een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 1 van 270

15 januari: Een cymbelster.

Voor de kerstdagen bezochten wij de voorstelling ‘Advent’ van Daniel Lohues met Holland Baroque.
Daarover schreef ik een blog op 23 december onder de titel: ‘Moi‘.
Toen hij vertelde over kerst en hoe hij dat beleefde als organist liet hij ons een ‘Zymbelstern’ zien die hij ergens in Duitsland 0p de kop had getikt.
In het Nederlands heet het een cymbelster en het is een ‘feestelijk’ orgelregister.

Aan dat register zitten geen pijpen, maar één ster; meestal zit die boven het orgelfront.
Achter die ster zit een wiel met belletjes Als je de cymbelster inschakelt, wordt er lucht langs dat wiel geblazen.
Daardoor gaat de ster draaien en produceren de belletjes een vrolijk geluid.
Lohues schakelde de cymbelster in bij de toegift die werd gespeeld. Na het applaus, toen iedereen de zaal al uitliep, stond de ster nog vrolijk te bellen.

Naderhand vroeg ik me af of dat feestelijke register ook op het Hinszorgel in de Catharinakerk zit.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Voor een antwoord op die vraag stuurde ik een mail naar Erwin Wiersinga.
Dit was zijn antwoord:

Dag Ada

Nee, dat had je wel gehoord!
Het is een Duits dingetje.
In Nederland zijn ze minder gebouwd of verdwenen.
Veel te werelds voor de Calvinisten!

Hartelijke groet, Erwin

Jammer ja.
Mooie toevoeging wel: veel te werelds…..
Het zette mij aan het fantaseren over de tijd waarin het orgel werd gebouwd.
Het orgel kwam er dankzij een legaat van Maria Catharina Hoppinck in 1776.
Zij woonde in Den Haag, maar had een bijzondere band met Roden.
Zij was de achterkleindochter van Gayus Hoppinck, de tweede predikant in Roden na de Reformatie.
De bouw van het orgel werd opgedragen aan Albertus Anthoni Hinsz te Groningen.
Op 4 juni 1780 werd het instrument ingewijd; dat is bijna 250 jaar geleden.
Wie zaten er toen in de kerk?
Strenge Calvinisten?
En wie speelde op dat orgel?
Wat zongen ze toen dan?
Er is heel weinig bekend over de Hervormde gemeente zo’n 100 jaar na de reformatie.
Wil je weten wat er wel bekend is over de Catharinakerk? Hierbij een link naar een digitale versie van het boekje: ‘Negen eeuwen Catharinakerk in Roden‘.
In het hoofdstuk 4 (op pagina 12) vind je informatie over het onderwerp ‘Roden na de reformatie’.
Maar wie er ook op dat orgel speelde: het was vast niet zo mooi als wat we ’s zondags horen met organisten als Chang Lee Jong, Arjan Schippers en Erwin Wiersinga.

Hierbij een link naar een video waarin Erwin orgel bespeelt: je luistert dan naar een uitvoering van Prelude in C (BWV 545) van Johann Sebastian Bach.
Zonder belletjes.
Maar prachtig!

Reageren

13 januari: Op maat.

Tijdens de kerstvakantie genoot ik van mijn vrije tijd tijdens ons weekje Casa Grada.
Breiwerk en borduurwerk mee, een tasje met haakspullen, een boek en wat tijdschriften.
Na vier dagen had ik vier glazen potjes die ik niet weggooide, maar waar ik een hoesje omheen haakte.
Dat had ik ooit geleerd bij Ina in haar B&B ‘de Beddestee’ in Ruinen: in augustus van vorig jaar blogde ik daarover onder de titel: ‘Gehaakte lampionnetjes á la Ina‘.

Dit waren de potjes:

en zo zijn ze geworden:
 
* Het potje van de doppers en wortels van Hak kreeg een jasje met drie sterren naast elkaar die precies naast elkaar pasten.
Daar moet je natuurlijk even wat voor uitproberen: de eerste keer moest ik het tot aan de bodem weer aftrekken, maar de tweede keer kwam het precies uit.
* Het potje van de mosterd-dille dipper is zeskantig; om de ronde bodem zeskantig te krijgen haakte ik de laatste bodemtoer van vasten, waar bij ik op 6 plaatsen een half stokje, een heel stokje en een half stokje haakte, zodat het een zeskant werd.  Daarna haakte ik op die zes punten 3 stokjes naast elkaar en voor de rest gaatjes: zo lopen de drie stokjes boven elkaar gelijk met de ‘ribben’ van het potje.
* Het potje van de Limburgse mosterd heeft de vorm van een klein kruikje: dat kreeg een netwerkje om zich heen van boogjes van 4 lossen dat bovenaan een beetje naar elkaar wordt toegetrokken met een toer van lossenboogjes van 3 lossen.
* Het potje rode bieten is kleiner dan dat van de doppers en wortels. Daar wilde ik iets omheen haken in de vorm van deze gehaakte lampion.
Ingewikkeld! Ik begon net als bij de anderen met het haken van een cirkeltje zo groot als de bodem van het potje en stopte toen met meerderen. Daarna haakte ik 1 toer stokjes en 1 toer vasten.
(ik had 36) Toen haakte 6 reepjes (11 toeren van 4 vasten) en toen het eruitzag zoals hiernaast pakte ik de reepjes gedraaid weer op en haakte ze zo aan elkaar met telkens 2 lossen ertussen. Toen nog een toer vasten, vervolgens een toer 2 halve stokjes met 1 losse ertussen (voor de gaatjes voor het koordje) en ik eindigde met een toer 3 vasten in ieder gaatje.
Toen vond ik het niet mooi: de ruimte tussen de gedraaide reepjes was veel te groot, je zag het waxinelichtje gewoon staan.
Ik nam tussen de reepjes steeds vier vasten op in een contrasterende kleur en haakte weer 6 reepjes van 11 toeren.
Die draaide ik ook weer een slag en zette ze met stiksteekjes vast tussen de eerste serie reepjes.
Snap je er niks van?
Snap ik.
Gewoon uitproberen.
Als je op de afbeeldingen klikt, komen we ze wat groter in beeld, dan zie je de stekenstructuur wat beter.
Het duurt eem maor dan he’j ok wat.

Heerlijk: een paar uren prutsen met stokjes, vasten en lossen, uithalen, tellen, opnieuw haken, weer tellen, toch even weer uithalen……dat is voor mij vakantie!

Reageren

12 januari: Op mezelf. (2)

In het blog ‘Op mezelf‘ schreef ik dat ik me een week had teruggetrokken in Westerbork.
Daarop kreeg ik een paar mooie, waardevolle reacties en naderhand vragen in de trant van “Heeft het je gebracht wat je er van verwachtte?”
Jah!
Van te voren vroeg ik me af of ik alleen kon zijn.
In veel opzichten lijk ik op mijn vader en die kon niet goed alleen zijn.
Hoe zou dat met mij gaan?
Ik genoot er van.

In de woonkamer zette ik de laptop op de grote tafel, de stander met de muziekmap en de accordeon zette ik aan de andere kant in het licht bij het raam, een vers ‘Peter Robinson’-boek op de salontafel, het breiwerk op de bank en het haaktasje ‘voor handen’ naast de bank.
Op de tweede dag trakteerde ik mezelf op een bezoek aan het Drents Museum.
Geen haast en alle tijd genomen voor Labyrinthia; het eerste blog daarover publiceerde ik gisteren.
De derde dag bracht ik door in gezelschap van tante Trijn in Klazienaveen.
Mann verliert niemals die gemeinsam verbrachte Zeit.
Ook maakte ik een aantal lange wandelingen. Willem schreef het al: de omgeving van het Timmerholt biedt veel gelegenheid  om te wandelen, maar ook voor ‘gedankenloses Denken’.
Veder schreef ik een paar blogs en redigeerde het tijdschrift ‘de Waarde van de dag’ dat binnenkort gedrukt wordt.

Het meer bij zonsopkomst.

Na vier dagen kwam ik tot de conclusie: leuk dit.
Net als Janny in één van de reacties kan ik zeggen dat ik door mijn ouders zo ben opgevoed dat ik zelfstandig kan wonen en dat ik voor mezelf kan zorgen, zowel praktisch als emotioneel.

Ook het eten was geen probleem: een bakje stamppot mee uit de diepvries van thuis, een aangeklede lunch in Assen, een potje rode bieten én…… een portie bami mét van de afhaal-Chinees in Westerbork; daarvan hield ik nog twee ruime porties over voor thuis.

Natuurlijk helpt in zo’n week dan de dagstructuur die zo bij mij hoort.
Ik begon iedere dag met de yoga-pilates oefeningen en een sudoku, ondertussen genietend van het uitzicht en het eenden- en aalscholvers gedoe op het meer en daarna de vaste eet- en drinkmomenten; denk daarbij o.a. aan 10.00 uur Drentse huisvrouwen-koffietijd.
Maar het werd eens wat later dan op andere dagen: als ik alleen ben vergeet ik de tijd nog wel eens.

Maar wat is alleen…… iedere avond belde ik minstens een half uur met Gerard om de dag te bespreken en dingen te overleggen.
Inmiddels ben ik weer thuis, niet nadat ik een ‘review’ had achtergelaten in ons eigen gastenboek.
Gerard had rozen gehaald, die staan nu in onze woonkeuken te pronken!
Eenmaal thuis is het ook wel weer heerlijk om het dagelijkse leven weer op te pakken, maar ik vind het zeker voor herhaling vatbaar!

Reageren

11 januari: Labyrintha – dwalen in Assen.

Labyrint betekent: ‘een type doolhof’.
En daar moet je inderdaad aan denken als je in het Drents Museum de semi-permanente tentoonstelling ‘Labyrinthia’ gaat bekijken.
Toen ik kind was nam mijn vader ons al mee naar Assen voor een bezoek aan het museum en ik ben er in de loop van mijn leven al ettelijke keren geweest. De vaste tentoonstelling is nu helemaal opnieuw ingericht: alle topstukken uit de collectie hebben een plekje gekregen in Labyrinthia.
Hoe zouden ze het vorm hebben gegeven?
Wat zien we wel en wat niet?

In mijn ‘Op mezelf’-vakantie ging ik er in mijn eentje naar toe.
Het was geweldig.
Bijna 5 uur heb ik er doorgebracht en ik heb me geen minuut verveeld.
Maar….. het is wel heel anders geworden! Vroeger begon je in de préhistorie en wandelde je langs een tijdbalk waarbij de verschillende vondsten werden getoond, nu loop je van zaal tot zaal en wordt alles op het gebied van archeologie, kunst en geschiedenis door elkaar gehusseld. Er zijn 15 Labyrinthia-zalen en steeds stap je een heel nieuwe wereld binnen.
‘De zaal van leven en dood’ bijvoorbeeld, over de hunebedden, hoe ze gemaakt werden, waar ze voor gebruikt werden en wat er zoal is gevonden.
Of ‘De zaal van de Status’ waarin de Prinses van Zweeloo de hoofdrol speelt (zie afbeelding).
Of ‘De zaal van de Uitvinding’ waar de Kano van Pesse in zijn vitrine ligt.
Eén van de mooiste kamers vond ik ‘De verwondering’, daar begin je je zoektocht door het labyrint.
Drie muren staan van boven tot beneden tjokvol spullen, die allemaal bij ‘het verhaal van het Drents Museum’  horen.
Midden in de kamer ging ik zitten op de grote bank en pakte een koptelefoon. Toen ging er een spot-licht naar het eerste voorwerp en hoorde ik het verhaal van het boek uit 1660 van J. Pickardt en zijn kijk op de hunebedbouwers.

Als je nu kind bent en door je ouders wordt meegenomen naar dit museum beleef je iets hééél anders dan ik vroeger.
Je gaat virtueel op mammoetjacht, je vaart in een boom-kano over een préhistorische rivier en je kunt voelen hoe scherp een vuistbijl is.
Het ‘Witte maegie’ is een digitaal, lief wit wezentje dat kinderen aanspreekt als ze op een handje drukken. Het kind in mij vond dat ook prachtig en ik drukte dan ook regelmatig op het handje om het meisje even weer te zien én te horen; wát een vondst!

Was het allemaal helemaal gloria?
Nou….
Er is geen route: je moet zelf op zoek naar de kamers.
In een gang kwam ik twee verdwaalde randstedelijke heren tegen die op zoek waren naar ‘het meisje van Yde’.
“Het is verdorie nog een grotere zoektocht dan op Schiphol….”
En verder is het rumoerig/lawaaiig door schermpjes en filmpjes die constant aanstaan: als je snel overprikkeld bent heb je daar last van.

Maar……. als je eens op een nieuwe, verfrissende manier geschiedenis & cultuur wilt opsnuiven, ga dan vooral naar Labyrinthia in het Drents Museum: een échte aanrader.
Tip: ga op een rustige dag én…… neem de tijd!

Reageren

10 januari: Kwetsbaar. Maar ook krachtig? (2)

Cor Keers.
Iemand uit onze PKN-gemeente die ik wat beter leerde kennen toen ik zijn boek ‘Geloven van wieg tot graf’ had gelezen.
Na het lezen ging ik een ochtend bij hem en Elly op de koffie in gesprek over het boek en ik bezocht twee avonden die in onze gemeente werden georganiseerd met onderwerpen uit dat boek als gespreksstof.
Vlak voor mijn ‘op-mezelf-vakantie’ begon hoorde ik dat hij is overleden, gisteren, donderdag 9 januari, was de begrafenis.
Daar zou ik anders vanzelfsprekend naar toe zijn gegaan, maar dat deed ik nu niet; ik bleef in Westerbork en volgde de viering digitaal, dat kan tegenwoordig gelukkig ook.

Cor was een belezen en erudiet man. In zijn boek vertelde hij openhartig over zijn leven: zijn succesvolle studietijd, zijn carrière als sociaal psycholoog, maar ook over zijn gang door de psychiatrie als patiënt, worstelend met psychosen.
Een scherpzinnige geest, maar een onhandig lichaam.
Naar aanleiding van één van die avonden beschreef ik in mijn blog daarover wat ik had geleerd:
– Kijk niet alleen naar de buitenkant van iemands leven; het is niet altijd wat het lijkt.
– En: durf je kwetsbaar op te stellen; dan straal je misschien wel meer kracht uit dan iemand die ‘het allemaal zelf wel redt’.
Dat was wat ook in de dankdienst voor zijn leven naar voren kwam: doordat Cor zich niet schaamde voor zijn kwetsbaarheid en daar openhartig over vertelde ontstond er bij anderen vaak ruimte om dat ook te doen. Daarmee creëerde hij een sfeer van vertrouwen en verbinding.
Voorganger Sybrand van Dijk noemde hem aan het begin van de rouwdienst een ijkpunt in de kringen waarin hij zich bewoog.

Zijn zoons en zijn kleinzoon namen alledrie het woord en vertelden ons over hun bijzondere vader/opa en wat hij voor hen had betekend.
Daarbij schetste één van hen het beeld van het schilderij dat Rembrandt heeft gemaakt van de gelijkenis van de verloren zoon: zo’n vader was jij voor mij. Ook werd in die toespraken de PKN-gemeente bedankt voor het feit dat we zo om Cor en Elly heen staan en dat hij zo veel met ons heeft kunnen delen. Bijzonder om te horen: Cor was destijds weer bij de kerk gegaan, niet zozeer vanwege zijn geloof, maar vanwege het sociale aspect van een kerkelijke gemeente.

Eén van de vragen die werd besproken op zo’n bovengenoemde avond met Cor was: welke persoon vervult voor jou een voorbeeldfunctie?
Daar had ik wel een paar namen bij.
Je kent ze zelf vast ook wel: mensen die niet opgeven.
Die ondanks hun ziekte en/of verliezen die ze hebben geleden toch blijven deelnemen aan de maatschappij en niet in de slachtofferrol blijven hangen.
Die positiviteit uitstralen en die ondanks ‘rampen en slagen’ toch iets van hun leven proberen te maken.
Cor was voor mij ook zo’n persoon; ondanks zijn kwetsbaarheid een krachtige man.

Hierbij een link naar de blogs die ik destijds schreef over ‘het boek en zijn avonden…’:

Geloven van wieg tot graf februari 2021

Geloven van wieg tot graf (2) oktober 2021

Kwetsbaar. Maar ook krachtig? januari 2023

Reageren

8 januari: Wijze woorden van Drees.

Maandagavond keek ik naar één van onze favoriete programma’s: De slimste mens.
Vooral van deze serie met alleen maar winnaars en mensen die veel weten kan ik ontzettend genieten.

Anniek Pheifer kreeg bij het onderdeel ‘Collectief geheugen’ een video te zien van Willem Drees.
Die zei dit: “….polarisatie om te proberen partijen zo scherp mogelijk tegenover elkaar te stellen vind ik niet verstandig en niet in het belang van de democratie. Democratische stelsels zijn al uitermate moeilijk dikwijls door de meningsverschillen die in een democratie onvermijdelijk tot uiting komen. Er moet tenslotte bereidheid zijn om tot  een samenwerking te komen of de regeerbaarheid kan er tenslotte er zo ernstig onder lijden dat juist de democratie in het gevaar komt.”
Zo!
Als je niet wist dat de man minister-president van ons land was van 1948 tot 1958 dan zou je denken dat hij het heeft over het huidige politieke klimaat; wat een wijsheid spreidt die man hier ten toon.
Dat vond Maarten ook.

Willem Drees
(afbeelding: Wikipedia)

Als kind van de jaren ’60 heb ik Drees niet bewust meegemaakt, maar ik wist wel goed wie hij was.
Mijn vader vertelde ons vaak over ‘Vadertje Drees’ die de Algemene Ouderdoms Wet in Nederland had ingevoerd.
Dat was voor mijn opa’s en oma’s een zegen op hun oude dag.
Met name opa en oma Boelen hadden bittere armoede gekend en hadden geen oudedagsvoorziening kunnen opbouwen: zij spraken altijd met ontzag over Willem Drees.

In na-oorlogs Nederland was de democratie iets wat was herwonnen na de dictatuur van nazi-Duitsland.
Dat was iets wat je moest koesteren.
Toen de aanhangers van Trump 4 jaar geleden het Capitool bestormden tastte dat mijn gevoel van veiligheid behoorlijk aan; ik geloofde bijna niet wat ik zag. Daarover schreef ik toen een blog met de titel ‘Naar Elba?
We leven in memorabele, historische tijden.
Wat kun je dan verlangen naar zo’n verstandige man als Willem Drees.

Wil je meer weten over Willem Drees?
Hierbij een link naar een artikel over hem op de website ‘De canon van Nederland’.

Reageren

7 januari: Op mezelf.

64 ben ik nu en in mijn hele leven heb ik nog nooit op mezelf gewoond.
In 1983 trouwde ik met Gerard vanuit mijn ouderlijk huis, waar ik tot dan toe woonde.
Destijds heb ik daar helemaal niet over nagedacht.
Ik stond wel ingeschreven voor een woning in Smilde bij de Woningbouwvereniging, maar toen we 2 ½ jaar verkering hadden konden wij een gemeubileerd huis huren en toen gingen we gelijk trouwen: samenwonen was in ons toenmalige milieu niet aan de orde.
Onze dochters konden zich niet voorstellen dat Gerard en ik nooit ergens alleen hadden gewoond; times they are a-changing zullen we maar zeggen.

Maar in het begin van dit jaar ben ik wel een weekje op mezelf geweest.
Dat heeft ook een reden: het laatste half jaar is er veel gebeurd en mijn hoofd raakte op een gegeven moment te vol.
En dat volle hoofd maakt dat ik me niet zo goed kan concentreren: op het werk niet en in gesprekken niet.
Verder bleef er na de tumultueuze gebeurtenissen rondom Henri in november een somberheid hangen die niet zomaar weggaat; het zit als een waasje over mijn gedachten en bepaalt mijn stemming.

Het is een toestand waarin ik mijn nog niet eerder heb bevonden.
Eigenlijk kon ik altijd wel ‘deurbroezen’. Even een nacht goed slapen, een dag kallem an en dan ging het wel weer.
Maar nu even niet en ik heb bedacht dat ik me een weekje terug ga trekken in Casa Grada.
Even op mezelf.
Misschien is het niks voor mij en kom ik na drie dagen gillend van de heimwee weer naar Roden.
“We gaan het zien” zegt Gerard.
Als ik op mezelf ben is hij het natuurlijk ook……
t Zel mie nei doun zeggen de mensen hier Roden als ze benieuwd zijn naar de afloop.
Mij ook.
Ik neem mijn accordeon mee 😉

Reageren

6 januari: Licht voor onderweg.

Vandaag is het Drie Koningen*: de laatste dag van de kerstperiode. Daarom stond de kerstboom nog  in de kerk gistermorgen.
Voorganger Sybrand van Dijk begon zijn overdenking met een beschrijving van hoe wij mensen geworteld zijn in onze omgeving.
De mensen die we kennen, de kringen waar we bij horen, kortom: ons netwerk.
En hoe moeilijk het soms is om de kringen en het netwerk los te laten door bijvoorbeeld te verhuizen.
Nou.
Vertel mij wat.
Onze verhuizing in 1989 van Hoogersmilde naar Roden vond ik lastig en dat is een understatement.
We hoorden gistermorgen dat in een mensenleven niets hetzelfde blijft, dat je je aanpast aan de omstandigheden en dat het juist de bedoeling is dat je af en toe je bakens verzet op je levensreis.

Na de viering kwam Hoogersmilde nog even weer in beeld: we namen als PKN-gemeente afscheid van Henk de Vink.
Hij was hoofd van de lagere school waar Gerard en ik opzaten**; ik kreeg handwerkles van zijn vrouw Diny.
In 1972, vlak voordat wij bij meester De Vink in de  zesde klas zouden komen gingen ze verhuizen naar Roden; daar werd hij hoofd van basisschool ‘De Woldzoom’.
Wij ontmoetten elkaar weer begin jaren ’90 in een kerkdienst.
Diny overleed in 2023 en Henk heeft in overleg met de kinderen besloten om te gaan verhuizen naar Woerden waar zoon Harry woont: hij heeft daar een appartement gekocht.
Een moedig besluit, maar het ging beslist niet zonder slag of stoot. We hoorden dat met name het afscheid van de kerk hem moeite kostte.
De hele familie was gistermorgen in de kerk; het was mooi hoe het verhaal van de reis van de Wijzen uit het Oosten werd vervlochten met de stap die Henk op zijn levensreis gaat nemen.
Na de viering werd er aandacht besteed aan het afscheid. De familie had iets lekkers gebakken voor bij de koffie en Harry deed namens zijn vader een afscheidswoord.

Na de koffie maakte ik nog even een foto van het grote, gouden pak zat dat gedurende de dienst op de avondmaalstafel lag.
Er zat achteraf geen wierook, mirre en goud in…… het was het cadeau van onze gemeente voor Henk: de paaskaars van het jaar 2023.
Sybrand van Dijk zei daarover: “Dit licht willen we je graag meegeven omdat je een enorme stap gaat zetten. Dit licht reist met je mee: Ga met God en Hij zal met je zijn.”
De dominee had daar nog een klein cadeautje bij gedaan: een doos lucifers “want soms moet je het licht zelf even aansteken om het weer te kunnen zien.”

Wat een mooi beeld.
En wat waardevol om als kerkgemeenschap een gemeentelid zo hartverwarmend uit te zwaaien.
Gelukkig blijft Henks emailadres hetzelfde…. wiekiepintuts!

* Meer weten over Drie Koningen? Hierbij een link naar een artikel op de website Historia
** Nog even terug in de tijd? Hierbij een link naar het blog ‘Klas van de week’ over onze tijd op de CNS in Hoogersmilde.

Reageren

5 januari: Nieuwe kalenders.

Bij het begin van het nieuwe jaar hoort ook een nieuwe agenda/kalender.
Tenminste: als je net als ik nog een papieren exemplaar hebt.
Gistermorgen bij de koffie zette ik alle informatie voor 2025 er in: cantorijrepetities, kerkdiensten waar we aan mee werken, FysiYolates-lessen, afspraken met de kinderen, Holy Stitch, werk, vakanties: er staan weer een boel (voornamelijk leuke) dingen op de rol.

We hadden ook een nieuwe dag-scheurkalender gekocht voor in de wc; deze keer
hebben we gekozen voor de Taalkalender, een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Op 2 januari leerde ik gelijk al iets wat ik niet wist:
Het woord ‘beschuit’ is al voor de 12e eeuw ontleend aan het Frans.
Het oud-Franse bescuit kwam van het Latijnse ‘panis biscoctus’: brood twee maal gebakken.
Dat was een soort scheepsbeschuit.
Als je van taal houdt zijn dit leuke weetjes!

Verder kregen we van vrienden de scheurkalender
Quick Dinners die wordt uitgegeven door Chickslovefood.
Van die chicks had ik nog nooit gehoord.
Ze heten Nina en Elisa en ze hebben er een sport van gemaakt om zo lekker mogelijk te koken met weinig ingrediënten.
Na de Quick Dinners* rondom de Oud & Nieuw bijeenkomsten en het diepvriesbakje lasagne van de 2e januari vond ik het op 3 januari wel weer tijd voor een ouderwets AVG-tje: broccoli met aardappels en een gehakt-cordon blue.
Nu dus nog even geen beschrijving van een maaltijd van Nina en Elisa, maar je gaat de komende maanden vast af en toe een blog lezen over mijn ervaringen met de recepten van de hippe dames.

*lees: oliebollen, knieperties, salades, gehakballetjes en kleine proeverijtjes van álles wat de familie Waninge op de eerste dag van het nieuwe jaar had meegenomen naar het nieuwjaarsfeest in de campingkantine van Hennie & Harrie.

 

Reageren

4 januari: Vier uw vierdagen.

Vanmorgen namen we als PKN-gemeente afscheid van een markant man: Derk Holman.
Wij kenden hem natuurlijk van de kerkdiensten waar hij met zijn vrouw Annie tot vorig jaar wekelijks aanwezig was, maar wij kenden hem vooral als vader van Harm en Nettie en opa van Annieke, Marit en Derk die bij onze dochters op school zaten op ‘de Haven’.
Derk is 97 jaar geworden; geboren in 1927 was hij van de generatie van mijn ouders.
In de fotoserie die voorafgaand aan de dankdienst voor zijn leven werd getoond zag je bijna 100 jaar voorbijkomen.
Mij troffen in het bijzonder de foto’s bij de tekst: ‘Vier uw vierdagen’
Je zag een verjaardag uit de jaren ’60 en het was alsof ik de foto’s uit onze familiealbums zag: de mannen aan de ene kant van de kamer met allemaal een wit overhemd aan met een smalle, donkere stropdas voor en aan de andere kant de vrouwen met kleurige kleding en kleine glaasjes. De pret straalde er van af.

In het verhaal van dochter Alie hoorden we hoe het leven van Derk en de ontwikkelingen in het boerenleven hand in hand gingen.
In het begin van zijn leven gebeurde alles met de hand. We zagen bijvoorbeeld een foto van Derk en Annie bij de melkwagen in het land.
Het omploegen gebeurde eerst met de hand, later met een paard met een ploeg erachter en weer later met de tractor.

In zijn overdenking verstrengelde voorganger Sybrand van Dijk de schriftlezing uit Prediker 3 (Voor alles is een tijd…) met het leven van Derk Holman.
De periode die hij doorbracht als militair in Nederlands Indië is vormend voor hem geweest, maar ook het trauma rondom het overlijden van zijn zus Lemke.
Er kwam geen antwoord op de vragen waarom dit gebeurde.
Maar naast die vragen was er ook de vanzelfsprekendheid van de liefde tussen hem en zijn Annie: alles heeft een tijd.
Zijn een groot verantwoordelijkheidsgevoel en zelfdiscipline eigenschappen die jou als persoon te kort doen? Of houden ze je juist overeind en geven ze houvast?
Veel vragen, weinig antwoorden: alles heeft een tijd.
‘Daarom’ zegt Prediker: ‘geniet van de dingen die er zijn, zoals het er nu is.’
De hele dankdienst was doordesemd van dankbaarheid voor zo’n lang, rijk en gezegend leven.
We zongen liederen als ‘Scheepke onder Jezus’ hoede’ en ‘Lichtstad met uw paarlen poorten’ en deden hem uitgeleide  met ‘Ga met God en Hij zal met u zijn’.

Wat neem ik mee van deze viering?
Vier uw vierdagen.
In ieders leven zijn hoogte- en dieptepunten; als je het leven viert en geniet van wat goed gaat, heb je wat reserves als het eens tegenzit.
Nu Derk er niet meer is heeft zijn familie een schat aan ervaringen en herinneringen aan hem: wat hij zei, wat hij deed, hoe hij samen met Annie zijn vierdagen vierde en hoe hij functioneerde als ‘pater familias’.
Wat een rijkdom.

Reageren

Pagina 1 van 270

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén