Op 11 mei beloofde ik al dat ik over ‘Utrecht’ nog een verhaal zou schrijven omdat het allemaal niet in één blog paste. Vandaag de belevenissen van mijn broer en mij in het museum Catharijneconvent, het Rijksmuseum voor religieuze kunst. In het museum zie je (kunst)voorwerpen die horen bij het verleden én het heden van het Christendom in Nederland. Niet alleen katholieke kunst- en cultuurvoorwerpen, maar ook protestantse.
Mijn broer en ik hebben een solide, hervormde opvoeding gehad.
Tijdens onze lagere schooljaren gingen we naar de Christelijk Nationale School in Hoogersmilde, op zondag bezochten we de zondagschool en door de week werd er tussen de middag uit de kinderbijbel voorgelezen en bij het avondeten uit de gewone bijbel mét een christelijk dagboekje, in casu ‘de Immanuel-kalender’.
Laat ons een plaatje zien van een bijbelverhaal en wij weten welk verhaal er bij hoort.
In dit museum krijg je een mooi beeld van hoe het christendom zich in de loop van de eeuwen heeft ontwikkeld in Nederland.
Wat we ontdekten was dat er ook altijd geld en macht mee gemoeid was; dat christendom ook ‘handel’ was.
Dwalend door de oude kloostergangen en genietend van wat er allemaal te zien was vertelden we elkaar herinneringen van vroeger.
De ellenlange verhandelingen over de vele lagen priestergewaden in de tempel, waarvan we ons als kind al afvroegen waar het in ’s hemelsnaam voor nodig was om dat te leren. We konden ons de kartonnen priesterfiguur die op het flanelbord werd geprikt nog zo voor de geest halen.
We hadden het over de manier waarop wij op school geschiedenis kregen: overgoten met een christelijk sausje.
“Wij” de protestanten vochten dapper tegen de katholieken in de 80-jarige oorlog.
“Wij” (de kolonisator) waren goed bezig met het verspreiden van het evangelie in andere delen van de wereld (zending). Met de kennis van nu kijk je daar heel anders tegen aan,
We herinnerden ons de bezoeken die we tijdens de zomervakanties met onze ouders brachten aan kerken.
Mijn vader liet ons overal de kruiswegstaties zien die in iedere Rooms Katholieke kerk te vinden zijn. Wij kunnen ons niet voorstellen dat kandidaten bij ‘Met het mes op tafel’ het antwoord op de vraag hoe dat heet niet weten.
Dit museumbezoek was zo ontzettend leuk omdat ik al dit soort dingen met mijn broer kan delen. Wij konden mijn vader haast nog horen mopperen op die ‘protserige pronkzucht’ toen we langs de reliekhouders liepen waar nog botjes van heiligen in zaten.
Hij vertikte het vroeger ook om te betalen voor het bezoeken van de cryptes in zo’n oude kerk waar de kerkschatten bewaard werden.
‘Bi’j nou hielemaol…’
Ik kan op dit blog een hele beschrijving geven van wat we allemaal hebben gezien, maar dat ga ik niet doen. Het was prachtig, het was interessant en het was veel.
Op de website van Utrecht heeft het Catharijneconvent een eigen pagina, daar verwijs ik graag naar voor meer informatie: hierbij een link >>>
Voor mijn broer en mij was het, naast een bezoek aan een fantastisch museum, een ’trip down memory lane’.
Met wie kon ik nou beter naar dit museum dan met hem?
Geef een reactie