Na een overvolle en enerverende week wilde ik eigenlijk wel naar de kerk vanmorgen, maar we werden te laat wakker. Fijn dat er dan internet is, ik beluisterde de dienst via kerkradio. Dan hoor je wat er gebeurt, maar je bent er niet bij. Dus je beleeft het ook heel anders.
Ik zat met een beschuitje, een kop thee en een sudoku aan de keukentafel. Het orgel klonk blikkerig en de gemeentezang was wat traag en niet te verstaan. Ondertussen kwam Gerard binnen. Hij rommelde ook met boter, brood en thee en kwam naast mij zitten. Af en toe maakte hij een opmerking onder de preek.
Vervolgens stommelde Carlijn de trap af en kwam met een duf hoofd beneden. Toen heb ik de radio maar uitgezet.
Maar toch nam ik iets van de viering mee. Als glorialied zong de gemeente “Lof zij de Heer, de almachtige koning der ere”.
Daar komt het woord adelaarsvleug’len in voor. De dominee vertelde dat in het oude Israël het beeld van de moeder adelaar werd gebruikt als beeld voor God. Als de jongen van de adelaar groot genoeg zijn duwt de moeder ze uit het nest. Als ze dan te pletter dreigen te vallen omdat het vliegen niet direct lukt, gaat moeder onder het jong vliegen en vangt het op haar vleugels op.
In een week die in het teken staat van het afscheid nemen van onze (schoon)moeder komt het beeld van die adelaar echt binnen. Wat een mooie vergelijking.
Ook nu kon ik de gemeente niet verstaan toen ze van lied 868 het tweede couplet zongen.
Maar de woorden kende ik, ik heb het vroeger op de Lagere school al geleerd:
Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven.
Heeft u in ’t licht als op adelaarsvleug’len geheven.
Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt:
Hij heeft zijn woord u gegeven.
Geef een reactie