De wekelijkse viering van onze PKN-gemeente werd gistermorgen gehouden in de Catharinakerk. Sinds ik daar regelmatig als vrijwilliger bezoekers iets vertel over de geschiedenis van de kerk kijk ik met andere ogen naar het gebouw.
Als liefhebber van geschiedenis kon ik gistermorgen mijn hart ophalen.
De predikant had eerst al aandacht voor drie kinderen op de eerste rij; het gezin was te gast in onze gemeente. Hij nam ze mee naar de preekstoel en wees ze op het prachtige houtsnijwerk. Een paradijsvogel was er in te zien. En aardbeienplantjes. Een leeuw. En veel eikenbladen. Hij legde uit dat dat kwam omdat in de oudheid, voordat het christendom zijn intrede deed, eiken vaak onderdeel uitmaakten van het religieuze centrum van het dorp. Daar was vaak een offerplaats en onder de grote, oude eiken werd rechtgesproken.
Zijn overdenking begon hij met een verhaal over de grote kerk van Elst, waar hij vroeger kerkte. De gemeenteleden worden daar ’s morgens welkom geheten ‘op deze historisch religieuze plaats’. Op die plek stond in de prehistorie namelijk al een openluchtheiligdom van de Bataven en in de Romeinse tijd stond er een gallo-romeinse tempel (zie afbeelding links)
Op de fundamenten daarvan is het huidige kerkgebouw gebouwd. (meer info zie >>>)
Dit alles gelardeerd met beelden: ik hing aan zijn lippen.
De strekking van zijn verhaal was dat geloofsgemeenschappen altijd een mengvorm zijn van oude tradities en vernieuwingen. Het is onze taak om niet al te halsstarrig vast te houden aan wat belangrijk was in het verleden, maar ook oog te hebben en ruimte te maken voor vernieuwingen. “Bestrijdt elkaar niet te vuur en te zwaard” waren zijn woorden. Wat nu nieuw is, is over vijftig jaar al weer vreselijk achterhaald. Koester wat je had, maar sta open voor het nieuwe; het geloof blijft op die manier in beweging.
Eén aspect uit de viering (een voor mij geheel nieuwe zienswijze) zal ik onthouden voor de rondleidingen in de Catharinakerk in de toekomst.
De voorganger vroeg aan de kinderen: “Hoe zou je het vinden als in deze kerk een groot bord van Coca Cola zou hangen? Of dat de ouderling van dienst aan het begin van de viering zou zeggen: “Welkom in deze viering, mede mogelijk gemaakt door Coca Cola!”
Dat zou natuurlijk heel raar zijn, vonden de kinderen ook.
Maar toen wees de dominee naar het wapenschild in het herengestoelte ‘De Kymmellsbank en naar de schilden bij het orgel met de naam van Mw. Hoppinck.
“Het koor van de kerk, betaald door de familie Ellents en Oldenhuis van Mensinge.
Het orgel, mogelijk gemaakt door mw. Hoppinck.”
Toen was reclame in de kerk dus heel gewoon.
Ineens ga je je afvragen: hoe zou de kerk er dan over vijftig jaar uit zien?
Dan ben ik 106………
Geef een reactie