Eind oktober word ik 59.
Toen ik 18 was vond ik dat stokoud.
Toen ik 18 was waren mijn ouders 46, mijn grootouders halverwege de 70.
Dat waren andere generaties; op voorhand was alles wat zij vonden, deden en droegen stom.
Bijzonder hoe je kijk op leeftijd verandert naarmate je zelf ouder wordt.
De zaalarts aan mijn ziekenhuisbed in maart 2018 had de leeftijd van mijn dochters en dat vond ik best jong. Hij praatte ook net zo snel en gebruikte dezelfde woorden als mijn dames; hij was joviaal en vergiste zich af en toe door mij met ‘je’ aan te spreken.
Het maakte mij niet uit, maar mijn kamergenoten (generatie van mijn ouders) hadden er moeite mee om hem te volgen. Regelmatig moest een verpleegkundige ‘vertalen’ wat de dokter gezegd had. Maar eigenlijk is dit niet het onderwerp van dit blog.
Wat mij tegenwoordig regelmatig overkomt is dat ik niet ‘op’ dingen kan komen.
“Die detective van die boeken van Peter Robinson- die met Anny – met dat lange hoofd – die speelde ook in die serie van die scheidingsadvocaten…..”
Ik bedoel Banks.
“Die zanger uit Twente – beetje dikkig – die van Una voce particolare – hij speelde ook in die film met Simone Kleinsma”
Ik bedoel Ernst Daniël Smid.
Verschrikkelijk vind ik het.
Van huis uit ben ik gezegend met een goed geheugen; ben ik in een stad waar ik al eerder ben geweest dan herinner ik me daar dingen van en ook uit mijn kindertijd en jeugd is een heleboel ‘oproepbaar’.
Als ik niet op een naam of plaats kan komen dan irriteert me dat mateloos.
Mijn geheugen, waar ik altijd op kon vertrouwen, laat me in de steek!
Ben ik tien minuten later aan het stofzuigen, schiet ineens de vergeten naam me weer te binnen.
Het zat er dus wel; mijn brein doet er alleen wat langer over om het boven water te krijgen.
Uit wat ik er over lees in de media haal ik dat dit een heel normaal verschijnsel is.
Ergens las ik zelfs de opwekkende gedachte dat ons geheugen al vanaf het 20e levensjaar achteruit gaat. Accepteren dus. Maar je kunt wel van alles doen om de achteruitgang te vertragen; daarbij gaat het vooral om wat je zoal doet in je dagelijkse leven. Er moet een goede balans zijn tussen inspanning en ontspanning, het is belangrijk dat je gezonde voeding tot je neemt, dat je voldoende slaapt en dat je dagelijks beweegt. Verder is sociale interactie van belang, opgewektheid helpt en ook het kunnen omgaan met tegenslagen.
Bovenstaande factoren hou ik voor mezelf goed in de gaten.
Verder maak ik bijna dagelijks een sudoku en speel ik gitaar en accordeon.
Als je muziek maakt versterk je de verbindingsbalk tussen de beide hersenhelften, die daardoor beter met elkaar gaan communiceren. Zegt professor Scherder.
In mijn gedachten zie ik dan de ene hersenhelft tegen de andere schreeuwen: “ERNST DANIËL SMIHID!” Waarop die andere hersenhelft zegt: “Wat? Mijn gehoor gaat wat achteruit.”
Daarom weet ik het pas na tien minuten.
Wm
??