“Oh Mann! Was war das aufregend und was war das Scheisse!”
Dit tekende ik op uit de mond van een Duitse mevrouw die naast mij zat op een zomerterras midden in Berlijn. Datum: 27 juni, Duitsland – Zuid Korea, de laatste wedstrijd in de groepsfase van het WK voetbal. Duitsland hoefde maar één keer te scoren maar dat lukte niet. Wij hadden om 16.00 uur een plekje gezocht op schaduwrijk terras (we hadden al een aantal uren gesjouwd) waar een groot beeldscherm stond en zaten samen met opgewonden Duitsers aan een halve liter bier.
We hadden ons niet kenbaar gemaakt als Nederlander en zorgden ook wel dat we niet als zodanig opvielen.
Twee keer drie kwartier genieten was het. De golven over het terras als er bijna een goal was. Het paniekerige gegil van een mevrouw als Zuid Korea bijna scoorde. De gezamenlijke ontzetting toen Zweden in de andere poulewedstrijd met 3-0 voorstond. Het bleef tot het laatst spannend. De obers, die erg welkom waren als er bier, nootjes en broodjes worst gebracht moesten worden, stonden natuurlijk ontzettend in de weg als het er even op aankwam.
Aan de overkant stonden Japanners het verhitte voetbalterras gade te slaan en maakten er foto’s van. Tegen half zes kwamen steeds meer mannen in pakken uit hun werk hollen. Jasje uit, stropdas los: ‘Erst mal ein Bier! Wie geht’s? Nul zu nul…. Oh, Mann!”
Grote gezamenlijke opluchting bij de woorden: sechs Minuten extra Spielzeit!
Toen was het nog 0-0. In die blessuretijd scoorden de Zuid Koreanen in twee minuten twee keer. Schluss für die Mannschaft.
De opwinding ebde weg. Het enige Zuid Koreaanse meisje dat op het terras zat werd van harte gefeliciteerd. Geen gescheld, geen boosheid, hooguit een gelaten: “Sie haben es nicht verdiend.’
Aan het begin van de avond zaten we op het terras bij de Pizzeria bij het Bahnhof Friedrichstrasse. Aan de tafel naast ons zaten drie oudere Duitse heren te filosoferen over bondscoach Victor Löw; moest die nou weg? Of kon hij nog blijven? De Italiaanse eigenaar kwam de mannen met leedvermaak wijzen op het uitvallen van die Mannschaft; maar wie kaatst kan de bal verwachten. Hij werd er fijntjes op gewezen dat de Italianen zelf niet eens meededen aan het toernooi. Even later kwam hij drie kleine borrels brengen: rondje van de zaak. Als pleister op de wonde.
We hebben genoten van de sfeer; het gaf een extra dimensie aan ons dagje Berlijn.
Oh Mann!
Geef een reactie