De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

15 oktober: Nederlands, maar dan anders (41)

In augustus publiceerde ik de 40e aflevering in deze rubriek en daarna bleef het even stil: er werd mij niets toegestuurd en ik hoorde zelf ook geen versprekingen en/of vermakelijkheden op taalgebied. Wij zaten natuurlijk ook drie weken in Italië; daar hoor je überhaupt geen Nederlands, laat staan anders.

Ik weet niet meer wie mij dit stuurde, maar het werd gelezen in het Dagblad van het Noorden in juli van dit jaar:
“Lammie de Ruiter uit Canada; haar oma was een broer van Johannes Post.

In het programma Goeiedag Haandrikman komt een meneer aan het woord over het koninklijk bezoek van 27 augustus j.l.
Hij wil vertellen dat een burgemeester dat bericht ter ore kwam, maar hij zegt dit: “De burgemeester kreeg daar oren van….”

Van de werkvloer.
Een collega gaat met pensioen en Lentis betaalt de afscheidslunch van die medewerker.
Collega secretaresse geeft de collega een tip: “Geef je even door waar je gaat lunchen, dan regelen wij dat het op rekening kan. Dan hoef je het niet vooruit te schieten.

Een andere collega levert een bonnetje in van een jubileumfeestje van iemand van haar team, maar het is wel wat duurder uitgevallen dan wat was afgesproken.
Eén van de secretaresse foetert: “Dan dienen ze maar rekeningen in dik over het budget en dan moet Lentis het maar weer opdoeken!”

Nog eentje van mijn werk: geen fout, maar erg leuk.
Eén van de casemanagers stuurt een mail met de opdracht ‘brief graag redigeren en versturen’; zo’n mail, waarvan er iedere dag wel een paar voorbijkomen. Maar deze keer stond er een tekst van Loesje onder, waar ik van opknapte: Secretaresses. De leukere contactdozen.  (Afbeelding  Loesje)

Irene, vaste leverancier van quotes voor deze rubriek, stuurde via Carlijn ook weer twee pareltjes:
Zij las in een rapportage op haar werk: ‘Cliënt sprak met dubbele tongval.’
Verder had zij gekeken naar B&B vol liefde, waar iemand die naar huis werd gestuurd zei: “Beter ten goede gekeerd, dan ten halve gekomen.”

Gerard belde met een collega die er achter was gekomen dat hij iets anders had moeten doen.
“Maar ja, achteraf kijk je een kont in de koe.”

Na de voetbalwedstrijd Hongarije-Nederland zegt een verslaggever dat het elftal zich goed herpakt heeft na de 1-0 achterstand, maar hij zegt het zonder ‘het bijltje’ en ‘de schoot’ te benoemen, zodat deze komische zin ontstond: “Dit elftal weigert het hoofd er bij neer te leggen.”

De laatste is er één van mezelf.  Zaterdagavond zaten we met onze vriendengroep bij elkaar en ik vertelde dat ik graag iets organiseer voor groepen mensen die ik een tijdje niet heb gezien.  “Maar ik ga niet ieder paard trekken“. Gerard stak zijn vinger op en zei: “Mag ik even wat zeggen in het kader van Nederlands maar dan anders? Je haalt de uitdrukkingen ‘aan een dood paard trekken’ en ‘de kar trekken’ door elkaar. ”
Maar…. het resultaat van het gesprekje over dat onderwerp is wel dat we de leden van Jeugdkoor Hosanna die we een tijd niet hebben gezien gaan uitnodigen voor een reünie!

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (40) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Hoor je ook iemand de Nederlandse taal ‘anders’ gebruiken?
Meld het mij!

Reageren

14 oktober: Bonum est confidere…

Een Latijnse titel.
Dat heeft een blog van mij niet vaak.
‘Bonum est confidere in Domino’ zijn de eerste woorden van een lied dat we gisteravond zongen in de Taizé-viering.
Het is goed om te vertrouwen op de Heer.
“Dat is zo bijzonder aan die Taizé-liederen” zei Karel afgelopen dinsdag op de cantorij-repetitie. “Het zijn eenvoudige woorden die troost geven en vaak herhaald worden. Geen ingewikkelde teksten, geen moeilijke rijmschema’s: gemakkelijk zingbare zinnen op mooie melodieën.”

…..zeven instrumentalisten….

Gisteravond vierden we met onze PKN-gemeente de jaarlijkse Taizé-vesper.
Deze keer hadden we wat extra moeite gedaan om musici te krijgen en er stond een combo van maar liefst 7 instrumentalisten: blokfluit/Gréhilde, dwarsfluit/Monique, viool/Elisabeth, cello/Gerard en drie gitaren/Piety, Fokelien en ik.
We hadden al eens op een donderdagavond met z’n zevenen geoefend, afgelopen dinsdag speelden we op de cantorijrepetitie met het hele combo met het koor mee en gisteravond speelden en zongen we voor de viering aan alles nog even door.

Karel had bedacht dat we met de cantorij niet apart gingen staan, maar tussen de gemeenteleden in.
Zo ontstond er dus een groot koor en iedereen, cantorijlid of niet, kon zijn of haar eigen partij meezingen.
Bij de liederen waarvan ik de akkoorden goed onder de knie had zong ik dus de altpartij.
Karel had zijn best gedaan om de gitaarakkoorden die moeilijk waren (fiesen enzo) om te zetten naar eenvoudiger grepen, zodat het gitaarspelen voor mij nu veel minder stresserig was dan voorgaande jaren.

Het was een prachtige viering, met recht met de ondertiteling ‘in de geest van Taizé’.
De ondersteuning van het combo, maar met name van de cello gaf een nieuwe dimensie aan het koorgezang.
Het was een bijzondere beleving om onderdeel van het combo te zijn.
Het psalmgebed “Haast U, o heer, tot mijn hulp…”, wat meestal wat plichtmatig wordt weggezongen, was door Karel op muziek gezet, waarbij wij als gitaristen steeds de aanzet van de maat aangaven; dat was gewoon spannend!
Ook de bewerking van Karel van de stilte-psalm 65 was heel bijzonder: het arrangement begon met de cello en daarna kwam er steeds één instrument bij en daarna de verschillende stemgroepen, waardoor er een hele mooie opbouw ontstond, die aan het eind ook weer heel langzaam werd afgebouwd. Het lied eindigde met stilte.
Dat was ook het thema van de viering: ‘Stil worden, luisteren.’
De vesper werd besloten met het lied Dona la pace Signore a chi confida in te.
Geef vrede, Heer, aan wie op u vertrouwt.

Je kunt deze viering Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

13 oktober: Toscane – 6. Roltrappen in Siena.

Bij de agriturismo van Virgilio was een zwembad.
Toen wij de eerste morgen daar eens gingen kijken zat er ook een stel Nederlanders aan de waterkant.
Wij plonsden erin, trokken wat baantjes en ondertussen voerden we een gesprekje.
Zij gingen die dag daarna al weer weg.
Waren wij al in Siena geweest? Als we daar heen gingen konden we parkeren bij het station: daarna kon je met een roltrap helemaal omhoog naar de stad, waar je dan zo in liep. Bedankt voor de tip!

Dat gingen wij die dag gelijk doen.
Die roltrap was echt een sensatie: 6 of 7 afzonderlijke trappen, we bleven maar stijgen; het deed ons een beetje denken aan Schiphol.
Deze foto is genomen op de terugweg.
Na de roltrappen liepen we door de Camomillepoort naar het centrum.

Net als Fiesole was Siena was een Etruskische nederzetting en werd later een kleine Romeinse stad, maar daar zie je bijna niets meer van terug.
Natuurlijk zochten we het beroemde Piazza del Campo op, het schelpvormige stadsplein dat is aangelegd op de plaats waar de drie heuvels samenkomen waarop Siena ooit is gebouwd. Op dat plein, met de slanke en beeldbepalende toren Torre del Mangia vinden jaarlijks op 2 juli en op 16 augustus de beroemde paardenraces plaats. Dat spektakel wordt al gehouden sinds 1287!
Het is zo’n iconisch plein dat iedereen kent en waar dus alle toeristen die de stad bezoeken even naar toe gaan.

Toen wij op het plein waren aangekomen kwam er ook een groep Amerikanen het plein op lopen.
Eén mevrouw was aan het bellen met iemand en liet met haar telefoon zien waar ze was.
“PETER! LOOK WHERE I AM! OH MY GOD PETER ITS OVERWHELMING!”
Wij hoorden niet wat Peter zei. Als die in Amerika woont was het voor hem midden in de nacht, dan heb je volgens mij helemaal geen zin aan dat geschetter uit Siena.
Ik vond dat overwhelming ook nogal meevallen; het is inderdaad bijzonder om daar te zijn, maar Siena is meer dan dat plein.
We liepen door de smalle straatjes en waren getuige van een soort optocht met trommels, veel vlagvertoon en sjaaltjes. Ik vroeg aan de mevrouw van het VVV-kantoor wat dat was: het was een feestdag voor een bepaald deel van de stad dat werd gevierd met zo’n optocht.
We dronken een kop thee op een terras op het domplein, maar we zijn de kathedraal niet in geweest.
Zo’n bezoekje aan een dom/kathedraal is namelijk in heel veel kerken niet vrijblijvend: er moet een kaartje gekocht worden om de kerk van binnen te zien en dat doe ik eigenlijk nooit.
We zagen wel een andere mooie kerk: de San Pietro alla Magione.
Een kerk, gebouwd in 998 met een rijke historie.
Minder pompeus en bombastisch dan de dom, maar minstens zo interessant.

En natuurlijk kochten wij in Siena een ijsje.
Niet alleen in Siena eigenlijk, maar overal en iedere dag.
Zo’n heerlijk, Italiaans ijsje.
Het was per slot van rekening vakantie!

Reageren

12 oktober: Royal Tea

In juni ontdekte ik de podcast Royal Tea: Rick Evers (journalist, auteur en koningshuisdeskundige) en Odilia de Ranitz (etiquette-expert en diplomatieke duizendpoot) praten iedere week een uur vol over de toestand in Royalty-land. 
Je komt van alles te weten op het gebied van de koningshuizen en er is ook iedere week even aandacht voor ”hoe het heurt”.

Zo luidt de ronkende aankondiging op Spotify:
Vanuit de residentie, Hotel Des Indes, waar de thee nog geschonken wordt zoals het heurt, bespreken jonkvrouwe Odilia de Ranitz en royaltyverslaggever Rick Evers wekelijks het wel en wee van de royals. Rick vertelt wat hij meegemaakt heeft tijdens zijn reportages en gesprekken met de gekroonde hoofden en hun entourage. Odilia begeeft zich in het Haagse societyleven en put uit een schat aan levenservaring uit de diplomatieke wereld, van het Russische tsarenrijk tot het groothertogelijk hof in Luxemburg.

Ze begonnen op 23 februari en eind juni was de 21e aflevering: iedere zaterdagmorgen staat er nieuwe aflevering on line.
In de zomervakantie worden er geen podcasts opgenomen, maar op 3 augustus werd er een podcast opgenomen mét publiek.
Daar ging ik niet heen, want eigenlijk vind ik Odilia een beetje te veel.
Ze is graag zelf aan het woord en ze praat me net een beetje te bekakt; verder maakt ze bijna geen zin af en laat ze graag horen wie ze allemaal kent uit ‘HET milieu’. 

Ik luister er naar met hetzelfde gevoel dat me bekruipt als ik de Story of de Privé lees: kan eigenlijk niet.
Riooljournalistiek wil ik het niet noemen maar het schuurt er tegenaan. 
Als regelmatig lezer van bladen als Vorsten, Royalty en De Oranjes mag ik er graag naar luisteren;  noem het maar een guilty pleasure.

Afbeelding: Podcast Royal Tea

Rick en Odilia ‘vinden’ van alles en delen dat onbekommerd met hun luisteraars.
Maar dat ik er naar luister wil niet zeggen dat ik het er mee eens ben. 
Het gezeur bijvoorbeeld over dat de oranjeprinsessen niet zichtbaar genoeg zijn.
“Kijk bijvoorbeeld eens naar hoe voorbééldig Elizabeth van België het doet!”
Maar ja, die wordt ook niet bedreigd.
Verder noemen ze Alexia steeds ‘Annefleur’; in het begin begreep ik helemaal niet over wie ze het hadden. 
‘Doe gewoon’ denk ik dan. En zet haar niet constant in de hoek van ‘rebel’ en ‘feestbeest’; het kind is 19.  

De ene aflevering is leuker dan de andere. 
Die van eind september met Pieter Christiaan (van Pieter en Margriet) bijvoorbeeld vond ik oorverdovend saai, die heb ik niet eens afgeluisterd, maar de aflevering daarvóór met twee medewerkers van koningin Maxima over haar werk voor de Verenigde Naties was veel te kort! Daar had ik nog wel een uur naar kunnen luisteren. 

Wil je ook eens luisteren naar Rick en Odilia? 
Hierbij een link naar hun website, daar kun je alle afleveringen vinden en terugluisteren. 
Laat daarna ook eens horen wat jij er van vond; of ben ik de enige die niet zo goed tegen Odilia kan? 

Reageren

11 oktober: Heimwee

Gisteravond zat ik om 19.30 uur in de auto, op de terugweg naar huis.
In ‘Mennoos Kookerij‘ in Groningen hadden we het pensioensfeest gevierd van Lentis-collega Rien.
Van 2013 tot 2019 was hij mijn naaste collega in het Heymanscentrum waar ik toen managementassistent was van de afdeling Ouderenpsychiatrie.
Dit schreef ik o.a. in mijn bijdrage voor zijn boek:
In 2013 kwamen Jacquelien en ik vanuit de Laan Corpus den Hoorn in het Heymanscentrum werken. Altijd een gedoe, zo’n verhuizing. Maar jij had alles tot in de puntjes voor ons geregeld tot en met een snoeppot op ons bureau en we kwamen in een warm bad. 
Toen Gerard in het ziekenhuis lag tijdens een stamceltransplantatie gaf jij mij een bos zonnebloemen, omdat ‘mijn zonnetje in huis er nu even niet was’
Je bent een grote lieverd en een man om te koesteren. We hebben een aantal jaren erg prettig samengewerkt en dat daar in 2019 een eind aan kwam door mijn veranderende werk vond ik moeilijk; wat heb ik jou en ons clubje gemist in het begin.
Natuurlijk schreef ik nog meer, maar het voert te ver om dat met iedereen te delen.

En o mensen, wat was het leuk gistermiddag, want het hele clubje was er natuurlijk ook weer.
Jacquelien, Menco, Jan, Ruud, Corry, Anita: iedereen even weer gesproken en herinneringen opgehaald.
Wij waren natuurlijk niet de enigen op Riens pensioenfeest; hij heeft 48 jaar voor Lentis gewerkt en had collega’s uit zijn hele loopbaan uitgenodigd. Verder waren er vrienden en familie, dus het zaaltje zat mooi vol.
Er waren toespraken, we zongen een maf lied voor Rien met elkaar en we genoten van een heerlijk buffet.
Bij het afscheid spraken Jacquelien en ik met Rien af dat wij met z’n drieën een keer op bezoek gaan bij Jan, die na zijn pensionering molenaar is geworden. Nu al zin aan.

We namen afscheid van elkaar, op weg naar de auto gaf ik Jacquelien nog een dikke knuffel en toen zat ik weer in de auto.
In tranen.
Want het heimwee, dat ik vooral in het begin heb gehad na mijn vertrek uit het Heymanscentrum stak even weer gemeen de kop op.
En ik weet: ik moet koesteren wat ik al die jaren heb gehad, ik moet niet blijven hangen in ‘vroeger was alles leuker’, maar ik heb even weer geproefd hoe vanzelfsprekend we bij elkaar zaten te teuten, het was alsof we weer even aan de lunch zaten in het Heymanscentrum.
Ruud vroeg zich al weer af waar mijn breiwerkje was.

Bij de stoplichten op de Paterswoldseweg waren de tranen ook al weer weg.
Nait soezen Vrieswijk.
Wat wij daar toen hadden is er al lang niet meer in het Heymanscentrum; iedereen zat inmiddels al ergens anders.
Vanaf 2021 heb ik mijn plekje gevonden in de secretaresseclub van Team290 en daar heb ik het ook goed.
Niet beter, niet slechter, maar anders.

Om idee te krijgen wat voor clubje dat was in het Heymanscentrum, hierbij een aantal links naar blogs die ik daarover schreef:

Mannen en breien september 2015

Een koggeschip uit de 15e eeuw februari 2016

Jubileum maart 2016

Een Groningse man en zijn dochter april 2016

Herkenning november 2016

Lunchen met opa’s januari 2017

Gesprekje bij de mosterdsoep maart 2018

Die ouwe zuil maart 2019

Pessimisme kun je leren  september 2019

Gronings Ontzet(tend) augustus 2019

Reageren

10 oktober: Vouwen & ontmoeten.

Dinsdagmiddag 8 oktober lieten Ilse en ik aan de dames die zich hadden opgegeven voor de workshop ‘Irisvouwen met theezakjes’ zien hoe dat moest. Dat klinkt alsof dat een fluitje van een cent is, maar dat is niet zo.
Je moet echt wel even weten hoe het werkt en oefening baart kunst. Lees: je moet veel prutsen en uitvogelen voor een mooi resultaat.
Ilse had al kaarten voorbewerkt voor het maken van een kerstboom; die vorm had ze er al vast uitgesneden en ik had uit een aantal kaarten al een een hart geknipt, zodat er twee kaarten gemaakt konden worden. Alle deelneemsters kregen een paar voorbeelden van hoe de strookjes op nummer in de vorm gelegd kunnen worden.
We zaten in een kring en Ilse legde uit wat gewoon irisvouwen is en hoe je die techniek kunt toepassen met theezakjes.

De theezakjes scheur je los, zodat je een lange strook krijgt.
Die knip je vervolgens in de lengte doormidden.
Dinsdagmiddag noemde iemand dat ‘de Pick van wick scheiden’; bij rooibosthee heb je dan aan de Pick-kant kleine olifantjes en aan de wick-kant kaneelstokjes. Hoe het vervolgens in zijn werk gaat beschreef ik al eens op het blog ‘Irisvouwen in de praktijk’.

Op voorhand vertelde ik aan de deelnemers dat het een bezigheid is waar ik van ontspan.
Leuke podcast er bij aan of een mooie klassieke muziek: het hoofd leegmaken met knippen, plakken en prutsen.
Het heeft hetzelfde effect op mij als borduren of puzzelen.
Je moet het niet doen om er geld mee te verdienen, want dat kan natuurlijk nooit uit.

Uiteindelijk kwam iedereen op gang en werden er mooie kaarten gemaakt.
Met drie verschillende kleuren/soorten theezakjes. Of juist allemaal dezelfde kleur/soort, je kunt eindeloos variëren.
Ondertussen werd er natuurlijk ook gezellig geteut met elkaar, want we kennen elkaar altijd wel ergens van: de cantorij, of Holy Stitch of gewoon, van het koffiedrinken bij de kerk.

Dit soort bijeenkomsten heeft zo op het oog niet zo veel met ‘kerk’ te maken, maar de onderlinge ontmoetingen, gesprekjes over en weer en het delen van het plezier dat je beleeft aan een hobby is ook onderdeel van ‘kerk zijn’. Net als het samen zingen in de cantorij, het bespreken van een onderwerp op een gespreksgroep, de gezamenlijke lunch één keer in de maand of samen werken tijdens de natuurwerkochtend die de werkgroep Groene Kerk op zaterdag 19 oktober organiseert.
Dan gaan ze weer met liefhebbers uit onze gemeente de natuur in. Om meer te zien en te horen over in dit geval het Mensinghebos,
maar ook om de handen uit de mouwen te steken. Het plan is om rond 09.00 uur te verzamelen, een wandeling te maken richting
de heide en daar, onder deskundige leiding van de boswachter, aan de slag te gaan. Aan de slag gaan kan snoeiwerk zijn, boompjes trekken of andere zaken die aangepakt moeten worden om de biodiversiteit te ondersteunen.
Je kunt je nog opgeven: groenekerk@pkn-roden.nl

 

Reageren

9 oktober: Toscane – 5. Verkassen.

Na drie nachten in het hotel in Florence gingen we over naar een ander vakantieverblijf: geen hotel, maar een eigen ‘Agriturismo’-appartement in de streek Chianti.
Een agriturismo is een boerenbedrijf dat niet alleen wordt gebruikt voor landbouw, maar ook wordt ingezet voor toerisme.
Vakantiegangers overnachten dus simpel gezegd op het terrein van de Italiaanse boer.
Een agriturismo mag zichzelf alleen deze naam geven als het boerenbedrijf ook nog in werking is.

Wij verbleven in Cignan Bianco.
Onze boer heette Virgilio; hij verbouwde druiven en olijven.
Zij boerderij lag op een heuvel in het midden van nergens.
Hiernaast zie je een foto: de boerderij ligt in de rode cirkel.
Wij hadden een eigen opgang/voordeur, een ruime woonkamer met een keuken, een zithoek en een eettafel, twee slaapkamers en een badkamer.
Ook hadden we een eigen binnenplaatsje, waar we iedere avond bij kaarslicht zaten bij te komen van de avonturen van overdag en zaten te genieten van de aangename temperaturen.

Virgilio sprak geen woord Engels en wij spreken geen Italiaans, dus het communiceren ging met de vertaal-app op de telefoon.
We hebben hem na onze kennismaking ook niet meer gezien.
De weg naar de boerderij was gravelweg. In dat gebied was dat heel gebruikelijk, maar wij kijken natuurlijk met Nederlandse ogen en zijn verwende sikken.
Maar wij lieten ons niet ontmoedigen en gingen toch daar in de omgeving fietsen.
We fietsten eerst naar het dorpje Lilliano , gedeeltelijk over asfalt en gedeeltelijk over gravel.
Het stelde niet veel voor. Er was wel een klein kerkje, maar dat was niet meer in gebruik en gedeeltelijk vervallen en het leek erop dat de helft van de huizen niet bewoond was. Daarna fietsten we door naar Bibbiano, maar dat was nog kleiner en bestond eigenlijk alleen maar uit een groot herenhuis dat bij een groot landgoed hoorde.
Niemand gezien.

Maar.
Het was prachtig.
En stil.
Mooie uitzichten, geen verkeer.
Wát een mooie wereld daar.

We fietsten langs olijfboomgaarden en wijngaarden en zagen groene olijven en dikke trossen druiven hangen.
Maar om de 50 meter hing er een bordje aan de hekken.
“Wat zou daar op staan?” vroegen we ons af.
Geen vruchten plukken?
Niet over het hek klimmen?
Eenmaal weer op de heuvel van Virgilio zocht ik het op.
We mochten daar niet jagen als we geen toestemming van de plaatselijke autoriteiten hadden.
Jammer ja…… daar hadden we nou net zo’n zin in! 😉

Reageren

8 oktober: Nog een keer ‘koortje spelen’.

In februari was ik uitgenodigd bij ‘de Maandagavondclub’, een gezellige club voor mensen met een verstandelijke beperking.
Toen was ik dirigent van het Maandagavondclub-koor; het was erg leuk, maar het was maar een klein koortje. Zie daarvoor het vorige blog ‘Voor ons allemaal’
De leiding vond het jammer dat er maar zo’n klein clubje was en vroegen of ik in het najaar nog eens wilde terugkomen. Tuurlijk.
Gisteravond om 19.20 uur stapte ik binnen.
Ze zaten in een grote kring om de tafel en het was verbazend rustig.
Toen ik eenmaal zat begreep ik hoe dat kwam: ze waren bezig met een mooie kaart voor Didi, want Geert was overleden*.
Iedereen was onder de indruk, want Geert, een innemende persoonlijkheid en beheerder van De Deel waar de club bij elkaar komt, was zeer geliefd en wordt node gemist.
Hij kwam altijd even kijken en luisteren, maakte grapjes, keek of er nog hulp nodig was “en hij controleerde of de radio het wel deed” zei Tim.
“En mijn mama is ook overleden” zei Manon.
“Ja. Mijn mama ook” zei Alina bedrukt.
Maar dat was al even geleden.
Ze bedachten samen wat voor tekst er op de kaart moest en iedereen ging een stukje kleuren aan de kring van licht die op de kaart stond.
Als ik er ben met zang en muziek is het meestal één en al vrolijkheid, nu zag ik dat het ook wel eens anders is.
Ontroerend om mee te maken.

Het duurde dan ook even voordat het hele stel in kooropstelling voor mij zat.
De begeleiders Margreet, Paula en Ina hebben engelengeduld, begeleiden de leden naar hun plaatsje in het koor, gaan er zelf blijmoedig tussen zitten en zingen en klappen naar hartenlust mee.
Toen we eenmaal aan het zingen waren zat de stemming er al snel weer in.
Inzingen, het Maandagavondclublied zingen, de maandagavondclub-canon door elkaar heen zingen, het Doos-Ree-Mier-lied uit de Sound of Music instuderen met plaatjes: het ging allemaal prima en ik had een fantastisch koor.

Toen ik aan het eind vroeg welk liedje ze wilden zingen als feestelijke afsluiting vond André dat het wel eens weer tijd was voor ‘Hoor, wie klopt daar kinderen’. De leiding vond dat nog wel wat vroeg, “maar” merkte André op “de pepernoten liggen ook al weer heel lang bij de Jumbo!”, dus we zongen met elkaar het Sinterklaasliedje, afgesloten met een uitbundig KOEKOEK!
We sloten af met een door Margreet bedacht ‘danklied voor Ada’ op de melodie van ‘In Holland staat een huis.”
(De namen voor dit blog zijn gefingeerd ter bescherming van de deelnemers)

Altijd als ik bij de Maandagavondclub ben geweest weet ik weer hoe belangrijk muziek is in een mensenleven.
Hoe heerlijk het is om ongecompliceerd met elkaar een lied te zingen en hoe je daar van opknapt.
Vanavond heb ik weer cantorij-repetitie; we oefenen voor de Taizé-vesper van a.s. zondagavond en ik speel mee in het combo.
Een heel andere vorm van muziek maken, maar ook daar knap ik van op.
Kom je ook meezingen zondagavond?
Voor meer informatie hierbij een link naar de website van onze PKN-gemeente.

*Eén mens met pit

Reageren

7 oktober: Cornelis-clan.

Als we vroeger met ons gezin een feestje hadden en mijn vader had al zijn kinderen en kleinkinderen bij elkaar, dan placht hij te zeggen: “As wij nou in Schotland woond hadden, dan was dit de Cornelis-clan!”
Nadat hij overleed hebben mijn broer en ik geprobeerd om ieder jaar in de periode rondom mijn vaders verjaardag een Cornelis-clan-dag te organiseren. Na corona kwam daar wat de klad in, maar dit jaar nam Frea het initiatief en organiseerde samen met Jon in Beijum een bijeenkomst voor alle leden van de Cornelis-clan.

De uitnodiging begon zo: Vrieswijken Verzamelt U. Enzo.
We waren welkom in hun huis, we moesten van tevoren doorgeven wat we wilden drinken en wat onze favoriete borrelsnack is.
Verder kregen we een link naar de menu-kaart van Moeke Vaatstra in Zuidwolde, want daar zouden we gaan lunchen.
Konden we alvast de kaart bekijken.
Vrieswijken weten van te voren graag waar ze aan toe zijn.

Voor de quiz moesten we onszelf verdelen in drie groepen.
Zo’n quiz is bedoeld ’ter leringhe ende vermaeck’ en vooral dat laatste aspect voerde de boventoon: wat een lol kun je dan hebben met elkaar.
Bij het ene onderdeel waren de jongeren in het voordeel, bijvoorbeeld bij ‘Cryptid of Pokemon’. Frea  beschreef  een wezen: dan moesten wij oordelen of dat een cryptid (mytisch wezen) was of een Pokemon. Carlijn en Coby behaalden in die ronde de punten voor onze groep, want Annette en ik wisten daar niks van. We moesten ook een tekening maken van een griffioen en van een hydra. Had jij het geweten?

