De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

6 november: Christmas sells.

Een titel in het Engels vandaag op mijn blog.
Het onderwerp komt ook uit Engelstalige landen naar ons toewaaien.
Beetje cryptisch begin van een blog, maar ik kan het uitleggen.

Gistermorgen stond ik om 09.15 uur bij de lege flessenautomaat bij de Jumbo.
In het looppad naast de rijen winkelwagentjes stonden grote pallets van Maripaan met groene plastic guirlandes opgedirkt met gouden ballen.
Ik dacht: “Die zetten ze vast nog even in het magazijn, het is immers nog maar begin november” maar toen ik met mijn boodschappen bij de zelfscankassa’s kwam was het daar een drukte van belang, want bij iedere kassa werd een groot kerst-ornament opgehangen: groene plastic  guirlandes met gouden ballen. En lichtjes.

In augustus liggen de pepernoten al in de schappen en terwijl Sint Maarten nog niet is gevierd en Sinterklaas nog niet eens in het land is, is het al volop kerst bij de Jumbo.
Ieder jaar is het vroeger kerst.
Op 7 december 2018 publiceerde ik het blog ‘Omschakelen’.
Daarin schreef ik : “Gistermorgen zag ik twee speciaal ingehuurde krachten als een razende de supermarkt in kerstsfeer brengen. Want 6 december. Snel, het is maar zo weer kerst!”
Dat blog nog eens lezen? Klik hier.
Nu schrijven we 5 november.
6 jaar later is het een maand eerder ‘Christmas in the supermarket’.
Zoals ik al schreef in de bovenste alinea: dit fenomeen komt uit de Engelstalige landen naar ons toewaaien.
Daarom hebben wij in Nederland nu ook Halloween, Black Friday en Valentine.
Meer feesten en eerder kerst.

Zouden we daar nou echt zoveel gelukkiger van worden?

Reageren

5 november: Gastblog van Jan Vonk – Een virus in het zwart.

Ik ben Jan Vonk en ken Ada al van 25 jaar geleden toen ik samen met haar dochter Frea in de klas zat op de middelbare school. Daarnaast kwam ik Frea en Ada geregeld tegen in de kerk. Heel erg bedankt Ada, dat ik voor jouw website een gastblog mag schrijven over hoe ik tot het schrijven en publiceren van mijn niet zo alledaagse boek ben gekomen.

Ik ben verzot op spellen en boeken, maar zag ze altijd als twee aparte dingen. Totdat ik ongeveer tien jaar geleden een PDF van een spel online vond. Het was een zogenaamd “gamebook”. Een spel in boekvorm waarin de tekst is opgedeeld in secties en je aan het eind van elke sectie uit een of meerdere mogelijkheden kan kiezen om het verhaal te vervolgen. Dit principe kende ik al, maar wat dit boek speciaal maakte was dat het ook spelmechanismen bevatte. Met pen en papier moest je bepaalde keuzes en informatie bijhouden die later weer invloed op het verhaal hadden.

Online kwam ik er achter dat er in het Engels een heel genre bestond van dit soort gamebooks. Hoe meer ik las, hoe enthousiaster ik werd. Aangezien er vrijwel geen Nederlandstalige gamebooks waren, vroeg ik me af of ik ook zoiets zou kunnen bedenken.
In mijn jeugd hield ik erg van schrijven, voornamelijk griezelverhalen. Het hoogtepunt was dat ik een van mijn verhalen mocht voorlezen op het kamp van groep acht. Bij het kampvuur werd er gegriezeld en iedereen, mezelf inbegrepen, genoot van het verhaal.

Daar aan terugdenkend, bedacht ik me dat ik misschien ook wel een gamebook zou kunnen schrijven. Al snel spookten allerlei ideeën voor een boek door mijn hoofd en was ik aan het experimenteren met spelmechanismen.
Na een heel aantal mislukte proefballonnetjes had ik een concept waar ik enthousiast van werd: een detective/thriller waarin je onder tijdsdruk een aanslag moet proberen te voorkomen. Ik kwam in een flow en het schrijven verliep soepel. Daarnaast bedacht ik spelmechanismen waardoor je je tijdens het lezen een echte detective waant.

Door corona en de komst van onze tweede dochter kwam het schrijfproces volledig stil te liggen. Toch was het boek niet uit mijn hoofd verdwenen en begon ik me steeds meer te realiseren dat dit idee het waard was om verder uitgewerkt te worden. Na twee jaar begon het zo te kriebelen dat ik er weer mee verder ben gegaan.

In die periode begon het boek als een puzzel in elkaar te passen. Waar het voorheen nog losse verhaallijnen en ideeën waren, werd het steeds meer één geheel. Het was een spannende fase waarin ik nog steeds niet helemaal wist wat ik met het boek wilde doen. Uiteindelijk gaf mijn vrouw mij het laatste duwtje om op zoek te gaan naar proeflezers.

Het bleek niet zo lastig om een aantal mensen te vinden die het boek wel wilden lezen en van feedback voorzien. De proeflezers vonden het verhaal, de puzzel en de beleving die het boek bood erg boeiend. Met hulp van mijn proeflezers en veel uitzoekwerk heb ik mijn boek verder klaargemaakt voor publicatie.

Nu is het bijna zo ver. Op negen november gaat mijn boek de wijde wereld in. Ik hoop dat de lezers, net als ik, genieten van een boek waarbij het verhaal en de spelmechanismen samenkomen en een unieke belevenis vormen die voor niemand hetzelfde is.

Op 9 november om 14:00 uur presenteer ik mijn boek “Een virus in het zwart” in de boekhandel Daan Nijman in Roden. Meer informatie en een PDF met demo versie van het boek kun je vinden op mijn website: janvonkgamebooks.com.

Reageren

4 november: Toscane -10. Wat nou scheef?

Als we vertelden dat we in Toscane waren geweest, was bijna altijd de vraag “En? Heb je de toren van Pisa ook gezien?”
Jazeker.
We gingen er met de auto heen en zetten die op een grote parkeerplaats buiten de binnenstad.
We stonden eerst wat gebrekkig te communiceren met een jong stel over het kopen van een parkeerkaartje, maar na een paar zinnen bleek dat zij ook Nederlands waren. Wat praat je dan ineens gemakkelijk!

We hadden in het ANWB-boekje van Toscane een plattegrondje van Pisa en zochten eerst maar eens de beroemde toren op.
Het is een toeristische attractie van wereldformaat, net als de Eifeltoren, dus er zijn heel veel toeristen.
Wij hebben ons een tijdje kostelijk vermaakt met het kijken naar mensen die ‘de foto’ wilden maken van de toren: met je handen tegen de scheve toren zodat het lijkt alsof je hem recht duwt.
Natuurlijk maakten wij ook zo’n foto, maar niet met onze handen, maar met een scheve Gerard ervoor.
“Als je de foto dan rechtzet lijkt het net of de toren niet scheef staat….”
Als je kijkt naar de twee foto’s hieronder zie je het resultaat.
Gerard stond kennelijk nog schever dan de toren, want de toren is digitaal rechtgezet, maar Gerard helt nog een beetje opzij!

Even een klein stukje geschiedenis: het is een campanile (klokkentoren), die hoort bij de kathedraal Duomo di Pisa.
Toen men met het ding begon te bouwen in 1173 begon de toren al over te hellen. Men bouwde toch ‘loodrecht’ door op dat verzakte begin, waardoor de toren niet alleen scheef, maar ook krom is. In 1990 is er een grote restauratie geweest om te voorkomen dat de toren om zou vallen; toen is de helling teruggebracht van 5.5 graad naar 3.99 graad. Hij staat nu 3.9 meter uit het lood.
Toen wij daar waren, werden we overvallen door een dikke regenbui.
We stonden onder een wat krakkemikkige paraplu met onze rug tegen de dom aan en vonden dat we wel heel veel water op ons parapluutje kregen. Achteraf bleek dat we onder een lekke dakgoot stonden….

We schuilden met veel mensen in de hal van het Sinopie Museum, waar een plaquette hing met het verhaal van het gebouw: het was een voormalig ‘ziekenhuis’ waar armen, pelgrims en zieken werden verzorgd. Het maakte deel uit het kerkelijke complex waar ook de dom en de toren bij hoorden.
Waar je ook bent in Italië: het is allemaal oud en maakt deel uit van de middeleeuwse geschiedenis.
Pisa was een maritieme republiek van belang in Italië; de stad beleefde haar glorietijd in de 12e en 13e eeuw; in de 14e eeuw werden scheepvaart en handel onmogelijk door de verzanding van de haven.

We maakten nog een mooie stadswandeling langs de oevers van de Arno, waar ik nog een foto maakte van de wegtrekkende donkere wolken die de bovengenoemde regenbui veroorzaakten.
Ook in Italië is het niet altijd mooi weer.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie

Reageren

3 november: De groene vakjes zijn klaar…..

Het zit al even in de pijplijn: er komt een tijdschrift aan ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van de website.
Met ons gezin zijn we er al even druk mee: we denken dat we het eind dit jaar kunnen uitgeven.
Er staat al mooi wat in de steigers: collega’s, vrienden, medezangers, familie en bekenden die ik had gevraagd om een bijdrage te leveren aan mijn tijdschrift hebben hun teksten en foto’s al aangeleverd, Gerard is ook al klaar en de dochters en ik leggen de laatste hand: wij zijn bezig met de puntjes op de i.

Op de afbeelding hiernaast zie je het werkdocument dat al een tijdje op ons prikbord hangt.
Ieder hokje (4o in totaal) is een bladzijde van het tijdschrift.
Als het hokje groen is, dan is die pagina helemaal klaar: tekst, foto’s en het goede lettertype.
‘Spannend’ is een understatement.
Vorig weekend bogen dochter Harriët en ik ons over de vraag: hoe gaat het dan als mensen je tijdschrift willen bestellen?
Hoe zit het met de verzendkosten?
Weet ik niet.
Wordt vervolgd; ze heeft toegezegd dat ze gaat uitzoeken hoe het zou kunnen.
Binnenkort gaat er een PDF bestand naar de drukploeg van onze PKN-gemeente voor een proefdruk-exemplaar, daarna lopen we alles nog eens langs en moet het klaar zijn.

Tien jaar ‘De waarde van de dag’ in 40 pagina’s.
Iedere dag een blog: ik draai er mijn hand niet voor om. Maar zo’n tijdschrift maken, dat is ‘different cook’ zou Van Gaal zeggen. Bijna iedere dag ben ik er wel even mee bezig; hier nog een foto bij, daar nog een kantlijn wat opschuiven, een zin aanpassen die niet helemaal goed loopt, een kopje tekst aanpassen……. wanneer is het helemaal af?
Aan de andere kant: helemaal perfect krijg je het nooit. Er staat vast wel ergens een typefoutje, ongetwijfeld mist er toch nog iets en we vinden achteraf vast dat sommige dingen anders hadden gemoeten. En ook al is het iets dat ik me helemaal zelf op de hals heb gehaald: ik denk dat ik straks blij ben als het definitief bij de drukker ligt.
Nog even geduld dus, maar het wordt leuk!

Reageren

2 november: Stadswandeling

Gistermiddag belde ik rond 12.00 uur aan bij het huis van mijn broer en schoonzus in Assen; ik had namelijk een afspraak met onze neef Cor voor een stadswandeling in Assen.
Cor studeert geschiedenis aan de Universiteit in Groningen en als je mijn blog al een tijdje volgt, dan weet je dat ik graag met hem op pad ben, al was het alleen al omdat we dan oeverloos kunnen kleppen over geschiedenis.
Hij zou mij Assen laten zien en misschien ook wat plekken die ik nog niet kende.

Maar we gingen eerst met z’n tweeën lunchen.
Hij kroketten, ik courgettesoep; lekker en gezellig!
Daarna liepen we over de Brink naar de plek waar het oude Wilhelminaziekenhuis heeft gestaan, maar dat wist ik natuurlijk al, want daar is onze oudste dochter geboren!
Even bij Bartje langs en toen langs de oude abdijkerk.
“Hoe zal dat dan geweest zijn met dat klooster toen” vroeg Cor “ik zie die nonnen hier dan al lopen …….”
Kijk.
En dát is dus het geschiedenisgevoel dat ik ook al met mijn vader deelde: in onze verbeelding zien we op zo’n historische plek de dingen voor onze ogen gebeuren.
Hoe herkenbaar.

….. fundamenten…..

Na de binnenstad nam Cor me mee naar Landgoed Valkenstijn.
Het landgoed is er nog wel, maar het bijbehorende huis niet meer; het enige wat er nog van over is zijn de fundamenten.
En een graf.
In de tuin van het landgoed liggen Augustinus van Valkenstijn en zijn vrouw Louise Aubry d’Arancey begraven.
Een zwart doodshoofd kijkt je grimmig aan vanaf een grote, ijzeren kist.
Toen Alexander en Louise er nog woonden zonderden ze zich nogal af van de andere bewoners van Assen, waardoor er nogal wat verhalen over hen de ronde deden, maar niets daarvan is ooit bewezen.
Na hun dood is het huis nog wel door een aantal mensen bewoond, maar het verkrotte op den duur.
Meer weten? Hierbij een link naar een artikel over het landgoed op Wikipedia.

Maar gelukkig: het park erom bestaat nog en dat is een echt aanrader: het was prachtig gisteren met die mooie herfstkleuren!
Was dat het?
Nee man! We gingen nog naar een hunebed en naar een poepenhemel.
Hè?
Ja. Je leest het goed, maar dat past allemaal niet op één blog.
Wordt vervolgd.

Reageren

1 november: Een waarschuwing.

En weer heb ik een diploma gehaald! Een heel klein certificaatje weliswaar en het kostte ook maar een half uurtje tijd, maar toch.
Het was een les die we konden volgen op intranet van onze werkgever en het onderwerp was: “Hoe ontmasker ik een phishing mail?” Je leerde waaraan je een phishing mail kunt herkennen en wat je moet doen als je er één ontvangt.

Bij phishing proberen internetcriminelen je met e-mails naar valse websites te lokken om vervolgens gegevens of geld te verzamelen. Die mails worden steeds echter en daarmee moeilijker te onderscheppen. Een gevaar voor je privé gegevens, maar ook voor onze werkgever.
Hoe onschuldig het soms ook lijkt, de risico’s zijn groot.

De afgelopen jaren heeft onze ICT-afdeling een aantal phishing-simulaties uitgevoerd om de risico’s binnen ons bedrijf in kaart te brengen. Dan stuurden ze aan alle medewerkers een email vanaf een vals emailadres, waarbij ze vroegen om je gebruikersnaam en wachtwoord. De eerste keer trapte ik er in en ik was  beslist niet de enige. De collega’s van Automatisering gebruikten daarna omfloerste taal: “De resultaten lieten zien dat we hierin nog veel werk te verzetten hebben…..”
Maar je word wel alert van dit soort test-phishing mails. Als er nu gevraagd wordt naar persoonlijke gegevens vul ik die pas in als ik zeker weet dan het van ons bedrijf is.

Benieuwd naar waar je op moet letten bij phishing mails?
Hierbij een link naar de website van het Ministerie van Economische zaken over dit onderwerp.

Bij ons koffieapparaat hangt nu een A4-tje met 7 aandachtspunten: zo ontmasker je phishing.
Gaat, net als bovenstaande website, als service van de zaak als afbeelding bij dit blog.
(klik op de afbeelding voor een vergroting).

Want je krijgt thuis ook van die mails en je wilt niet opgelicht of gehackt worden.
Weest op uw hoede!
1 Petrus 5 vers 8 😉

Reageren

31 oktober: Baat bij muziek.

“Welk lied raakt je in je ziel?”
Dat was de vraag die ik had gesteld in de uitnodiging voor de avond ‘Baat bij muziek’ die Gerard en ik hadden georganiseerd voor onze PKN-gemeente.
Als je je opgaf voor de avond was het de bedoeling dat je een lied opgaf en daarbij vertelde wat dat lied voor je betekent.
Voor mij een avond met een ‘dubbele agenda’, want ik had met de Vespercommissie overlegd dat ik samen met hen de vesper van november wilde vullen met de inhoud van deze avond.
Van te voren vond ik het best spannend om de avond te koppelen aan de vesper-viering.
Stel je voor dat niemand zich opgeeft?
Of dat je heel veel dezelfde liederen aangeleverd krijgt?
Samen met Janny van de vespercommissie nam ik het risico.
“Als we geen input krijgen vullen we de viering met onze eigen ervaringen op het gebied van muziek of ik vraag wat input van de cantorij. We moeten maar een beetje vertrouwen hebben in de goede afloop.”
We hadden ons voor niets zorgen gemaakt.
Heel langzaam druppelden de aanmeldingen binnen, de laatsten zelfs nog op maandag; maandagavond werkte ik het lijstje uit, we hadden 14 namen op papier.
En de diversiteit was prachtig!

Tegenwoordig kun je bijna alle muziek vinden op Spotify en ik had voor die avond een afspeellijst gemaakt onder de naam ‘Baat bij muziek’.
Dat is een openbare afspeellijst: als je benieuwd bent kun je hem opzoeken.
De opzet van de avond was eigenlijk simpel: ik gaf iemand het woord, die vertelde iets persoonlijks over haar/zijn lied en vervolgens lieten we het lied horen vanaf Spotify met een geluidsboxje dat ik van huis had meegenomen.
Het zal je niet verbazen: het was ontroerend.
De verhalen, de liederen en wat we met elkaar deelden.
“Deze avond deed meer met me dan een kerkdienst; dat vind ik vaak toch vooral één-richtingsverkeer” merkte een deelneemster op.

Waar ik niet op had gerekend, was dat er een ook een paar deelnemers waren die zich niet hadden opgegeven en dus ook geen lied hadden genoemd.  Verder waren er deelnemers die meer dan één lied hadden aangeleverd: “Ik kan niet kiezen, dit is allemaal even mooi!”
Maar dan moest ik toch streng zijn: één lied mag je kiezen. Bij één deelnemer heb ik zelfs advies gegeven: doe die van Daniël Lohues maar…..

Over de inhoud van de avond zal ik op dit blog nog niet veel vertellen: zondagavond 17 november om 19.00 uur is de Vesper waarin sommige liederen en verhalen worden voorgelezen en gezongen. Je bent die avond van harte welkom om in die viering met ons mee te doen/luisteren.
Je kunt ook digitaal aanhaken via Kerkomroep of YouTube.

We begonnen de avond met  het lied ‘Baat bij muziek’ van Daniël Lohues waar we deze avond naar hadden genoemd.
Luister hier naar dat prachtige lied: ‘De iene hef baat bij een borrel of twee, de ander hef baat bij mooi weer…..maor w’hebben allemaol baat bij muziek!’

Reageren

30 oktober: Toscane – 9. Brunella & Antonio

Met deze zin besloot ik blog nummer 8 over Toscane:
De mevrouw van de navigatie riep: “U heeft uw bestemming bereikt”, maar wij reden het dorpje al weer uit.
Waar is La Tanna?

Achteraf waren we al lang gespot in het mini-dorpje. Er rende een mevrouw naar onze auto die vragend zei: “La Tanna?” en op ons bevestigend antwoord wees ze op zichzelf. “ME!” Ze stelde zich voor als Brunella.
Achteraf was dat het enige Engelse woord dat we van haar hebben gehoord. Ze nam ons mee naar het appartement dat we gehuurd hadden, liet het ons met een grote glimlach zien terwijl ze Italiaanse woorden riep.
Camera da letto! Cucina! Bagno!
Daarna gingen we naar een kantoortje/receptie waar we haar man ontmoetten.
Hij heette Antonio; hij kon wel Engels.
Hij vertelde ons wat we moesten weten, we kregen de wifi-code en toen konden we ons installeren.

Antonio en Brunella bestieren het landhuis vanuit hun eigen huis even verderop.
Wij woonden een paar dagen in een klein, landelijk gehuchtje dat bestond uit wat boerderijen en bijgebouwen, een hele rustige accommodatie op het platteland in de heuvels van Livorno. De kippen scharrelden in hun hok (wij kregen dagelijks verse eieren) en de katten liepen ook zo af en toe bij ons langs.
In andere jaren was het echtpaar vast een stuk actiever dan nu (er waren bijvoorbeeld geen wijnproeverijen) maar dat had ook een reden: hij had aan het begin van de zomer een hartoperatie gehad en was nog herstellende.

We waren de enige gasten en hadden het hele buitengedeelte voor onszelf.
Er zat één student in het appartement boven ons, maar die zagen we bijna niet.
Als we wilden zwemmen in het zwembad grapten we ’s morgen tegen elkaar: “We moeten wel even een handdoek op de stoelen leggen…!”, maar in de praktijk hadden we het zwembad voor ons alleen.
Heerlijk; lezen, borduren, puzzeltje maken, we hebben genoten.
Hier was het veel minder heuvelachtig dan bij ons vorige logeeradres.
We gingen op fiets naar de supermarkt en ook Luca en Marina di Pisa hebben we op de fiets bezocht.

Na de prachtige, oude steden die we hadden gezien viel het dorp Collesalvetti wat tegen.
Op één van onze fietstochten kwamen we langs de begraafplaats, waar ik graag even een kijkje wilde nemen.
Dat leerde ik van mijn vader; op een kerkhof zie je altijd een stukje cultuur en geschiedenis van de streek.
Op ieder graf vind je daar een foto van de overledene.
(klik op de foto voor een vergroting, dan zie je de portretjes).
’s Lands wijs, ’s lands eer.

Benieuwd naar dit vakantieadres?
Hierbij een link naar hun website.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

29 oktober: Houthakker zoekt boom.

Met Gerard maakte ik vanmiddag even een kleine wandeling naar de Brink.
Het was rustig herfstweer.
In de buurt van de Mensinge zagen we een prachtige paddenstoel staan aan de kant van de weg: tussen het voetpad en de autoweg in.
Een inktzwam.
Op internet las ik dat het de geschubde inktzwam is en dat die best veel in Nederland voorkomen, maar ik zie ze niet zo vaak, dus ik vond het bijzonder.
Naast dit mooie exemplaar stonden nog twee inktzwammen, maar die waren al in verregaande staat van ontbinding.

De herfst is mijn favoriete seizoen.
In onze tuin staan de twee potten met Mandevilles en Vlijtige Liesjes, die de hele zomer uitbundig hebben gebloeid nog ontzettend hun best te doen, maar we weten dat ook die bladeren straks geel worden en gaan afvallen en dat de witte en rode bloemen gaan sterven.
Tuinkabouter Gradus staat er ook een beetje triestig bij.
Hij had een nieuw plekje gekregen onder de jonge, Spaanse zilverspar, nadat onze oude Koreaanse zilverspar was omgezaagd. Een foto van de trotse tuinkabouter vind je op het blog ‘Is dit nu mijn leven?‘ uit mei van dit jaar.
Maar er is iets niet goed gedaan met die Spaanse spar.
In het begin kwam hij goed aan, kreeg allemaal nieuwe scheuten en wij verheugden ons al op weer zo’n mooie, grote kerstboom in de tuin.
Maar toen wij terugkwamen uit Italië was hij helemaal bruin en liet al zijn naalden vallen.
Gradus stond met zijn laarsjes tot de enkels in de bruine sprietjes.

Nu houdt hij de wacht onder de zonnewijzer tussen de twee zomerpotten in.
Niet echt een goede plaats voor een houthakker…..misschien versieren we met kerst wel een jong, Spaans zilversparretje in huis, dan zetten we die na kerst in de tuin.

Reageren

28 oktober: Bericht aan de zomertijd.

Zondagmorgen; de wekker gaat.
Ik kijk opzij naar de wekkerradio en zie 09.25 uur.
Mijn eerste gedachte: “TE LAAT!”
Voor de kerkdienst wel te verstaan.
Maar de wekkerradio van Gerard gaf de zomertijd nog aan.
Het was 08.25 uur en er was tijd genoeg.
Toen ik ging douchen begon op Radio 5 het programma ‘de Sandwich’ van Jacques Klöters.
“Goedemorgen. Heb je lekker geslapen? Misschien wel een uurtje langer dan anders…..”

Jacques begint altijd met het voorlezen van een gedicht; hij had gezocht naar een gedicht over de wintertijd en las het gedicht ‘Bericht aan de zomertijd’ voor dat zaterdag 26 oktober was gepubliceerd door Ingmar Heytze.

Nog weken na het ingaan van de wintertijd
zegt mijn schoonmoeder dingen als
“Ben je ook zo moe, het is natuurlijk
eigenlijk al half elf.” Let wel: nog weken.

De tijd hangt met plakband en punaises
aan de wereld vast. Hij wordt met tegenzin
vooruitgeduwd en vervaarlijk krakend teruggezet.

Er is de ochtend dat je wakker wordt
met gratis kater van te weinig slaap
er is het uur aan dromen dat weer over moet.

Mijn schoonmoeder staat op, uit het lood
haar jetlag verdwijnt met iets minder
dan een halve minuut per dag

tot de zomertijd weer ingaat en zij samenvalt
met wie zij is: een februarikind dat,
net als ik, de dagen liefst
ziet lengen.

In het kader van de stemweek voor de Evergreen Top 1000 is het eerste liedje dat hij draait ‘Summertime’ van Ella Fitzgerald en Louis Armstrong.
‘De tijd hangt met plakband en punaises aan de wereld vast…..’
Wat een mooie zin en wat een mooi begin van de zondag.

In de kerkdienst van zondagmorgen werden we bepaald bij de stilte; het was ‘De dag van de stilte‘.
Bezinning, mooie muziek en stilte.
Soms heb je niet meer nodig voor een viering.

Reageren

Pagina 1 van 357

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén