Als het gaat om taal, maak ik me op deze website vooral sterk voor de streektaal.
Maar ondertussen is er ook iets aan de hand met het Nederlands: het ver-Engelst.
De plaatselijk schoenenwinkel begint met de ‘Sale’, heeft ‘new arrivals’ en presenteert de nieuwe ‘Spingcollection’.
Een familielid is onder behandeling in een ziekenhuis en vraagt in een ander ziekenhuis een ‘second opinion’.
Zelf werk ik ‘parttime’, ik hou mijn actiemap ‘up-to-date’, verstuur dagelijks ‘e-mails’, mijn collega’s moeten hun kwartaalrapportage aanleveren voor de ‘deadline’ en ik ‘scan’ brieven voor in het digitale archief.
Alle zaken die betrekking hebben op het werken met een computer zijn so-wie-so (dat is Duits trouwens) in het Engels. Deleten, resetten, saven: we doen het allemaal.
We houden het ook niet tegen.
Onze maatschappij mondialiseert; in het Nederlands zijn zoveel leenwoorden uit andere talen, dat we soms niet eens meer weten wat de oorspronkelijke taal was.
Tijdens de Franse overheersing hebben we heel veel woorden opgenomen in het Nederlands. Kijk nou eens naar de volgende woorden: chèque, condoleren, controleren, enquête, première, diner, scène, gourmetten, kostuum, étalage; daar denk je toch helemaal niet meer bij na? Ze zijn al zo ver-nederlandsd dat er officieel niet eens meer van die streepjes en dakjes op hoeven. Depot bijvoorbeeld schrijf je in het Frans als dépôt; maar als een accent niet nodig is voor de uitspraak mag je het dus weglaten.
Het woord scene wordt bij ons zowel in het Engels als in het Frans gebruikt als leenwoord.
De Engelse variant (zonder accent) spreek je uit als ‘sien’ en staat voor een groep mensen met geheel eigen gedrags en omgangsvormen, terwijl de Franse scène klinkt als ‘sèè-nuh’, waarmee een stuk uit een film of een toneelstuk wordt bedoeld.
Bij het woord filmscene/filmscène wordt dit goed duidelijk; zonder accent bedoelt men de filmwereld, met een streepje is het een stukje van een film.
Ook van onze Oosterburen nemen we vrolijk woorden en uitdrukkingen over. We hebben het hier toch ook gewoon over abseilen, glühwein, überhaupt , beurskrach, lederhose, ‘Hij kent zijn Pappenheimers’ (dat waren Duitsers) , schnabbel, ‘Kommt nicht im Frage’, ‘Ins Blaue hinein’ en ‘ Ordnung muss sein’.
Of heb ik die drie laatsten nou van mijn vader overgenomen…..
Taal is iets levends en aan verandering onderhevig.
Taal is communicatie (ook een Frans woord).
As wij mekaar maor begriept.
Maar bij ‘springcollectie’ in een schoenenzaak ligt de verwarring op de loer.
Schoenen waar je goed op kunt springen?
En eigenlijk lees ik ook liever ‘uitverkoop’ dan ‘sale’.
Geef een reactie