Al jaren riep ik dat ik graag een keer zelf pompoenen en/of kalebassen in de tuin wilde hebben, maar het kwam er nooit van. Volgens Gerard hadden we daar te weinig ruimte voor in onze tuin. Vorig jaar kocht ik zelf een pakje zaadjes en zaaide wat tegen de schutting aan. Niets kwam er van op. Gerard dacht dat de slakken alles hadden opgegeten. Volgens mij kwam hem dat ook wel goed uit, hij had het gewoon niet zo op pompoenen en kalebassen.
Dit jaar werd onze tuin wat groter. We kregen een zakje zaadjes van neef Cor en de helft van die zaadjes ging de grond in. Het pakje beloofde een mix aan sierkalebasjes.
Deze keer is het meer dan goed gelukt; de kalebasplanten overwoekeren planten en struiken die al in de tuin stonden, hun territorium beslaat ettelijke vierkante meters. De schutting is ook al ten prooi gevallen aan onze enthousiaste sierkalebassen-plant: de buren kunnen aan hun kant ook vruchten plukken. Twee weken geleden haalde Gerard de eerste oogst binnen en snoeide de plant wat terug. Gisteren haalde hij er weer wat af: een mooie emmer vol.
Nu het niet meer zo warm is heb ik wel weer zin om iets met deze oogst te gaan doen.
Als je op internet gaat zoeken kijk je je ogen uit: wat veel mogelijkheden.
Eén van de simpelste dingen heb ik vanmiddag al gedaan: een kaarsenhoudertje maken van zo’n pompoentje.
Je prikt met een mesje om een waxinelichtje heen in de bovenkant van de vrucht. Dan verbind je de prikjes met elkaar en snijdt er een ‘kapje’uit. Vervolgens hol je het vruchtje recht naar beneden uit, zo diep als twee waxinelichtjes. Eén lichtje doe je er op de kop in en de tweede zet je er bovenop. Dan heb je een iets steviger ondergrond.
Geen idee hoe lang dit stand houdt, in ieder geval wel een week denk ik.
Geef een reactie