Afgelopen dinsdag 28 juni schreef ik over het afscheid van iemand van de cliëntenraad waar ik ook aanwezig was. Daar hoorde ik een humoristisch verhaal dat ik mijn lezers niet wil onthouden.
Naast de gebruikelijke boekenbonnen en bloemen kreeg de vertrekkende voorzitter ook een klein belletje met een spiegeltje. “Voor je kleine vriendje dat ik altijd op de achtergrond hoor als ik met je telefoneer” verduidelijkte de gever.
Het vriendje bleek een tortelduif te zijn die Onan heette.
“Wie noemt zijn duif nou zo?” dacht ik.
De enige Onan die ik ken is een personage uit de bijbel (Genesis 38). Hij was de tweede zoon van Juda (zoon van Jakob). Zijn oudere broer Er was overleden en de Joodse wet schreef voor dat diens broer dan voor nageslacht bij de weduwe moest zorgen. Onan vertikte dat. “Hij verspilde zijn zaad op de grond” staat hierover in de bijbel.
Het woord onanie is gebaseerd op zijn naam.
De bewuste duif was inderdaad naar die Onan genoemd.
“Waarom?” vroeg ik de vertrekkende voorzitter.
Hij vertelde zonder blikken of blozen het bovenstaande verhaal. De duif bleek een rommelige eter te zijn. “Als we vogelzaad in zijn bakje doen dan pikt hij daar zo wild in om dat het zaad alle kanten opvliegt. Hij verspilt dus zijn zaad op de grond.”
Zelden zo’n originele naam voor een dier gehoord…..
Geef een reactie