Midden op mijn rug, ongeveer 15 centimeter boven mijn BH-bandje zit een een bruin vlekje.
Je kunt je afvragen hoe ik dat weet, want ik heb geen ogen in mijn rug.
Er kriebelde steeds iets daar en met een klein spiegeltje keek ik in de grote badkamerspiegel op mijn rug.
Hoe het aanvoelt weet ik ook niet want ik kan er met mijn handen nét niet bij; net niet bovenlangs en net niet onderlangs.
Zie je me staan voor die spiegel? Als een soort slangenmens met die armen omhoog en/of omlaag.
Wat een gedoe.
Toen vroeg ik Gerard om er even naar te kijken.
‘Tja. Het is wel iets dikker. Misschien moet je er even mee naar de dokter?”
Dat had ik zelf ook al bedacht, maar ook dat vind ik gedoe.
Toen ik begin april voor mijn APK-keuring bij praktijkondersteuner Sabrina zat dacht ik: ‘Ik vraag het haar.’
“Tja. Inderdaad wel iets om even te laten controleren.”
Zat ik toch nog aan een andere afspraak vast.
Vorige week kon ik terecht.
“O, dat is niet iets verontrustends, hoor: dat noemen we een ouderdomswrat”.
‘Ja joh, wrijf het er nog maar even in…’ dacht ik maar gelijk daarna zei ze: “Wordt ook wel ‘wijsheidsvlek’ genoemd”.
Kijk, dat klinkt toch een stuk beter? Die hou ik er in.
Ik maak er grapjes over, maar ik was erg opgelucht dat het niet iets met kanker was.
Je hoort tegenwoordig zoveel rare verhalen om je heen die beginnen met zo’n plekje.
Voor de zekerheid keek de huisarts mijn armen, mijn benen en mijn gezicht ook nog even na op verdachte plekjes, maar ze kon niets vinden.
Ze liet me ook nog even foto’s van zien van hoe wél verontrustende plekjes er uit zien.
Meer rood/rozig met witte schilfers of een korstje.
Onwillekeurig moest ik denken aan die beroemde conference van Wim Sonneveld: … ‘hup, weer een sweer op het doek… daar gáán me krokette’ maar ik dwong mezelf om ergens anders aan te denken.
Goed om te weten en goed om je te laten voorlichten over hoe om te gaan met dit soort plekjes.
“En goed insmeren in de zon: je huid goed beschermen” kreeg ik nog mee als advies.
Bedankt dokter.
Eenmaal thuis had ik natuurlijk ‘de krokette van ’t nút’ in mijn hoofd.
Met de notabéle.
En de afgríjselijke swere.
Ook nog even genieten van dit onvergetelijke verhaal van Simon Carmiggelt in de uitvoering van Wim Sonneveld?
Hierbij een link naar een YouTube-fragment.