Gisteravond was er van onze PKN-kerk een gemeenteavond. Een belangrijke gemeenteavond, want de beroepingscommissie stelde de predikant voor die zich aan onze gemeente wil verbinden.
Altijd spannend. Want je weet wat je hebt en je weet niet wat je krijgt.
De voorzitter van de beroepingscommissie vertelde ons dat ook zij dat allemaal als een grote verantwoordelijkheid hadden gevoeld. Je bent toch namens de gemeente aan het werven, doe je het dan wel goed? De nieuwe predikant heet Walter Meijles en hij zat met zijn gezin (ook drie dochters!) vooraan in de kerk.
Toen Gerard en ik binnenkwamen was het al gezellig vol. Een sopraan van de Op de Helte-cantorij vroeg of ik ook bij het tafeltje “Cantorijen” wilde komen zitten, want zij zat daar maar alleen. Tuurlijk.
Gerard schoof aan bij het groepje ZWO.
Nadat we de bevindingen van de beroepingscommissie hadden gehoord, kreeg Walter Meijles het woord. Op het podium stond een jeugdig ogende man. “Wat nog jong hé?” fluisterde de sopraan naast mij. 42 is natuurlijk helemaal niet jong. Maar vergeleken met ons wel.
Hij vertelde een verhaal over zichzelf en dat ging hem goed af. Hij praat gemakkelijk en verveelt niet. Wel belangrijk als je predikant bent…..
Hij had een paar dingen meegenomen om zijn verhaal kracht bij te zetten en het eerste dat hij liet zien was een oud bijbeltje. Met van die halfronde inhammetjes aan de zijkant zodat je gemakkelijk een bijbelboek kunt vinden. Het was een bijbel van zijn vader die hij op z’n bureau heeft liggen en die hij vaak gebruikt als hij snel even een tekst moet opzoeken.
Dit bijbeltje heeft voor hem een bijzondere waarde omdat hij zich daarmee weet opgenomen in de geloofstraditie van zijn ouders en grootouders voor hem.
Daarmee had hij mij al voor zich gewonnen. Want zo ervaar ik het ook. De geloofswaarden die wij van onze ouders hebben meegekregen zijn belangrijk, we staan in een lange traditie. Die nemen we mee onze toekomst in.
Later kwam hij nog een paar minuten bij ‘ons cantorijen-tafeltje’ zitten om iets te horen over de cantorijen. Wij hebben ons enthousiasme over het zingen in de kerk met hem gedeeld, maar hem ook gevraagd of hij van zingen hield. Ja! Hij had gezongen bij een studentenkoor (veel liederen van Oosterhuis) en onlangs had hij nog meegezongen met een ‘ouder-koor’ van de basisschool van zijn kinderen. Dat biedt perspectief.
Ik sluit mij aan bij de woorden van één van onze gemeente-leden aan het eind van de avond: “Inpakken! En een mooi lintje d’r om.”
Willy Slagter-Schoneveld
Mooi verwoord Ada! Een goed voorbereide gemeenteavond met prima sfeer.
Het mogen staan in de geloofstraditie is ook voor mij waardevol.
Het gesprek met onze tiener – kleinkinderen blijft een uitdaging.