag 23 tot maandag 28 niet geboekt.
“Zullen wij dan…..?”
Woensdagavond na mijn werk vertrokken we naar Westerbork. Donderdagmorgen was voor mij het lastigste moment van de week.
We zaten met een kop koffie in de zon aan het water.
Gerard had z’n hengeltje uitgegooid en zei: “Nou,  werkze vandaag! ” en ik vertrok met mijn broodtrommeltje en beker karnemelk.
“Veel plezier,  geniet van je vakantiedag!”
Maar dat was maar één dag; meestal is het andersom; dan zwaai ik hem uit en heb ik vrij.

We hadden nog een paar heerlijke dagen.  Vrienden Bea en Hans kwamen nog een nachtje logeren en er kwam nog een dochter langs.
Zomer in Drenthe.
Zaterdagmorgen zat ik in de zon te borduren.
Na het klaverjasscorebloc-hoesje (zie: Klaverjas-omslag) ben ik begonnen aan een nieuw project: een geborduurde bank -organizer.
Ik heb een gebreid exemplaar op mijn bankleuning liggen,  die wordt dus in de toekomst vervangen door een geborduurde versie.
Weet je niet wat een bank-organizer is? Zie Wat brei je..?

Het begin is er. (klik op de afbeelding voor een vergroting) Ik gebruik twee kleuren: rood en grijs met zilver-accenten. Uit mijn oude handwerktijdschriften haalde ik wat voorbeeldjes en ik ben maar gewoon begonnen. Hoe het er uit komt te zien als het klaar is, weet ik nu nog niet: mijn leidraad is meestal voortschrijdend inzicht.
Het eindresultaat is ook eigenlijk van ondergeschikt belang. Borduren is ontspanning, rust in het hoofd,  genieten dus.
Al dan niet met een muziekje /podcast op de oortjes.
Dit weekend had ik er weer even tijd voor.

Reageren

12 augustus: “Wil jij het eens proberen?”

Aan het begin van dit jaar kreeg ik van PKN-gemeentelid Tineke een boekje; het heette ‘Shetland kant breien’ en het was geschreven door Elizabeth Lovick.
“Misschien dat het jou lukt om deze techniek onder de knie te krijgen…?” vroeg ze hoopvol.
Dat wou ik wel eens proberen.
Het duurde even voordat ik alle brei-projectjes die ik wilde doen af had, maar in juli ging ik er letterlijk voor zitten.

Ik zette 24 steken op met een restje katoen en begon met de eerste steken.
Dat was nog niet zo moeilijk. Ajour-steken kan ik immers al: een omslag en 2 recht samenbreien en één steek afhalen en overhalen en dan een omslag.
Maar dat was nog maar het begin.
Alle steken die ik daarna probeerde waren op zich niet moeilijk, maar waar ik tegenaan liep is dat je steeds moet tellen.
Zorgen dat de steken, omslagen en afhalingen op de goede plek zitten ten opzichte van de vorige naald,
Tellen.
Uithalen.
Nog weer tellen.
Ik probeerde ondertussen naar een televisieprogramma te kijken, maar het zweet stond op een gegeven moment in mijn handen.
En op mijn voorhoofd.
Het was maar goed dat het televisieprogramma geen detective was, want daar had ik met dit breiwerk in mijn handen geen draad eeeh…touw aan vast kunnen knopen.

Dan komt natuurlijk het moment waarop je denkt: “Waarom doe ik dit eigenlijk?” en stel ik mezelf vragen als ‘Geniet ik hier van?’ en ‘Is dit ontspanning voor mij?’
Op beide vragen was het antwoord: “Nee.”
Ophouden.
Dat advies gaf oud-collega Gineke vaak en hoewel ik haar advies niet altijd opvolgde was het nu wel de beste optie.
Niet meer doen.
Ik maakte een foto van mijn broddelwerk voor dit blog, zie afbeelding rechts; aanschouwt de puinhoop!

Er komt geen Shetland-kant-sjaal door mij gebreid.
En geen tafellopertje en geen omslagdoek.
En Tineke….. voor jou dus ook geen Shetland-kant-raamhanger.
Sorry.
De manager waar ik 10 jaar voor gewerkt heb zei in zulke situaties: “Je kunt niet overal goed in zijn.”

Wat ik wel goed kan zijn babyslofjes breien.
Die geef ik dan aan vrouwen die zwanger zijn in mijn omgeving in plaats van een kaartje.
“Gefeliciteerd met jullie zwangerschap!’
Vorige maand breide ik ze nog voor de pop van een 3-jarig achternichtje; het leverde me een prachtige foto op (via de app van neef Paul gekregen)  van het stralende peutertje met in haar armen haar baby mét sokjes: ‘Liss is superblij met de sokjes voor haar pop!”

Die sokjes/slofjes zijn niet moeilijk om te breien, daar kun je gewoon een detective bij kijken.
Ook zulke petieterige slofjes breien?
Hierbij een link naar het blog dat ik over deze slofjes schreef.
Daar vind je een breibeschrijving en het verhaal over een bok die ik ooit schoot.

Reageren

22 juni: Afkicken van mijn verslaving.

De titel van dit blog suggereert dat ik worstel met een ernstig probleem, maar het is minder erg dan je op voorhand denkt.
In de afgelopen week ben ik erachter gekomen dat ik verslaafd ben aan ‘een handwerkje in mijn hand’.
Wat is er gebeurd?
Op 7 juni schreef ik in het blog ‘Eén bijverschijnsel‘ over mijn schouderblessure.
Na 6 behandelingen werd het door de rust na de staaroperatie wel iets beter, maar knapte nog niet erg snel op en vorige week zei Jarco: “Doe die oefeningen maar even niet, doe maar even helemaal niks extra’s met die arm”. Zelf bedacht ik dat ik dan ook even moest stoppen met haken en breien. Je denkt dat je de spieren in je linkerschouder niet gebruikt bij die vormen van handwerken, maar neem van mij aan: je gebruikt dan spieren in je hele bovenlichaam.
En het werd beter; de pijn nam wat af.

Dinsdagmiddag had ik weer een fysio-afspraak en ik vertelde dat ik zijn advies had opgevolgd en dat ik daarnaast ook even gestopt was met haken en breien. “Deed je dat veel dan?” Ik vertelde hoeveel. Zodra ik een stoel aan mijn kont heb ben ik aan het prikken.
“Nou, dan hebben we nu misschien het lek boven water. De komende twee weken nog geen oefeningen en ook niet handwerken. Zien wat het oplevert”. Ik vroeg hem of hij wel eens vaker mensen met overbelaste lichaamsdelen door het handwerken had behandeld.
“Ik ken helemaal geen mensen die dat doen” was zijn antwoord.
😉

dromen van vasten en stokjes….

Eén week niet handwerken was onthutsend moeilijk voor mij.
Ik word er ongedurig van, kan mijn rust niet vinden.
Zit op mijn werk in de pauze onwennig met niks in mijn handen mijn broodje te eten.
Kijk televisie met lege handen.
Zit naast Gerard in de auto met de handen in de schoot.
Drink koffie en thee zonder steken.
Verder droom ik van stokjes en vasten; ik was met een leuk haakprojectje bezig met donkerrode katoen.
Inmiddels ligt het niet meer op de bank maar in een koffertje, dan word ik er niet steeds mee geconfronteerd.
Het breiwerkje waar ik mee bezig was (een kindervestje) zit in een tas.

Nóg twee weken.
Voordeel: ik schiet nu heel erg op met het laatste deel van de Zeven Zussen-reeks over Pa Salt.

Reageren

10 juni: Klaverjas-omslag,

In augustus 2020, tijdens onze vakantie in Baarn, begon ik met het borduurwerk waar ik in mei van dit jaar de laatste hand aan legde: een omslag voor klaverjasbenodigdheden.
In het blog ‘Waardevol‘ ‘beschreef ik hoe ik het bijna was kwijtgeraakt, dus dat ik het nu af heb kunnen maken voelt extra bijzonder.

In 2019 had ik ergens een stukje stof op de kop getikt; dat zou de voering van mijn borduurwerk worden.
De kleuren daarvan gebruikte ik als basis voor het borduurwerk. Daarna vond ik nog een mooi grijs stofje dat ik zou gebruiken voor de afzonderlijke vakken.  “Hoe ga je dat dan doen met die voering en zo?” vroeg dochter Carlijn.
Daar had ik eigenlijk nog niet over nagedacht.
Op elkaar naaien en schuifvakjes waar de spullen in kunnen? Zoiets? Ik doe eigenlijk altijd maar wat.
Carlijn kwam een avond langs met haar naaimachine, want die had een veel beter idee: de grijze stof gebruiken als voering en de gekleurde voor de aparte vakjes.
“Ik heb nog ergens een klein ritsje liggen, dat gebruik ik voor het vakje met de kaarten en de troefstenen*. Verder maak ik de vakjes groter, zodat ze als het ware op de voering liggen.”

Moeilijk.
Zulk ingewikkeld naaiwerk gaat mij boven de pet, maar ik mocht wel dingen doen: stukjes stof op maat knippen en afspelden.
Carlijn maakte de ‘voering met vakjes er op’ helemaal klaar, zodat ik het borduurwerk aan de voering vast kon naaien. Dat deed ik met de hand.

Het is echt prachtig geworden!
Toen het helemaal klaar was liet ik trots aan Gerard zien hoe mooi het was gelukt.
“Hef gieniene” was zijn nuchtere commentaar.

Veel foto’s dus vandaag op mijn blog: je ziet de drie verschillende kanten, van de omslag, de binnenkant met de spulletjes er in én er uit.
En dan nog twee details: het vakje met de klaverjastermen die ik niet meer kwijt kon en dus allemaal maar in één vakje heb gepropt én het prachtige, kleine, paarse ritsje.
Als je op de afbeeldingen klikt krijg je een vergroting.

Het boekje dat achter het scoreblok zit is een familieoverzicht waarin we alle uitslagen bijhouden.
Alle.
Bomen. 9 bomers. 9×9 bomers……

* Houten dobbelstenen die nog door mijn vader zijn gemaakt. In onze klaverjasvariant mag je zelf bepalen wat troef wordt, die steen leg je met de goede kant naar boven op tafel.

Carlijn: BEDANKT!♥

Reageren

Pagina 1 van 21

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén