een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 1 van 15

18 september: Tegenstroom.

Meestal als ik een boek van Peter Robinson heb gelezen volgt er een blog met een lofzang over hoe ik er van heb genoten.
Vorige week las ik weer een boek van hem in de Inspecteur Banks-serie, maar die ‘pakte me niet’.
Het is het derde deel in die serie en het speelt in de jaren ’80.
Het boek begint met een grote demonstratie tegen een kerncentrale. Die loopt helemaal uit de hand; er breken ernstige rellen uit en als de rook is opgetrokken blijkt een jonge agent te zijn overleden. Naar later blijkt is hij vermoord.
In eerste instantie zijn er een heleboel verdachten, maar al snel gaan de aanwijzingen richting een alternatieve woongemeenschap, een soort commune.

Banks krijgt hulp van een collega uit de grote stad, Richard Burgess. Zijn bijnaam is ‘Dirty Dick’ en na 10 bladzijden weet je al waarom hij zo wordt genoemd. Het is een seksistische, arrogante en rechtse klootzak met (in de jaren ’80 nog gangbare) griezelige opvattingen over het omgaan met verdachten. Intimidatie Dick zou zijn tweede bijnaam kunnen zijn.
Als je leest hoe hij in zijn positie als politieman omgaat met vrouwen, rijzen de haren je ten berge.
Inmiddels zijn we 40 jaar verder en zijn de omgangsvormen tussen mannen en vrouwen drastisch veranderd, bij het lezen van dit boek weet je het even weer.
Verder worden er in het boek onophoudelijk sigaretten en sigaren opgestoken en wordt er, ook onder werktijd, behoorlijk wat alcohol ingenomen.
Het rare is dat ik zelf die tijd ook heb meegemaakt, maar ik kan me nu niet meer voorstellen dat er bij het verhoren van een verdachte drie van de vier mensen zitten te roken! En als ik lees dat er tijdens een verhoor van een verdachte rijkelijk whisky wordt geschonken denk ik: “Maar dat kan toch niet?”
Dan weet je even weer waar we vandaan komen; vroeger was echt niet alles beter.

En dan het boek: het was dus geen ‘puntje-van-je-stoel’-boek.
Het verhaal kabbelt te veel, er zit te weinig spanning in en de plot is geen verrassing en mijns inziens vergezocht.
Verder ging het overmatige roken en zuipen me op den duur tegenstaan.
Was het dan allemaal bagger? Nee, natuurlijk niet. Het was een leuke misdaadthriller en een mooi verhaal over de sympathieke Inspecteur Banks. Maar als je op basis van vorige boeken een meeslepende thriller verwacht, dan valt het wat tegen.
Daniël Lohues zou zeggen “Ie kunt niet altied zes gooien!”

Benieuwd naar de andere boeken ik al heb gelezen in deze serie?
Hierbij een overzicht met een link naar het blog dat ik er over schreef :

Verdronken verleden  2015

Slachthuisblues  2022

Nasleep  2023

Zondeval 2024

Duivelsgebroed 2024

Reageren

16 september: Mathijs Deen met zijn gouden strop

Eind mei werd de winnaar bekend gemaakt van ‘de Gouden Strop’: dat is de prijs voor het beste Nederlandse spannende boek.
Matthijs Deen won de prijs met ‘De duiker.’
Dat is het tweede deel in een serie zogenaamde Waddenthrillers met als hoofdpersoon Liewe Cupido.
In juni, de maand van het spannende boek’, stond ik met mijn in de loop van het jaar verzamelde boekenbonnen in boekhandel Daan Nijman; ik had € 65,= te besteden.
Het winnende boek stond natuurlijk vooraan in de etalage, maar ik vroeg de mevrouw achter de balie of ze het eerste deel, ‘De Hollander’ ook in huis hadden.
“Jazeker!” en zo slokte dit boek al een derde van mijn budget op.

Het is al uit ook.
Wat een mooi boek man.
En wat herkenbaar.
Het verhaal speelt zich af in Noord-Nederland en Noord-Duitsland waar de Eems uitmondt in de Waddenzee: Delfzijl,  Aurich en zijdelings Groningen en Oldenburg.
Er is een wadloper verdronken en aangespoeld op zandplaat De Hond, die is drooggevallen.
Voordat de vloed weer opkomt, bergt de bemanning van een Nederlands patrouilleschip het lichaam en neemt het mee naar Delfzijl.
Het slachtoffer is een Duitser, maar hij ligt op het Nederlandse deel van de zandplaat .
Er wordt gesteggeld over welk land onderzoek moet doen naar dit ongeluk, maar terwijl de leidinggevenden ruziemaken maken wij kennis met Liewe Cupido. Duitser van geboorte, maar opgegroeid op Texel. Hij werkt voor de Bundespolizei See in Cuxhaven, door zijn Duitse collega’s ‘de Hollander’ genoemd.

Al snel wordt duidelijk dat het slachtoffer de ervaren Duitse wadloper Klaus Smyrna is, die de gevaarlijke oversteek van Manslagt naar Borkum wilde maken; dat deed hij samen met zijn vriend Peter Lattewitz, die het avontuur wel heeft overleefd. De twee mannen behoren tot een beroemd drietal Duitse wadlopers, dat al bijna alle eilanden van de Waddenzee heeft belopen.
De derde man van het trio, Aron Reinhard, moest dit keer verstek laten gaan omdat hij in Engeland was, waar hij zijn zieke vrouw verzorgde.

Je krijgt in dit boek een goed beeld van het wadlopen en ook lees je hoe verraderlijk de zee kan zijn.
En hoe prachtig de natuur is in dat deel van ons land.
Liewe doet op zijn eigen manier onderzoek: zwijgzaam en eigenzinnig.
Hij krijgt daarbij hulp van een jonge, Duitse politieagent, die blij is even verlost te zijn van zijn saaie politiepost in Bunde.

Al lezend bedacht ik dat deze serie Waddenthrillers zich heel goed zou lenen voor een televisieserie á la Kurt Wallander.
En dan niet Flikken Delfzijl, want dit is geen ‘grote-stads-politie’, maar een heel eigen genre, waarin we kennis maken met het Waddenzeegebied van Noord Nederland en Noord Duitsland. Met zwijgende, vorsende mannen en een bevolking met een ‘geen flauwekul mentaliteit’, schepen, schippers en havens en prachtige beelden uit een nog niet zo bekend deel van Nederland.
Amsterdam, Rotterdam en Maastricht hebben we nou wel gezien in die politieseries.
Ik ga op zoek naar deel 2!

Reageren

8 september: Zelfbescherming.

‘Een te dunne huid’ is de titel van een boekje dat Bram Hulzebosch schreef over zijn vader, Bram Hulzebosch senior. Ik kreeg het boekje te leen van Essina, omdat het zo in de praat te pas kwam.
In september 1999 sprong vader Bram van een balkon in het Academisch Ziekenhuis Groningen en brak zijn nek. Zijn zoon beschrijft hem in het boek als volgt: ‘Hij was alcoholist, chronisch psychiatrisch patiënt, jarenlang heimelijk homoseksueel, onderwijzer en organist.’
Toen zijn vader overleed, had de jonge Bram al jaren geen contact meer met zijn vader.
Als zelfbescherming, want het was geen doen.

Het gezin woonde in Roden, maar toen deze gebeurtenissen plaatsvonden hebben wij daar amper iets van meegekregen.
Wij waren hervormd, zij waren gereformeerd en we waren nog niet Samen op Weg.
Toen wij in 1989 in Roden kwamen,  ging ik al snel zingen bij het Roden Christelijk gemengd koor.  Wij werden dan wel eens op orgel/piano begeleid door Bram Hulzebosch en dat is ook het enige waarvan ik hem ken.

Het is niet een gemakkelijk boek om te lezen.
De schrijver vertelt over zijn getroebleerde jeugd en hoe het is om te overleven in een gezin met een vader die drinkt en die regelmatig heel erg in de war is.
Hoe een kind, soms al op jonge leeftijd, diegene helpt en beschermt die dat kind juist zou moeten beschermen: de omgekeerde wereld.
Ook ontdekt hij dat zelfmoord nog steeds een groot taboe is in Nederland.
Want iedereen heeft na zo’n drama natuurlijk een mening over hoe de naasten het hadden moeten doen.
En hoe de hulpverlening had moeten handelen.
En waarom…. vul maar aan.

Hulpverlening was er genoeg in het leven van Bram senior, maar het was lang niet altijd effectief.
Hij zou op het laatst van zijn leven naar een beschermde woonvorm kunnen, maar daar vond hij zichzelf niet passen.
Toen zijn vader was overleden heeft zoon Bram dit boek geschreven om iets te kunnen ophelderen over de omstandigheden rond zijn dood.
Had hij er goed aan gedaan om zijn vader in de steek te laten? Om het contact met hem te verbreken?

Vader dronk te veel en moeder kon het leven, de complexe gezinssituatie niet aan.
Wat dat betekent voor de kinderen in het gezin lees je in dit boekje.
Er zijn opa’s en oma’s, ooms en tantes, collega’s, buren: iedereen wist het.
En iedereen hield wel een oogje in het zeil, maar voor het gezin was het dagelijkse realiteit waar niet aan viel te ontsnappen.
Ondertussen ging het leven wel gewoon door en koos zoon Bram op een gegeven moment voor zichzelf.
Dit boekje geeft als boodschap aan de maatschappij door: bekommer je om kinderen in dit soort complexe situaties.
Kinderen zijn namelijk altijd loyaal naar hun ouders toe.
Dat zegt iets over de keuze van Bram om zijn vader los te laten.
Wie heeft het recht om daar iets van te vinden?

Reageren

4 september: De moederbanden

Zelden zo’n mooi boek gelezen. Ik las het uit op het strand en huilde bij het laatste hoofdstuk tranen met tuiten. Ik kocht het omdat de tekst op de achterflap mij intrigeerde.

In de jaren zestig bloeit in een Brabants gezin van fabrieksarbeiders en klompenmakers een uniek vocaal kwartet op.
Met hun grote muzikale talent kunnen zij ontsnappen aan die benauwende wereld.
Dan sterft plotseling Anne, de alt-mezzo, na een auto-ongeluk.
Het mysterieuze ongeluk, waarover in de familie slechts fluisterend wordt gesproken, ontwricht de prille loopbanen van de anderen. 

Veertig jaar later is alleen sopraan Mieneke nog in leven. Om haar geheugen na een herseninfarct te prikkelen, gaat haar zoon Antonie op zoek naar de moederbanden met oorspronkelijke opnamen van het familiekwartet.
De muziek maakt weliswaar veel herinneringen en verhalen los en ontrafelt geleidelijk de verborgen familiegeschiedenis, maar meer nog dan de nostalgie voedt die muziek een verlangen naar een zachte dood. De moederbanden is een prachtige, intieme roman over familiebanden en -geheimen, verlies en afscheid nemen.

Zoals ik in de eerste alinea al schreef: tranen, maar ook hardop gelachen.
Je komt terecht in een gezellige familie en je leest hoe men met elkaar omgaat in na-oorlogs Brabant.
Hoe belangrijk ‘de familie’ is.
En hoe groot de rol van muziek  is.
Er wordt regelmatig over muziek geschreven bij de verhalen; titels en zangstemmen worden benoemd en hele stukken worden geciteerd.
Die muziek ken ik en als ik een titel niet kende dan zocht ik het op; inmiddels heb ik een afspeellijst ‘De moederbanden’ op Spotify.

Het ongeluk waarbij Anne komt te overlijden is één van de verhaallijnen in het boek, een andere lijn is de beschrijving van de laatste dag in het leven van sopraan Mieneke. Ontroering, ontreddering, medelijden: er komt van alles aan emoties voorbij. Daarnaast worden er steeds tipjes van de sluier opgelicht en kom je steeds meer te weten over wat er nu echt is gebeurd is. Mijn soort boek: ik was steeds nieuwsgierig hoe het verder zou gaan en het voelde ‘leeg’ toen het uit was.

En toen…..wilde ik alles weten over die familie!
Het is namelijk een waargebeurd verhaal, waar de schrijver (zoon van Mieneke) af en toe iets bij heeft verzonnen.
Al snel vond ik een aantal foto’s op de website van het Brabants Dagblad én ik vond de website  ‘De moederbanden‘ van de auteur René den Ouden, waar ik een aantal opnames van de moederbanden kon beluisteren. Echt waar!
Weer tranen.
Want dan hoor je Peters prachtige bariton en de mooie alt-stem van Ans.
Ook het kwartet hoor je zingen: dan doen sopraan Mieneke en tenor Jean ook mee.
Tenslotte beluisterde ik een interview met Den Ouden in het dagelijkse boekenprogramma ‘Paperback Radio’ op Amsterdam FM; dat staat ook op die website.

De beschrijving van het 25-jarig huwelijk van Willem en Mieneke bracht mij in gedachten terug naar de jaren ’70, toen er een Brabantse familie bij ons op de camping stond en waar ik als 12-jarige met ogen op stokjes naar keek: lees maar eens hoe anders het er bij de zuiderlingen aan toe ging dan bij ons……’Die Brabanders‘.

Reageren

30 augustus: Duivelsgebroed

Bij ‘Het Goed’ in Roden stuitte ik tot mijn grote genoegen op een boek van Peter Robinson over DCI Banks dat ik nog niet gelezen had.
Toen ik op de achterflap de introductie las kwam het beeld dat werd geschetst me wel bekend voor: dat kon ik me nog herinneren van een aflevering van de Banks televisieserie. Meer dan 10 jaar geleden. Daar weet ik dan echt niks meer van. Daarom kan ik ook heel erg genieten van oude afleveringen van Morse of Dalziel & Pascoe. Ouder worden heeft niet alleen maar nadelen.

Wat was dat beeld dan dat ik me herinnerde?
Een verlamde vrouw in een rolstoel staat bovenop een klif.
Als een wandelaar met een hondje poolshoogte gaat nemen blijkt dat de keel van de vrouw is doorgesneden en dat ze is doodgebloed.
Waarom zou iemand zo’n verlamde vrouw dit aandoen?
En waarom is ze niet over het randje van de klif geduwd, zodat het langer zou duren voordat ze werd gevonden?

Annie Cabbot, collega van Banks, gaat deze moord onderzoeken.
Ondertussen is er een vermoorde studente gevonden in een oud, vervallen stadsdeel van Eastvale, daar gaat Alan Banks aan werken.
Halverwege het boek dacht ik “Een koppel dat meisjes ontvoert, martelt en vermoord? Daar heb ik toch al eens wat van gelezen?”
En o, wat is het dat fijn dat ik op mijn website de boeken die ik lees benoem in een kleine boekbespreking: ik kon gewoon terugzoeken!
Met de zoekterm ‘Peter Robinson’ vond ik gelijk het boek dat ik zocht: Nasleep.
Het lag nog in de doos ‘Naar de boekenmarkt’, die gaat in het najaar weer weg.
Hoe liep dat boek ook maar weer af?
Ik nam het weer mee naar beneden en las de laatste drie hoofdstukken.
O ja!
Met die Maggie.

Wraak.
Dat is de leidende verhaallijn in Duivelsgebroed.
En dan heb ik het alleen over de mevrouw in de rolstoel, want het plot met de vermoorde studente gaat een heel andere kant op.
In dit blog ga ik niet vertellen hoe het zit, daarmee zou ik het leesplezier bederven van mensen die dit boek misschien nog gaan lezen.
Ga dat vooral doen.
En lees dan eerst Nasleep.

Ik ga eerst een heel ander boek lezen: ‘De Moederbanden’ van Rene den Ouden; ik hou je op de hoogte.

Benieuwd naar de andere boeken ik al heb gelezen in de DCI Banks-serie?
Hierbij vier links:

Verdronken verleden  2015

Slachthuisblues  2022

Nasleep  2023

Zondeval 2024

Reageren

9 juli: Veel thema’s voor één boek.

Stel je voor.
Je bent als vijf-jarig weesmeisje onderworpen aan een reeks medische experimenten: je wordt opzettelijk ziek gemaakt en daarna word je blootgesteld aan röntgenbehandelingen, waardoor al je lichaamsbeharing verdwijnt en je volledig kaal wordt.
Jaren later ben je verpleegkundige in een verzorgingshuis en wie wordt daar op een dag binnengebracht?
De dokter die jou dat als kleuter aandeed.

Een spannend gegeven voor een boek.
In het boek ‘Weesmeisje nr. 8′ lees je over Rachel Rabinowitz, een Joods meisje dat samen met haar broertje in een Joods weeshuis belandt als haar vader haar moeder heeft vermoord.
Rachel heeft niet echt bestaan, maar het verhaal van het weeshuis en de medische experimenten is wel gebaseerd op feiten.
Als het boek begint lezen we de dramatische gebeurtenissen die er de oorzaak van zijn dat Rachel in het weeshuis terecht komt, daarna maak je een sprong in de tijd en leef je mee met Rachel als volwassen vrouw.
Daarna spelen de hoofdstukken zich om en om in het verleden en in het heden af en steeds worden er kleine tipjes van de sluier opgelicht: pas aan het einde van het boek weet je wat er allemaal gebeurd is.

Er komen heel veel heftige thema’s voorbij.
Die gruwelijke experimenten met weeskinderen bijvoorbeeld, maar ook wraak & vergeving en lesbisch zijn: best wel veel voor één boek.
Er zijn een paar dingen die mij zullen bijblijven van dit boek.
Allereerst Rachels ontdekking dat ze lesbisch is.
En dat in een tijd (voor en na de 2e Wereldoorlog) waarin dat helemaal niet kon, het was gewoon niet bespreekbaar; alles omtrent die relaties moest stiekem.
Verder is er aandacht voor het kaal zijn en het moeten dragen van een pruik. Hoe ingewikkeld en hoe duur het was om een pruik te laten maken.

Het boek leest als een trein, maar voor Rachel gaat het leven beslist niet van een leien dakje. Je leest over de nare toestanden in de weeshuizen van die tijd, maar je weet ook dat deze kinderen in ieder geval eten & drinken, een bed en een opleiding kregen, zodat ze een volwaardige plek in de maatschappij konden krijgen. Dat was lang niet voor alle kinderen weggelegd in die tijd.

Het hoofdthema van het boek (namelijk Rachels wraakgevoelens jegens de dokter van vroeger) sneeuwt wat onder in het verhaal, want er moet heel veel verteld en uitgelegd worden over wat er allemaal gebeurde in haar leven.
De dokter toont amper berouw en vindt dat ze het goed heeft gedaan.
Door haar zijn toch maar mooi de eerste goede resultaten met röntgenstralen behaald en dat daardoor schade is ontstaan aan lichamen ‘was voor de goede zaak’. Zij had er zelf ook offers voor moeten brengen.

Bij dit boek kwam bij mij de gedachte boven aan ‘de Verzoening‘, het boek dat Hank Heijn schreef over de ontvoering en dood van haar man Gerrit Jan en aan wat dominee Sybrand van Dijk daarover zei in zijn preek over dat thema: ‘Als je haat een rol laat spelen in je leven ben je zelf niet vrij’.  

Reageren

8 mei: Rimpels.

Ook een bankdirecteur kan dement worden.
In mijn leven heb ik een aantal mensen gekend die dit overkwam, maar sinds ik bij Team290 werk (sinds januari 2021) weet ik er veel meer van.
Door de inhoud van de brieven die ik redigeer die worden verstuurd aan de huisarts.
Door de verhalen bij de koffie over de schrijnende toestanden die onze casemanagers soms aantreffen.
De boosheid van cliënten die niet meer mogen autorijden.
De onmacht en de oververmoeidheid van de mantelzorgers.
Het zoeken naar een plekje bij een crisis.

En de ziekte maakt geen verschil tussen arm of rijk en ook niet tussen hoog of laag opgeleid.
Het kan iedereen overkomen.
Van Frea kreeg ik het boek ‘Rimpels’ van Paco Roca; het is vertaald uit het Frans.
Het is een stripboek dat gaat over de oude Ernest die bankdirecteur is geweest. Hij wordt opgenomen in een verzorgingshuis voor senioren omdat hij aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Het leven in het tehuis is een beproeving voor hem.
Hij heeft een gedeelde kamer met Emiel, want dat was goedkoper. Zijn zoon zie je alleen maar even aan het begin van de opname in het tehuis, die geeft op pagina 3 al aan dat hij waarschijnlijk niet vaak vaak zal komen ‘want we zijn druk met ons werk en die dingen; we zien wel’.
We volgen Ernest en zien in beelden hoe hij het beleeft.

Op internet vond ik deze beschrijving: Rimpels is een geestig en tevens aangrijpend verhaal over dementie. De auteur vergelijkt de samenleving met een bibliotheek waarin de boeken zich ophopen tot bergen vergelend papier, bevolkt met dromen en fantasieën.
Door de slijtage van een heel leven zitten ze vol rimpels en sommigen zien hoe hun letters worden uitgewist, de ene bladzijde na de andere, tot ze volledig blanco zijn geworden. Toch blijven de meest intense emoties bewaard, als een verborgen schat op een eiland ver weg.

De ontreddering, het onbegrip over de situatie, de ergernis over de andere bewoners: het komt allemaal voorbij.
Je kunt er niet omheen dat mensen met Alzheimer of dementie op een gegeven moment niet meer thuis kunnen wonen.
Inmiddels weet ik dat het belangrijk is dat het sociale netwerk waar ze uitkomen blijft bestaan in de beschermde woonvorm waar patiënten worden opgenomen. Bij ome Wim kwam iedere zondag zijn hele gezin op de koffie, zijn broers, zussen, vrienden en buren kwamen regelmatig langs en tot een jaar voor zijn overlijden stond hij nog wekelijks met zijn zoons langs de lijn bij de voetbalvereniging van Klazienaveen.
Op die manier hoorde hij er ondanks ‘meneer Alzheimer’ toch nog gewoon bij.

Sluit ze niet buiten.
Betrek ze bij je leven.
Vergeet ze niet.

Reageren

9 april: Geluk.

Eind vorig jaar kreeg ik het boek ‘Shuggie Bain’ van Douglas Stuart van mijn boekenvriendin.

Dit staat er over op de achterflap:
Hugh ‘Shuggie’ Bain brengt in de jaren tachtig zijn jeugd door in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow. Agnes, zijn moeder, is alles voor Shuggie. Zij behoudt haar trots door er altijd goed uit te zien. Toch zoekt ze steeds vaker troost in drank. Shuggie probeert intussen uit alle macht normaal te zijn, ook al ziet iedereen dat hij ‘anders’ is dan de andere jongens. Agnes steunt haar zoon, maar haar verslaving begint alles te overschaduwen, zelfs de liefde voor haar Shuggie.

Eerlijk gezegd: ik had het na 100 bladzijden bijna weggelegd. Boeken waarin alleen maar ellende wordt geëtaleerd, daar knap ik nooit zo van op. Af en toe moest ik het even wegleggen. Och gossie, die arme jongen.
Het is aandoenlijk om te lezen hoe de jongen zich staande probeert te houden: zijn vader laat zijn gezin in de steek en zijn zus en zijn broer kiezen op den duur ook eieren voor hun geld en verlaten het zinkende schip.
Daarop zitten tenslotte alleen nog Shuggie en zijn aan alcohol verslaafde moeder, die in bittere armoede leven.
Daar komt bij dat Shuggie in zijn puberteit ontdekt dat hij ‘anders’ is; daar is in het Engeland van de jaren geen ruimte voor en helemaal niet in het verpauperde Glasgow. Hij wordt getreiterd, beschimpt en mishandeld.
Maar….. hij wist niet beter; hij vond een weg om er mee om te gaan.
Hij voelt een diepe liefde voor zijn moeder en zij voor hem en dat is de rode draad in het boek.

Je weet dat het met de schrijver (het boek is autobiografisch, maar in romanvorm gegoten) goed is afgelopen.
Hij is op zijn 24e naar Amerika verhuisd, waar hij succesvol modeontwerper werd.
Deze roman werd zowel in Engeland als in Amerika door ettelijke uitgevers afgewezen, maar toen het was verschenen kreeg het gelijk de Booker Prize 2020.
Over zijn armoedige jeugd zegt hij zelf:
“Ik groeide op in een huis zonder boeken en omringd door armoede. Dit was de tijd waarin het economische beleid uit het Thatcher-tijdperk ‘de werkende mens had gedecimeerd’, waardoor de industrie van de westkust van Schotland was weggetrokken en massale werkloosheid, alcoholisme en drugsmisbruik achterbleven. (Bron: wikipedia)
Hij had graag Engelse literatuur willen studeren, maar een leraar ontmoedigde hem, door te zeggen dat het niet bij iemand met zijn achtergrond zou passen.

Het was een mooi boek, maar ik hoef eerst niet weer zo’n dramatisch boek…..

Je hebt geluk als je wiegje niet een buurt staat waar mensen muntjes uit de elektriciteitsmeter peuteren om hun drank te kunnen betalen.
Je hebt geluk als je niet in een land woont waar je in de gevangenis belandt omdat je een bos bloemen hebt gelegd bij de dood van een tegenstander van het regime.
Daniël Lohues schreef in februari een column over geluk onder de titel ‘Mazzel’ in het Dagblad van het Noorden.
Hierbij een link naar een PDF: MAZZEL
Domweg gelukkig in je onderbroek op weg naar huis.

Reageren

11 maart: Overzee.

Het stond al jaren bij mij de kast: het boek ‘Gereformeerden Overzee’.
Ooit gekregen van mijn boekenvriendin die daarbij zei: “Jullie hebben immers ook familie in Canada, in dit boek lees je hoe dat toen ging”.
Maar er lagen nog zoveel andere, in mijn opinie leukere boeken op mij te wachten, de gereformeerden konden nog wel even wachten.
En ik ben per slot van rekening hervormd 😉

Het is een soort geschiedenisboek, maar het leest vrij gemakkelijk weg.
De Nederlandse gereformeerden, die zich halverwege de 19e eeuw hadden afgescheiden van de Hervormde (staats)kerk waren hier in Nederland niet vrij om hun geloof op hun eigen manier te belijden; in Amerika en Canada was veel ruimte én vrijheid van godsdienst, daarom kozen grote groepen gereformeerden destijds voor de grote oversteek.
Die groep was dus al gesetteld toen in de 20e eeuw na WOII heel veel landgenoten kozen voor emigratie naar Canada.
Er werd van te voren al heel veel geregeld voor de nieuwelingen: daar kunnen ze wonen, daar kunnen ze werken én….. daar gaan ze naar de kerk.
Die kerk was ongelooflijk belangrijk en zorgde ervoor dat er Nederlandse enclaves ontstonden waarvan de bewoners elkaar op zondag ontmoetten: kerkdiensten, verenigingswerk, net zo als dat hier in Nederland het geval was.

In de praktijk was het vooral voor de moeders moeilijk. Kinderen gingen naar school en vaders naar hun werk en leerden daar Engels,  maar moeder bleef thuis: zij was de ‘homemaker’, zorgde er voor dat alles op rolletjes liep in haar gezin. Heimwee speelde veel vrouwen parten; ze misten hun familie en waren overdag eenzaam.

Even onder ons: de hoofdstukken die uitvoerig ingingen op de scheuring van de Canadian Reformed Church en de Canadese versie van de Vrijgemaakte Gereformeerde kerk heb ik ‘scannend’ gelezen. Dat vind ik in de Nederlandse versie al geen interessante discussie, dus het naadje van de Canadese kous hoef ik ook niet te weten.
De gereformeerden in Canada zijn in de loop der jaren losgeweekt van hun zusterkerk in Nederland en bleven veel strenger in de leer dan de Nederlanders. Een vriendin van het MAVO-clubje vertelde dat ze vlak voor haar trouwen (1984) een brief kreeg van een tante uit Canada die ze nog nooit had gezien. Tante had gehoord dat zij, gereformeerd meisje, ging trouwen met een katholieke jongen.
Daar was tante het niet mee eens en dat was ook niet Gods bedoeling: tante vond dat die trouwpartij onmiddellijk afgezegd diende te worden.

Wat een leerzaam boek.
Wat een raar volkje zijn wij Nederlanders toch.
Je leest verhalen van Nederlandse arbeiders die hun baas na een paar dagen al gingen vertellen dat hij het helemaal fout deed, dat ze de dingen in Nederland veel slimmer aan pakten.
En de gelovigen in Canada deden het ook allemaal fout in de Nederlandse ogen.
De Canadezen lieten het gebeuren.
Prima volk, die Nederlanders.
Harde werkers, serieuze mensen, je kunt op ze bouwen.
Maar heb het niet met ze over het geloof.

Reageren

2 maart: Eitjes van een vlieg.

Toen ik ziek was had ik tijd om te lezen. Er lagen nog twee ongelezen exemplaren van één van mijn favoriete schrijvers Peter Robinson en ik koos voor ‘Zondeval’, een ‘Inspector Banks detective’.
In de boeken die ik al in die serie had gelezen was Banks gescheiden van zijn vrouw en beleefde hij van alles op amoureus gebied, maar in dit boek is hij nog gelukkig getrouwd. Je leest wel dat hij helemaal op gaat in zijn werk en bijna geen tijd heeft voor zijn gezin; een voorbode.

Het begint al weer super-griezelig met de vondst van een lichaam dat er al even ligt: ‘.….het was net of het bewoog; het vlees golfde letterlijk op en neer…” 
Later blijkt dat men aan de hand van dat golvende vlees kan achterhalen hoe lang het lichaam daar al ligt: men weet namelijk hoe lang het duurt voor de eitjes van een dikke zwarte vlieg er over doen om dikke maden te worden.
Brrrrrr.
Het duurt dan ook wel even voor men er achter is wie het slachtoffer is.
Het is Bernard Allen, een vroegere dorpsbewoner van Swainshead, die naar Canada is geëmigreerd, maar die even terug was voor een korte vakantie. Als lezer heb je dan al weer meer vragen dan antwoorden.
Wat weten die twee rijke broers Collier die het geïsoleerde dorp domineren en gebruik én misbruik maken van hun positie?
En waar is eigenlijk die Anne Ralston die vijf jaar geleden zomaar verdween?
Verder heb je intens medelijden met de simpele en wereldvreemde Katie, die door haar supergelovige grootmoeder is opgevoed en nergens van kan genieten omdat dat ‘zondig’ is.  Ze wordt gekoeioneerd door haar man en is in haar onschuld toch iemand die meer weet van de misdrijven, maar uit angst niks zegt.

De oplossing van dit mysterie ligt in Canada.
Banks gaat daar dus ook naar toe voor onderzoek.
Schrijver Robinson woonde daar vanaf zijn studie: hij laat Banks naar Toronto vliegen.
Voor mij herkenbaar: toen wij in 2017 onze vakantie doorbrachten in Canada hebben we die stad ook bezocht en ik herkende de toeristische hoogtepunten die Banks ziet.
Verder is het leuk om te lezen hoe de door en door Britse inspecteur eerst op zoek gaat naar een kop thee. An Englishman in Canada.

Natuurlijk wordt de misdaad opgelost, maar niet nadat er nóg een dode is gevallen.
In dit boek schemert op de achtergrond het eeuwenoude en wereldwijde probleem: rijkeluiskindjes komen overal mee weg.
Tenminste, dat denken ze.
Maar soms zegeviert het recht.
Tenminste, in boeken.
Tevreden sloeg ik de laatste bladzijde om met de opwekkende gedachte dat er nóg een boek van Robinson op mij ligt te wachten.

Benieuwd naar de andere boeken ik al heb gelezen in deze serie?
Hierbij drie links:

Verdronken verleden  2015

Slachthuisblues  2022

Nasleep  2023

Reageren

Pagina 1 van 15

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén