een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Gastblogs Pagina 1 van 3

4 november: Gastblog Harriët – Het geluk van Bruno.

Vandaag presenteer ik met trots een gastblog van dochter Harriët.
Het overschrijdt schromelijk het aantal woorden dat ik dagelijks gebruik, maar het is dan ook een goed verhaal!

Het geluk van Bruno

Ik heb een bekentenis te maken: ik hou van kattenfilmpjes.
Sterker nog, ik houd niet alleen van kattenfilmpjes, ik hou van filmpjes waar je je warm en pluizig van gaat voelen.. ik houd van alle hartverwarmende, aandoenlijke, mij aan het huilen krijgende filmpjes op heel het grote tranentrekkende internet.
Ik hou van filmpjes waarin chagrijnige oude mannen een kitten cadeau krijgen, ik hou van filmpjes waarin honden hun van de oorlog terugkomende bazen weer terug zien, ik hou van  filmpjes waarin mini-papegaaitjes gered worden doordat ze maanden met de hand gevoed worden. Ik kijk er naar, ik huil er om, ik voel me goed.
Kom maar door.

Zo kreeg ik laatst een filmpje doorgestuurd over een dakloze man die een goede band krijgt met een hond.
Dat hoef je mij geen twee keer aan te bevelen, dus ik pakte mijn zakdoeken en begon met kijken.
Mocht je mijn liefde voor tranentrekkers delen:  hier is de link

Lukt het niet? Dan is hier de samenvatting.
De man die het filmpje maakt heeft een hond genaamd Sora.
Op een dag rent Sora vooruit en springt enthousiast af op een dakloze man in een tentje, Bruno genaamd.
Het is al snel duidelijk dat er een band is tussen Sora en Bruno.
Ik jas even het filmpje van 5 minuten er doorheen: de eigenaar van Sora zet een actie op om Bruno te helpen met zijn leven, zamelt geld
in en Bruno heeft inmiddels zijn leven op de rit.
Ik was net mijn zakdoek aan het wisselen toen de volgende conclusie in de ondertitels verscheen:
Bruno heeft zijn eigen geluk gecreëerd door te glimlachen naar mijn hond.
als Bruno niet vriendelijk was geweest,
als Bruno niet had geglimlacht,
dan zou niets hiervan gebeurd zijn.

Die boodschap liet ik even op me inwerken en scrolde wat door de reacties.
Iedereen was het met deze conclusie eens.
Bruno had iets goed gedaan. Bruno was duidelijk een goed man en daardoor was hij gered, nee, hij had zichzelf gered.
Dat vond ik vreemd.
Ik weet niet of je het met me eens bent, maar ik denk niet dat als opeens alle daklozen gaan glimlachen naar voorbij lopende honden opeens iedereen een huis heeft.
Sterker nog, als ik het zo zeg is het absurd.
Nou, ok, misschien neem ik het te letterlijk. Niet alleen het glimlachen dan, maar iets anders.
Iéts anders goeds moeten ze doen en dán kunnen ze hun eigen geluk creëren.
Misschien gewoon.. een goed mens zijn. En dan moeten ze natuurlijk iets praktisch doen waaruit blijkt dat ze dat zijn.

Hoe komt het dat het zo ongelofelijk moeilijk is om te accepteren dat Bruno ontzettend veel geluk heeft gehad?
Hoe komt het dat we niet zien dat de meeste mensen die aan de grond zitten simpelweg geholpen zijn met hulp van andere mensen.
Hoe komt het dat we niet kunnen zeggen: “dat was een mooi verhaal over een dakloze man die geluk had en geholpen werd.”
Stel dat de baas van Sora dat had gedacht. Ik denk niet dat dat makkelijk was geweest voor hem.
Niet omdat het niet voor de hand ligt, maar door de verstrekkende gevolgen die dit heeft voor zijn overtuigingen.

Hij had dan namelijk moeten geloven dat er geluk bestaat.
Dat Bruno iets goeds is overkomen waar hij niets aan kon doen. Dat is ergens een beetje oncomfortabel. Want -zo zou hij moeten geloven – als Bruno niets kon doen aan zijn geluk dan betekent dat ook dat ik zelf ook op sommige momenten geluk kan hebben zonder hier iets aan te kunnen doen.
Dat is op zich nog niet zo erg. Maar daarnaast had hij niet alleen moeten geloven dat er geluk bestaat, hij had ook
moeten geloven dat er ongeluk bestaat. want als Bruno zomaar iets goeds kan overkomen waar hij niets aan kon doen, betekent dat ook dat het de andere kant op kan slaan.
Er kan Bruno zomaar iets slechts overkomen, zonder dat hij daar ook maar iets aan kan doen.
En de onvermijdelijke conclusie is, als Bruno iets slechts kan overkomen zonder dat hij daar iets aan kan
doen, kan mij ook zomaar iets slechts overkomen zonder dat ik daar enige controle op heb.
Als Bruno een goed mens is – zoals ik hem nu heb leren kennen – en als het zo is dat hij zomaar dakloos had kunnen blijven, dan betekent dat dat goede mensen, zoals ikzelf bijvoorbeeld, dakloos kunnen worden.. en kunnen blijven. Eigenlijk hangt mijn fijne stabiele leven aan een zijden draadje. (ik weet, dit escaleerde snel maar blijf er bij).

Voor de baas van Sora is dit blijkbaar een gedachte die onbewust te oncomfortabel is. Zijn brein gaat op zoek naar een andere verklaring. “Goede mensen blijven niet dakloos, dus heeft dit goede mens actie ondernomen, zoals ik dat zou doen.
Zoals goede mensen dat doen. namelijk: …” vul in.
We doen dit onbewust bijna allemaal als er slechte dingen gebeuren bij andere mensen, maar ook
vaak als er goede dingen gebeuren bij onszelf. Onze breinen zijn kleine logica zoekende machientjes, we willen dingen graag verklaren en kunnen herhalen. Dat geeft ons zekerheid; de zekerheid dat we zowel de goede dingen kunnen laten gebeuren en de slechte dingen kunnen
vermijden. Door simpelweg een goed mens te zijn en goede dingen te doen.
Dat zien we pas echt duidelijk als er iemand overlijdt die een gezond leven heeft geleid.
Dan gaat het gesprek toch al snel richting het ongeloof dat we voelen. Als de persoon in kwestie bijvoorbeeld overgewicht had gehad hadden we kunnen geloven dat het toch stiekem een beetje zijn eigen schuld is en dat wij gelukkig veilig zijn voor zulk onheil.
Het is een leuk experiment om te zien – tenminste, dat vond ik, maar ik heb rare hobby’s -, hoe vaak je brein je dit flikt.
Iemand is te laat op een sollicitatiegesprek – ìk zorg altijd dat ik er een half uur van te voren ben.
Ik heb een goed inkomen – omdat ik altijd hard gewerkt heb.
iemand krijgt een hartaanval – Hij was ook altijd veel te gestrest.
Ik wil niet zeggen dat onze acties geen gevolgen hebben. Natuurlijk kun je je leven beïnvloeden.
Maar ik ben ervan overtuigd dat onze drang naar zekerheid ons vermogen tot empathie verpest.
En nog iets anders dat erg belangrijk is: Ons vermogen om dankbaar te zijn.
Voor alle dingen die zomaar – zonder dat we daar ook maar iets aan kunnen doen – elke dag goed gaan.

Reageren

19 juli: Gastblog Janet Visscher-Eradus – Het pauperparadijs.

Tot mijn grote genoegen kreeg ik gisteren een  mailtje van vriendin Sinet*; ze had een gastblog geschreven!
Vandaag op deze website haar verslag van haar bezoek aan de voorstelling ‘het Pauperparadijs’.

Onlangs ben ik met enkele (oud)collega’s naar de voorstelling “Het Pauperparadijs” geweest.
Het stuk wordt opgevoerd op de binnenplaats van de eerdere gevangenis in Veenhuizen; tegenwoordig is dit het gevangenismuseum.
Waar gaat het verhaal over? Dit staat erover op de website van het theaterspektakel:
Het Pauperparadijs vertelt een van de meest dramatische, verborgen geschiedenissen van Nederland. In de 19e eeuw was de armoede enorm. Tienduizenden weeskinderen en paupers werden op een schip gezet naar Drenthe om daar een heropvoeding te krijgen. Maar wat begon als een idealistisch experiment om de armoede uit te roeien, liep in de praktijk uit op een drama.
In Het Pauperparadijs volgen we de Amsterdamse weesjongen Teunis, die plotseling met zijn zusje Aagje gedeporteerd wordt naar de gestichten van Veenhuizen. Hij zoekt een uitweg terug naar huis, maar raakt verliefd op bewakersdochter Cato. Hun verboden liefde en de ongelijke strijd tegen het gezag maken hun het leven onmogelijk. Uiteindelijk proberen ze te vluchten.
Het Pauperparadijs vertelt deze actuele historie op de plek waar die zich daadwerkelijk heeft afgespeeld: in een van de paupergestichten. Dat maakt deze voorstelling tot een bijzonder indringende/aangrijpende ervaring/belevenis.

De voorstelling is geproduceerd door Tom de Ket en is gebaseerd op de bestseller van Suzanna Jansen.
Op de achterzijde van haar boek staat:
Amsterdam-Noord tijdens de crisisjaren: Roza Dingemans, moeder van een door schulden en alcoholisme getroffen gezin, probeert haar waardigheid te bewaren. Ze ontleent trots aan het gerucht over een voorname afkomst. Maar is dat werkelijkheid of mythe?
Op zoek naar de feiten stuit haar kleindochter, de auteur, op een verborgen geschiedenis: de heropvoedingsexperimenten in het Drentse Veenhuizen, waaraan haar voorouders werden blootgesteld. Wat begon als plan om de onderklasse te verheffen, veranderde al snel in een fuik.
Suzanna Jansen volgt vijf generaties van haar familie. Van bedelaarskolonie Veenhuizen tot wonen-onder-toezicht in de twintigste eeuw. Gaandeweg blijkt hoe de opvoedingscampagnes ingrijpen in het leven van Roza Dingemans en haar nazaten.

We hebben genoten van de geweldige cast die ons trakteerde op een fantastische voorstelling.
Goede acteurs, spectaculaire decors en indrukwekkende live-muziek van LAVALU & de Pauperparadijsband: een ensemble lokaal talent.
Het stuk wordt dit jaar nog t/m 26 augustus opgevoerd.
Een aanrader!
Hierbij een link naar de website van het Pauperparadijs
Daar vind je ook een video met een impressie en informatie over de cast en de makers.

Meer weten over ‘de mens achter dit gastblog?’
Ze schreef al eens over zichzelf in de rubriek ‘Lezer van de maand’; hierbij een link naar haar verhaal uit 2019.

*In ons gezin heet ze Sinet; zo werd ze genoemd door de vierjarige Frea die op school had verteld dat Sinet één van haar vriendinnetjes was.

Reageren

17 september: Gastblog – ABBA Voyage.

Vandaag tot mijn grote vreugde een gastblog van vriendin Sinet:

ABBA Voyage

Als je Zweden zegt dan denk je (vaak) gelijk aan ABBA: Agnetha, Bjorn, Benny en Annifrid.
ABBA gaat als een rode draad door het vriendin zijn tussen Marjan en mij.
Marjan ken ik zowat mijn hele leven al. In Rotterdam kwam ik bij haar in de klas op de kleuterschool.
Op woensdagmiddag speelden we de ene middag bij haar thuis en de andere middag bij mij thuis.
Het was heel stoer dat zij een oudere broer had die een platenspeler met koptelefoon had.
Bijna de hele middag draaiden we de platen van ABBA en zongen we met de koptelefoon op keihard mee.

Toen ik later (we zaten in de 4e klas) naar Drenthe migreerde is ons contact verwaterd en ging ieder haar eigen weg; we gingen werken en kregen elk ons gezin.
Heel wat jaren geleden was er een reünie van de lagere school; toen hebben we elkaar weer ontmoet en zijn we weer verder gegaan.
Toen kwam het bericht dat er een concert van ABBA zou plaatsvinden in Londen.
We hebben gewoon doorgeteld en kennen elkaar nu zo’n jaar of 50: reden om naar ABBA Voyage te gaan!

De kaartjes werden besteld, de Air-bnb besproken en 2 zitplaatsen in de Eurostar gereserveerd.
Dit alles hadden we al een hele tijd terug al geregeld.
In de laatste week voor vertrek kreeg ik dagelijks een appje van Marjan met het aantal dagen voor we zouden vertrekken.
En eindelijk was het zover.
We hadden afgesproken op Amsterdam Centraal.
Als je met een trein naar het buitenland reist dan is het net als op het vliegveld.
Het enige verschil is dat je je koffers bij je houdt en dat is wel een fijn gevoel na de ervaring van afgelopen zomer (vakantie zonder koffers).
Je gaat door de douane, eerst die van Nederland en daarna die van Engeland.
Dat was zo bekeken en begon het wachten op de trein. Je krijgt een coupé-nummer en stoelnummer; je koffer kan je in het rek kwijt.
We zaten eerste klas en we kregen een hapje en drankje en later een kleine maaltijd.
De reis duurde ruim 4 uur.

In Londen, op station St. Pancras, stapten we uit en gingen op zoek naar de trein die ons naar ons logeeradres zou brengen.
Wat we aantroffen was een gezellige eigenaresse en een ruime verdieping die alleen voor ons was.
Op zondagavond was het concert in de ABBA-arena.
Mensen wat een feest.
Waar we naar keken waren 4 hologrammen maar het was net of ze er echt stonden te zingen. Alleen tijdens een close-up zag je geen expressie op het gezicht maar een strakke huid. Maar….who cares?
We hebben een top-avond gehad met allemaal goede nummers.
Om een indruk te krijgen hierbij een link:  Abba Voyage.

Op het laatst kwamen de ABBA-leden op het podium zoals ze er nu uitzien (ze zijn alle vier de 70 gepasseerd); ook nu zaten we naar de hologrammen te kijken maar dat mocht de pret niet drukken.
Met een voldaan gevoel gingen we terug naar het logeeradres om de volgende dag weer naar huis te gaan.

ABBA, Thank you for the music!!!

Sinet was in 2019 al eens lezer van de maand. Haar bijdrage nog eens lezen? Hierbij een link.

Reageren

6 juli: Gastblog van Hetty – Een TOP ervaring.

In het blog over het overlijden van Jansje kondigde ik het al aan:  Hetty Veerman zal in het weekend van 25 juni de Mont Ventoux op fietsen; daar zal zij binnenkort een gastblog over schrijven.
Vandaag lost ze haar belofte in:

Een TOP ervaring.

Het was een bont gezelschap waarmee we op dinsdagavond 21 juni vertrokken richting het zonnige zuiden. Enkele uren eerder dan oorspronkelijk de bedoeling was in verband met de verwachte files van tractoren op de weg.

Het gezelschap bestaat uit getransplanteerden, partners, medische buddy’s, supporters en betrokkenen bij transplantaties. De kookploeg is eerder vertrokken om de keuken op te bouwen, inkopen te doen zodat ze ons kunnen voorzien van een maaltijd als we aankomen bij ‘de kale berg’, de eindbestemming van de reis. Iedereen heeft een eigen verhaal en eigen berg van het leven te beklimmen.

In juli wordt de ronde van Frankrijk verreden: de Tour de France. Eén van de bergen die regelmatig in het programma van de Tour zit is ‘de kale berg’ oftewel de Mont Ventoux. Bovenop de berg waan je je in een maanlandschap. Eén kale grijze steenachtige massa. De berg ligt in het uiterste zuiden van Frankrijk en is 1912 meter hoog. Om deze berg te beklimmen moet een route van 26 kilometer afgelegd worden. Dit staat bekend als een loodzware etappe in de Tour.

We willen de uitdaging aan gaan om de berg fietsend te bedwingen met een hele groep in het roze uitgedoste wielrenners. Aan deze beklimming heb ik mijn eigen missie gekoppeld: ruim een kilometer voor de top van de berg is het Tom Simpson Memorial 1997. Dit is een gedenkteken voor de op de berg overleden Britse wielrenner. Bij dit monument kun je iets achterlaten, een bidon, bloemen of wat dan ook. Als eerbetoon aan alle orgaandonoren, onze helden, heb ik hier een glazen plateau gelegd met een groot roze hart. Voor de mensen die ik in de afgelopen jaren heb ontmoet in het ‘transplantatiecircuit’ en voor wie de berg te hoog was hebben we hartjes met de namen neergelegd. We willen hen blijven gedenken.

Voor mij was het beklimmen van de berg een prachtige belevenis. Ik heb dit doel kunnen bereiken dankzij mijn fietsmaatjes en in het bijzonder mijn man Dick Bosman die me altijd motiveert en met mij deze berg heeft beklommen.

Voor diegenen die mij niet kennen: op 18 oktober 2015 heb ik twee prachtige donorlongen mogen ontvangen. Na jarenlange longproblemen kreeg ik door dit geschenk van een donor een nieuw leven met nieuwe kansen. Woorden van de transplantatiearts die ik nooit zal vergeten: we transplanteren u niet om achter de geraniums te gaan zitten. Dit is mij op het lijf geschreven: ik ben iemand die het liefst onderweg is. Je moet wel het geluk hebben dat de transplantatie slaagt en er niet teveel complicaties komen na de transplantatie. Het is geen kleinigheid en helaas niet voor iedereen een succes. Ook is er een tekort aan orgaandonoren waardoor organen niet altijd op tijd beschikbaar zijn. Graag wil ik het belang van orgaandonatie onder de aandacht brengen, omdat ik aan den lijve heb ondervonden hoe waardevol dit kan zijn.

Hetty Veerman

Naschrift van Ada: de afbeelding op dit blog is een fotocollage: als je er op klikt komt hij groot in beeld.
Hetty was al eens Lezer van de maand. In 2019 schreef ze een verhaal met de titel: ‘Mijn hart tussen jouw longen’.

 

Reageren

22 april: Gastblog Hennie – De waarde van de dag voor mij.

Mijn waarde van de dag is dat ik van plan was om te gaan fietsen met wat schoonzussen, maar die helaas niet konden.
Dan heb je zeg maar “een vrije dag” en dan kun je alleen gaan fietsen of wandelen, maar uiteindelijk ging ik nog wat spullen opruimen, er ligt nog genoeg, dan kom je weer leuke dingen tegen.
Allereerst wil ik graag vertellen dat we (lees Harrie en ik en de kinderen) begin dit jaar hebben besloten om de camping weer te openen.
Nou dat heeft toch heel wat voeten in de aarde. Je moet allerlei aanvragen doen en op goedkeuringen wachten en naar de KvK samen.
De kinderen helpen waar ze kunnen. Zo doet dochter Anita de website en dochter Harma facebook etc.
Dochter Marja en Jolanda helpen met meedenken en reserveringen en de mannen helpen buitenom en binnen opknappen; met binnen bedoel ik dan de kantine en accommodatie.
Al met al een hele onderneming. Inmiddels hebben we al gasten mogen ontvangen en beseffen we weer hoe leuk het is om mensen te laten genieten van hun vrije dagen/vakantie in ons mooie Drenthe.  Wil je meer weten?  Kijk op onze website ‘Minicamping ‘het Hijkerveld’.

trouwbijbel

Om weer terug te komen op het opruimen: het begon er eigenlijk mee dat m’n schoondochter in de app met de vraag kwam: “Hebben jullie nog oude bijbels die jullie niet gebruiken? Die worden dan gebruikt bij de ontwikkeling van de Geo Tour als (mogelijke) cache. Mocht je iets hebben liggen, wat anders de prullenbak in gaat, ik houd me aanbevolen.☺ (ontwikkeling/geocoachen/kopvandrenthe/ontstaan van Assen – klooster).”  Tja, ze heeft jaren  bij VVV in Assen gewerkt en nog wel, maar nu grotendeels voor de kop van Drenthe.

Ik wist dat ik wel meerdere bijbels had liggen, maar moest nog verder dus met opruimen; bij elke bijbel zit wel een verhaal, die ga ik niet allemaal noemen, maar de bijbels die van mijn ouders waren zijn wel heel bijzonder. In elke bijbel zit wel een spreuk of tekst of krantenknipsel en bladwijzers wat ik graag wil delen.
In de kinderbijbel van Anne de Vries bijvoorbeeld lagen 4 bladwijzers tussen bepaalde verhalen in het boek, wat aangeeft waar ze mee bezig waren met voorlezen.
Ook lag er nog een liturgie in van zondag 15 september 1996 van de doop van één van de kinderen van mijn jongste broer Roelof. Toch erg leuk om dat terug te vinden in de kinderbijbel.

Dan een bijbel die ik opende waar een stempel in stond van de Gereformeerde kerk Amersfoort: geen idee hoe, wat en waarom, maar het wekt wel verbazing op! Daarin vond ik een krantenknipsel van ‘de sportman en sportvrouw’ van het jaar 1976; heel bijzonder.

Maar wat me toch het meest doet is de gouden bijbel en de trouwbijbel; zo noem ik het omdat de bladzijden  aan de buitenkant goudgekleurd zijn.
Met het openslaan ontdek ik gelijk al een apart briefje met een tekst en gevolgd door meerdere kleine zeer sprekende teksten. Erg bijzonder om dat te lezen;  een aantal van die tekstjes gaan als afbeelding bij dit blog.

Verder heb ik nog veel boeken etc. gevonden; ik realiseer me dat ik toch wel actief ben geweest in en voor de kerk: zondagsschooljuf, diaken, jeugdouderling, TVG-cursus*, ouderling en nog een aantal jaren leidster van Rock Solid, een jeugdclub en nu nog alleen de zondagsbrief.
Al die boeken die ik nu in de kast zie staan en denk: “Wat doe ik er nog mee?”
Maar goed: de waarde van de dag was groot vandaag. Hennie☺

*Theologische Vorming Gemeenteleden

Benieuwd naar de andere gastblogs die Hennie schreef?
Hierbij een overzicht:

september 2020: Een nieuwe gast! Hennie introduceert zichzelf en vertelt over haar peren en haar perenschilmachine.
november 2020:  Belevingsconcert. Een blog over de jaarlijkse familiedag en een belevingsconcert in de tijd dat moeder Waninge in het Beurtschip zat.

Reageren

21 februari: Duo gastblog – Frits, Sam en Tobi.

Vandaag een gezamenlijk gastblog van Frea en Carlijn over hun katten:

Jon vertelde vorig jaar heel subtiel dat er een scandinavische traditie bestaat waarin een stel op hun trouwdag een kat krijgt. Had vast iets te maken met muizen vangen en een huishouden runnen, maar dat zijn details. Het was een nieuw streven: als we na de bruiloft een nieuw huis konden huren zouden we een kat adopteren. Vriendin Makenzi stelde direct voor om het bruidsboeket gewoon te vervangen door een arm vol kittens op onze bruiloft.

Dingen gaan anders, de bruiloft werd uitgesteld, en we kregen geen armvol kittens maar twee bejaarde heren: Tobi (12) en Sam (14). Carlijn en Wim hebben Frits, ook 14. Bij oude katten uit het asiel (want dat zijn het) zit altijd een verhaal. Je weet helaas niet alle details: hoe hebben ze het hiervoor dan gehad? Wat voor baasje hadden ze? In wat voor huis woonden ze? Wat is hun lievelingssnack? Wat voor mandje willen ze? Kittens leer je dat aan, maar oude katten zijn al wat meer set in their ways.

Van de dierenarts of het asiel hoor je de basis informatie dan: Frits zou worden ingeslapen omdat zijn baasje niet meer voor hem kon zorgen. Sam en Tobi werden gevonden in een doos, verwaarloosd en veel te mager. Sam’s lange vacht was een grote knoop geworden, dus toen we hem voor het eerst zagen was hij half kaalgeschoren. Hoe langer je de kat dan in huis hebt hoe vreemder het lijkt: wie wil deze kat nou niet meer?

Tobi, die als een worst op de stoel ligt.

De details leer je vervolgens langzaam als je ze in huis hebt. Sam en Tobi hadden in hun oude huis een klimpaal: we kochten er namelijk een via Marktplaats, en ze hadden de nagels er al in voor we hem goed en wel in elkaar hadden geschroefd. Willen ze mandjes? Slapen ze op de bank? We denken dat Tobi vroeger in de slaapkamer sliep, want zodra het licht uit gaat en de deur dicht gaat de sirene af. “yeOOOOWwwl!”

Wat eten ze graag? Frits kreeg in zijn vorige huis vlees als er gekookt werd, want hij rent alleen naar de keuken als er een verpakking kip of gehakt wordt opengesneden… Tobi kreeg waarschijnlijk een spuitje slagroom af en toe, want het geluid van een slagroomspuit brengt hem al blèrend naar de keuken. Frits mocht waarschijnlijk niet op de bank in zijn oude huis: het heeft ongeveer een maand geduurd voor hij zich heel voorzichtig daarop waagde (ondertussen zat hij wel gewoon op de eettafel, dat mag dan weer niet…)

Sam op de kop op de stoel

Zouden de katten naar buiten willen? Of bleven ze altijd binnen? Sam en Tobi hebben nog geen interesse getoond, maar Frits bleek een buiten-zitten kat te zijn. Toen hij eenmaal op het balkon was geweest werd een Balkon Tripje zijn ultieme doel. Zodra iemand zich richting studeerkamer begeeft zet Frits een galop functie aan en rent hij – staart omhoog – al miauwend naar de balkondeur, want daar was je toch zeker naar onderweg? Ja toch? “EEEEWL!”. Van het balkon af springen bleek wel heel eng, dus nu beperkt hij zich tot zonnebaden en drinken uit plasjes water (veel beter natuurlijk dan de kommetjes binnen).

Frits, de balkonprins.

Een kitten weet niet beter dan dat Jij eten geeft, en aait, en vertrouwt je dus ook al snel. Met oudere katten moet je dat eerst verdienen, die moeten langzaam ontdooien. Bij Tobi en Sam viel dat nog mee, die zaten de eerste avond al bij ons op de bank. Wel zien we dat Sam nog steeds verder relaxed raakt: Tobi lag direct op dag één al languit op de vloer, pootjes alle kanten op, maar Sam bleef altijd wat op zijn hoede, en bleef waakzaam rechtop zitten. Hij gaat nu – na drie maanden – op de kop naast mij op de stoel liggen als ik aan het vergaderen ben, om dan even een klauw in mij been te zetten met een duidelijke “mrrRRT” – dat is Sam voor ‘hoi, aandacht?’. Frits had vooral in het begin wat meer tijd nodig: hij bracht de eerste paar dagen onder de bank door, kwam na een maand op de bank zitten, liet zich al snel uitgebreid op zijn buik aaien, en een jaar later kwam hij op schoot liggen.

Alle koppies op een rij….. ZE ZIJN ZO LEUK!

Dat laatste doet hij eigenlijk alleen bij hoge uitzondering: als er iemand verdrietig is, of gestrest, dan komt Frits ‘helpen’, door op schoot te zitten en aan je te ruiken. Ze zeggen wel vaker dat katten goed zijn voor je mentale gezondheid, en dat kopt! Let me tell you, als je een spinnende kat tegen je gezicht aan hebt (Tobi’s ochtendritueel) is het gewoon makkelijker om je dag goed te beginnen. Er is altijd wel iemand die blij is om jou te zien met je verkreukelde hoofd, want jij geeft eten, en je harige benen zijn perfect om kopjes tegenaan te geven. Spelen? Aaien? En als je gaar uit je werk komt om zes uur, is er altijd een kat die nodig even aan je hand moet ruiken, en dan als het even kan op je schoot gaat zitten, want je bent lekker zacht.

We zitten nu op bijna 900 woorden, en kunnen nog wel drie keer zoveel schrijven over Frits, Sam en Tobi. Misschien in een vervolgblog ooit, over de Kattenspam app, katten die de dierenarts bijna openhalen, en van allerlei kattenkwaad (ha) uithalen als je even niet oplet.

In conclusie: katten <3

 

Reageren

15 december: Gastblog Hans – Mijn jeugdboeken.

Als nakomertje, mijn broer is 10 jaar ouder en mijn zus 7 jaar, werd ik vooral door hen  voorgelezen.
Vooral mijn zus las met veel geduld in het weekend hele boeken van Pinkeltje voor in haar bed met mij als fanatieke luisteraar.
Mijn broer was meer een verteller. Hij fantaseerde, ook in bed, spannende verhalen over ridders, cowboys en indianen.
Dus met de paplepel werd mij het geschreven en gesproken woord ingegoten.

Vanaf het moment dat ik zelf kon lezen ging ik elk woensdagmiddag naar de bibliotheek om boeken te lenen en natuurlijk te verslinden. Het moesten wel spannende boeken zijn en dan herinner ik me vooral de boeken over de ‘Kameleon’. Daarnaast waren de boeken van J.B. Schuil mijn favoriet, maar in deze tijd helemaal fout. Vooral ‘De Artapapas’, waarin het verhaal wordt beschreven van twee jongens uit Transvaal, die als zonen van een ‘kafferkoning’ uit Zuid Afrika, in 19e eeuw in Nederland in de kost kwamen. Ook  de andere boeken uit deze serie zoals: ‘Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen’ zouden nu niet meer kunnen. Veel woorden uit  die tijd, we hebben het over 1920 tot 1930, zouden nu als zeer discriminerend worden ervaren. De schrijver Schuil, geboren in Franeker in 1875 was o.a. legerofficier in Nederlands Indië. De mentaliteit van die tijd had zijn weerslag in zijn boeken. Als kind is mij dat niet zo opgevallen, ik vond het spannende en avontuurlijke boeken waarbij ik mij vereenzelvigde met de jonge helden, alhoewel ik het wel te doen had met één van de Zuid Afrikaanse jongens, die zich in Nederland heel ongelukkig voelde en veel heimwee had. Nu denk ik hier heel anders over. Discriminatie is uit den boze, maar ik vind persoonlijk wel dat er nu wordt doorgeslagen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verhaal over het ontslag van trainer Ron Jans in Amerika en dat gesteld tegenover wat de Amerikanen zichzelf denken te kunnen permitteren. Toch is er nog belangstelling voor deze kinderboeken gezien de laatste herdruk in 2018.

Ook de verhalen van de Drentse schoolmeester en schrijver Anne de Vries (vooral bekend door ‘Bartje’) over de tweede wereldoorlog en dan vooral in Drenthe vond ik spannend. Van de vierdelige  reeks ‘Reis door de nacht’ mocht ik eerst alleen de eerste drie delen lezen. In het vierde deel kwamen zaken aan de orde, waar kleine jongetjes rode oortjes van kregen.

Mijn broer, die later leraar Nederlands werd, bezat veel boeken waar ik dankbaar gebruik van maakte.
Zijn jeugdboek ‘Winnetou’, het opperhoofd der Apaches, van Karl May met ‘Old Shatterhand’ en vele andere helden was zo spannend, dat alle andere delen werden geleend bij de ‘bieb’ en later zelf gekocht en meermalen gelezen. De vergelijkbare serie, die zich afspeelde in de Arabische wereld met als held Kara Ben Nemsi, kon mij niet boeien. In deze en andere hoofdpersonen kon ik mij niet verplaatsen en dat was een vereiste.

Later, na voortschrijdend inzicht, besef ik dat er op deze boeken veel is aan te merken. Zo werden de jongens uit Zuid Afrika in de boeken van Schuil consequent als ‘kaffers’ aangeduid. Daar moet je nu niet mee aankomen.

Reageren

15 november: Gastblog Hans – Mijn vader.

Bij mijn eerste epistel voor het blog van Ada had ik een tekening gevoegd van mijzelf als ongeveer 11 jarig jongetje, die aan het lezen is.

Mijn vader (J.(entinus) Ponne, geboren 0p 3 oktober 1910) was naast zijn baan als verzekeringsagent, kunstschilder. De zaterdag was heilig, dat was zijn dag en ging hij schilderen; in zijn atelier of bij goed weer trok hij er op uit met de fiets zwaar beladen met verf, doek en schildersezel. Vooral in Meppel bij het schilderen van een stadstafereel bleven mensen kijken en commentaar leveren. Een schilder ziet de werkelijkheid door zijn ogen en die is vaak anders dan die van Jan Publiek.

Zondagmorgen tijdens het koffiedrinken maakte hij van de gelegenheid gebruik om nog even creatief bezig te zijn. Zo maakte hij vaak een aquarel van bijvoorbeeld de bloemen die op tafel stonden of maakte een tekening van iemand uit zijn omgeving. Zo was ik ook aan de beurt. Met een stukje bamboe en Oost-Indische inkt schetste hij gauw een portretje met mijn toen nog volle bos haar en op mijn kruin enkele weerbarstige haren. Toen vond ik dat vervelend, maar nu is het een dierbare herinnering. Lezen deed ik veel, maar geen stripboeken, want dat vond mijn vader geen lectuur. Als toch een stripverhaal thuis werd aangetroffen ging het kacheldeurtje open en verdween het in de vlammen van de eierkolen en keken wij beteuterd toe bij deze rigoureuze daad.

Graag was hij beroepsschilder geworden, maar dat was in die tijd een grote gok. Je moest wel verkopen anders, geen brood op de plank en met 3 studerende kinderen was dat niet te doen, ondanks de minimale financiële steun van de overheid, de zogenaamde BKR- toetsing. Hij was lid van de schildersgroep “ De Oase” te Meppel (hierbij een link naar een artikel daarover op ‘het geheugen van Drenthe) en “Het Drents Schildersgenootschap”  en heeft zowel binnen Nederland als in het buitenland geëxposeerd. Zowel olieverfschilderijen, met vooral het paletmes gemaakt, als aquarellen waren favoriet.

Helaas is mijn vader op 56 jarige leeftijd tijdens een verkeersongeval om het leven gekomen. Het was een prachtige avond en de perenbomen aan de bekende  dokter Larijweg in Ruinerwold bloeiden uitbundig. Als kunstschilder en natuurliefhebber wilde hij nog even van al die pracht genieten. Het was de avond dat onze huidige koning werd geboren. Ik was toen nog maar 18 jaar en begon net een beter contact met hem te krijgen. Alhoewel mijn puberteit niet heftig was, heb je op die leeftijd het gevoel dat je vader ouderwets en burgerlijk is. Later kijk je daar anders tegen aan. Het zou fijn geweest zijn om vader-zoon dingen te kunnen doen, zoals ik dat nu zelf wel mag meemaken. Vooral de eerste jaren voelde het wreed aan, dat er op de 27e april werd gevlagd.

Wat die dokter Larijweg betreft: het verhaal wil, dat op advies van deze huisarts perenbomen werden geplant om de bevolking te stimuleren de peren te nuttigen met als doel meer vitaminen binnen te krijgen. Waarschijnlijk was dat nodig in die tijd en zou misschien nu ook niet onverstandig zijn.

Bijgevoegd een zelfportret van mijn vader met zijn onafscheidelijke kromme pijp.

 

Reageren

2 november: Gastblog Hennie – Belevingsconcert.

De waarde van de dag voor mij was het kantoortje opruimen; dat is wel een jaarplan want zo snel gaat het niet.
Dochter Harma heeft al flink geholpen, maar als het er op aan komt wat betreft papierwerk dan moet je zelf even aan de slag.

Nou dat is heel veel werk, (ik had het ook te lang laten liggen) maar het werd toch wel heel leuk, je vind dan ook dingen van jaaaaren terug zoals van onze Familiedag Waninge, die we elk jaar houden, alleen dit jaar voor het eerst niet vanwege corona.
Deze foto’ s waren van nou ik denk de vierde familiedag want het was mijn beurt ( ik ben de vierde in rij van mijn 7 broers en zussen) en mijn vader en moeder waren er ook bij. (klik op de foto’s voor een vergroting: met huifkarren op pad! Toevoeging Ada: in mijn fotoarchief vond ik ook nog een foto van die familiedag. Klik hiervoor op mijn Instagramaccount.

Onze twee jongste dochters waren er nog niet en dan is het zo leuk om te realiseren dat ze toch wel veel van elkaar hebben.
Het is echt even puzzelen want de neven en nichtjes lijken ook veel op elkaar.
Sommigen pak je er zo uit maar andere konden wel tweelingen zijn. Erg leuk.

Dat was nog niet alles want ik kwam ook nog spullen tegen van mijn moeder toen ze nog in het Beurtschip verbleef.
Een soort boekje van A-4 formaat waar op stond “Welkom op het BELEVINGSCONCERT”.

Ik ben er toen bij geweest; er kwam een groepje vrijwilligers die zichzelf “De Sw!ngband” noemden.
Ze brachten een nostalgisch repertoire in een modern jasje ten gehore en je mocht vooral ook meezingen.
Dan heb je het over de liedjes van vroeger: Avondklokje ( ’t zonnetje gaat van ons scheiden…), De Postkoets (De Selvera’s), De veldmuis, Hutje bij de zee, Twee reebruine ogen en nog een paar. Maar het lied dat mijn aandacht trok was “Werkloze handen van Willy Derby, 1934”nou ik kende het niet, maar vond de tekst heel mooi.
Al de liedjes zijn te vinden op youTube.
De tekst van het lied ‘Werkloze handen’ vind je op dit PDF: Werkloze handen
en hierbij een link naar de  uitvoering van Willy Derby.
Moeder kon ze bijna allemaal meezingen.
Mijn dag was goed.

Hennie.

Klik hier voor het vorige blog van Hennie’s hand: Een nieuwe gast.

 

Reageren

15 oktober: Een nieuwe gast – Hans Ponne.

Onze vrienden Hans en Bea komen af en toe op deze website voorbij: in juli schreef ik over ons uitje naar Frederiksoord. Verder klaverjassen we regelmatig een boom met elkaar, heb ik een blog geschreven over de schilderijen van de vader van Hans en verrast Bea ons af en toe met een recept, zoals de chocoladetaart van begin oktober.
Hans heeft aangegeven ook wel eens wat te willen schrijven, dus vandaag stel ik een nieuwe gastblogger voor: Hans Ponne. Hieronder zijn eerste blog.

Het is herfst en in die periode van het leven bevind ik mij op dit moment.
Een kleurrijk gedeelte van het jaar en het leven, tenminste als je goed van lijf en leden bent. Zo voel ik me wel, al merk ik steeds meer dat ouder worden met zich meebrengt dat niet alles meer gaat zoals toen je 21 was. Maar niks te klagen hoor, want ik doe nog veel op het gebied van bewegen. Zo fiets ik minimaal 2 x per week op de racefiets zo’n 75 km en in de winterperiode zo’n 50 km op de mountainbike. Daarnaast probeer ik wat te hardlopen, maar dat is toch veel meer belastend voor de ledematen als het fietsen. Wel altijd gezellig, zowel het fietsen als het lopen, want dat doe ik in groepsverband.
Lekker bezig zijn en wat kletsen ondertijd.

Dit verhaal is bedoeld voor het blog van Ada, maar ik heb geen zin om de voorgeprogrammeerde vragen te beantwoorden.
Mijn lieve Bea heeft al eens geschreven voor het blog en daarin kun je meer lezen over hoe we elkaar kennen. (Lees hiervoor lezer van de maand – Bea Ponne)

Geboren in Hardenberg, maar getogen in Meppel.
Mijn vader kon indertijd een baan krijgen in Hardenberg, maar mijn moeder kreeg zo’n heimwee, dat we na anderhalf jaar terug verhuisden naar de plaats waar ik mijn jeugd heb doorgebracht. Hardenberg was in die tijd geen prettige gemeente om te wonen. Er was weinig te beleven en de jeugd ging uit verveling allerlei kattenkwaad uithalen en dat resulteerde in soms gruwelijke baldadige uitspattingen.

Tijdens mijn puberteit werd ik lid van een natuurclubje en dat was de reden om later naar de tuinbouwschool in Frederiksoord te gaan. Een hele fijne periode alhoewel de meeste leerlingen in Frederiksoord of omgeving in de kost waren en daardoor veel meer van het vrije studentenleven konden genieten als ik. Trouw ging ik elke dag op de brommer (Rap “Rotterdams Afval Product”) naar Meppel om, vooral in die tijd, natuurlijk financiële redenen. In de kost gaan was een dure aangelegenheid. Gelukkig heb ik wel in het laatste jaar van mijn schoolperiode tijdens een schoolfeest Bea leren kennen en we zijn nu al meer dan 50 jaar een zeer gelukkig stel en wonen al meer dan 40 jaar in het mooie rustige dorpje Peize.

Een volgende keer zal ik meer vertellen over wat ik bv. gedaan heb voor werk en nu nog doe zoals hobby’s, o.a. clubbladen samenstellen, fotograferen en het werken in een volkstuintje.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén