Vorig jaar kocht ik een boek met korte verhalen. Het heet “Een duistere schaduw”: originele verhalen van de grootste Zweedse thrillerauteurs.
Henning Mankell, Stieg Larsson, Tove Alsterdal, allemaal schrijvers waar ik graag een boek van lees.
Het mooie van zo’n verzameling is, dat je kunt uitvinden welke schrijver je aanspreekt en welke helemaal niet.
Van sommige schrijvers weet ik dat al, maar van Asa Larsson ga ik bijvoorbeeld bij de bieb een boek lenen in de zeer nabije toekomst. En ook Johan Theorin, Veronica von Schenck en Katarina Wennstam spraken mij aan. Theorin schreef een spannend verhaal dat zich afspeelt op een bestaand eiland in de Oostzee, Öland, waar volgens oude volksverhalen heksen woonden. Dat zoek ik dan op op Wikipedia en vervolgens ben ik weer een uur verder……interessant!
Het allerleukst vond ik een gezamenlijk verhaal van Henning Mankell en Hakan Nesser. Mankels inspecteur Kurt Wallander en Nessers commissaris Van Veeteren ontmoeten elkaar in een kroeg.
Maar nu pak ik eerst weer een ‘gewoon’ boek.
Het is wel een keer leuk, een verhalenboek, maar het neemt je niet zo in beslag als een gewoon boek. Als ik dan bijna aan het eind ben kan ik soms niet meer stoppen met lezen. Gerard weet dat al precies. Die gaat dan ‘alvast naar bed’, wetende dat hij niet meer meemaakt dat ik naast hem kom liggen.
Helemaal in de ban zijn van een boek. Je verheugen op de avond omdat je weet dat je dan het boek zult uitlezen. Nog drie weken, dan heb ik vakantie……
Geef een reactie