In de muziekronde kreeg de groep van mijn broer een extra punt omdat hij niet wegliep toen er een lied van André Hazes werd gedraaid.
Cees en Carlijn kwamen met elkaar in botsing bij de opdracht wie als eerste de moonwalk van Michael Jackson kon voordoen.
Hilarisch was de ronde ‘Wie roepen we op?’  Daarvoor had Frea aan ieder van ons de vraag gesteld: welke vijf dingen moet iemand in een cirkel zetten om jou op te roepen? Bij mij was dat ‘bitterballen-glaasje port-klaverjasscorebloc-brei/haakwerkje-het blad Vorsten’.
Dat raadden ze natuurlijk al snel…..
Harriët had 5 cavia’s in de cirkel, maar bij de 1e cavia werd haar naam gelijk al genoemd!
In de ronde familiegeschiedenis (waar mijn broer en ik in uitblonken) kwamen er wat oude foto’s voorbij;  verder was het onderdeel Fami Lie of Nie ook erg leuk. Bij een foto van een jonge koningin Juliana vond één groep dat dat best familie zou kunnen zijn; dat was ook het geval bij een random arbeider met een kruiwagen. Anderen herkenden hun eigen overgrootvader Andries Vrieswijk niet eens.

Meer hoef je eigenlijk niet te organiseren op zo’n bijeenkomst; toen de quiz klaar was wandelden we naar Moeke Vaatstra, die ons verwende  met een heerlijke lunch en daarna namen we afscheid met de belofte: “Tot de volgende keer!”

Kat Sam had trouwens ook een geweldige dag: hij wentelde zich in alle aandacht en zat gezellig in de kring.

Hierbij een link naar de vorige Cornelis Clan-bijeenkomst in 2020, van daaruit kun je doorklikken naar voorgaande edities.

Reageren

6 oktober: Geen souvenirs.

Wij zijn niet zo van de souvenirs.
De boodschappen die we in Italië hadden gekocht en die niet op waren namen we mee naar huis, zodat we nu nog echte Italiaanse pasta eten.
En pruimenjam.
En frivole Italiaanse keukenrol gebruiken met blauwe strepen.
Maar we kochten dus geen Pisa-toren-sleutelhangers en ook geen Michelangelo-David-tas.
Tijdens de wandelingen en fietstochten die we daar maakten sprokkelden we in twee weken een stuk of zeven hele dikke dennenappels bij elkaar. De dochters mochten er alledrie één kiezen, één gaat in de kerstboom met een grote kerststrik erom en één heb ik deze week verwerkt in een bloemstuk dat al een paar dagen bij ons op tafel staat.

In het voorjaar van dit jaar hebben we allemaal nieuwe plantjes in onze voortuin gekregen en daar is o.a. siergras ingekomen.
Je ziet het op de afbeelding hiernaast; dat heb ik gebruikt voor de finishing touch van het bloemstuk.
Als basis voor het bloemstuk gebruikte ik een grote platte schaal en maakte een drie-kwart ring van oasis. Waar geen oasis zat zette ik de dikke dennenappel neer.
Daarnaast gebruikte ik hortensia, skimmia, callicarpa (paarse besjes), sedum en als laatste prikte ik dus de siergrasjes er in. Rondom legde ik wat kastanjes en wat bolsters.

Geen dikke kaars deze keer, maar een kleine waxinelichtjeshouder van bewerkt glas; dat zette ik op een omgekeerd glas, zodat het lijkt alsof het lichtje bovenop het bloemstuk staat.
Op de afbeeldingen op dit blog zie je hoe het is gemaakt, een zijaanzicht en een foto van de bovenkant.
Als je op de afbeeldingen klikt, krijg je een vergroting.

Geen souvenirs, toch een leuke herinnering.

Reageren

Pagina 1 van 354

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén