De profeet Elia ontmoet God in het gefluister van een zachte bries (Oude Testament, Koningen) en Jezus ontmoet Mozes en Elia op een berg (Nieuwe Testament, Marcus).
Deze beiden verhalen stonden gistermorgen op het leesrooster voor de viering in de Catharinakerk. We hoorden vanaf de kansel dat Mozes en Elia (toch twee grote namen uit de geschiedenis van Israël) het in hun leven beslist niet gemakkelijk hebben gehad.
Zij verschenen op dat moment aan Jezus om hem een hart onder de riem te steken.
De predikant maakte in zijn overdenking een mooie vergelijking. Je hebt in je leven allemaal wel moeilijke momenten; het leven kan als een storm om je heen razen, je leven kan op zijn grondvesten schudden als bij een aardbeving en je kunt het gevoel hebben dat je leven in brand staat omdat er veel te veel tegelijk aan de hand is.
Maar God zit niet ín die elementen; Hij is er in het gefluister van een zachte bries.
Wij kregen vanmorgen had advies om te laten zien wat ontmoetingen met God met ons doen. Als je een Goddelijke aanwezigheid hebt ervaren, deel het met anderen. Wat heeft het met je gedaan? Net als de verhalen uit de bijbel kunnen ze andere mensen helpen.
Net als Mozes en Elia bij Jezus deden: er zijn. Steunen.
Het kerkelijk jaar is een cyclus en in die cyclus komen vaak dezelfde verhalen voorbij.
Vorig jaar stonden deze verhalen centraal op 13 maart. Omdat ik ook schrijf over de waarde van de vieringen op de zondag kan ik gemakkelijk terugkijken en teruglezen.
Het is interessant om te lezen wat ik vorig jaar over deze tweede zondag in de Veertigdagentijd (Reminiscere) op dit weblog deelde. Zie Mozes en Elia.
Bij deze verhalen zongen we vanmorgen o.a. lied 545 met een heel toepasselijke tekst.
Jezus staat in majesteit door een stralenkrans omgeven,
op de berg der heerlijkheid, licht uit licht en eeuwig leven.
Mozes en Elia zijn zijn getuigen, want zij weten:
Hij voltooit de lange lijn van de wet en de profeten.
Daarom spreken zij met Hem van zijn uitgang en zijn lijden
later te Jeruzalem in de volheid van de tijden.
Dat de tekst zo goed bij de viering paste zag ik pas ná het zingen; tijdens het zingen was ik zo druk met de noten en de melodie dat de betekenis van wat ik zong helemaal niet tot me doordrong.
Jammer! En wat missen we op dit soort momenten een cantorij…..
Zo’n nieuw lied zou eigenlijk voor de viering aangeleerd moeten worden (net als in de jaren ’70 bij het toenmalige nieuwe liedboek), maar dat vergt natuurlijk weer organisatie en energie. Maar het zou de gemeentezang wel erg ten goede komen en de betekenis van de tekst beter uit laten komen.
Ik gooi maar even een balletje op, misschien wordt het opgevangen.
Geef een reactie