Op mijn telefoon heb ik een ‘Royalty’-appgroep; dit jaar heet die groep Paleis op de Dam.
De appgroep heeft 4 leden: tante Trijn, schoonzus Annette Vrieswijk, schoonzus Ali Waninge en ik.
Annette heeft een abonnement op het tijdschrift Vorsten en de buurvrouw van Trijn op het blad Royalty. Op iedere verjaardag en iedere reis naar Klazienaveen gaan plastic zakken met koninklijke lectuur mee en wordt één en ander omgewisseld.
Zo blijven we op de hoogte.
Tante Trijn en ik hadden jaren geleden al het plan opgevat om het Paleis op de Dam in Amsterdam te bezoeken. “Misschien willen Ali en Annette dan ook wel mee, dan maken we er een Royalty-dag van.” Zo gezegd, zo gedaan.
Maandagmorgen 14 oktober vertrokken we met z’n vieren naar het westen.
We parkeerden de auto in Weesp en gingen, na een heerlijke kop koffie met iets lekkers, voor het laatste stukje met de trein naar het Centraal Station in Amsterdam.
Na de treinreis en de wandeling over het Damrak richting het Paleis, moesten we eigenlijk eerst lunchen. We streken neer in een soort etalage van hotel ‘de Rode Leeuw’, aten een heerlijk broodje en keken ondertussen naar de gestage stroom mensen die langs het raam liep.
Dat wij zelf (als vier Drenten in de vrömde) ook bekeken werden deerde ons niet.
En dan het paleis.
Wat een imposant en chique gebouw; het wordt gepresenteerd als één van de mooiste en belangrijkste monumenten van Nederland en ik kan dat alleen maar beamen.
We zagen in een introductie-filmpje over de geschiedenis van het paleis en hoe de burgerzaal wordt omgetoverd in een dinerzaal voor een staatsbanket en daarna konden we op eigen gelegenheid het paleis bewonderen.
We kregen allemaal een audio-guide, die je per onderdeel kon afluisteren op je eigen tempo.
Het is al leuk om het paleis te bezichtigen, maar nóg leuker met gelijkgestemde zielen. “Hier zit ie dus af en toe gewoon!” riepen we tegen elkaar bij de zitkamer van de koning. Daar maakt hij vooral gebruik van als er staatsbezoeken zijn.
Die bezoekende vorsten maken dan gebruik van de zit- en slaapkamers in het paleis.
We zagen gigantische hemelbedden, chique Empire-meubilair uit de tijd van Lodewijk Napoleon, levensgrote schilderijen van o.a. Anna Palowna, Wilhelmina, Maurits en andere Oranjes en kolossale kroonluchters.
In de galerij achter ‘HET balkon’ stonden we met z’n vieren ons te realiseren dat achter die deuren de woorden ‘even wuiven misschien’ werden uitgesproken.
In de Mozes-zaal zagen we Beatrix in onze gedachten zitten toen ze afstand deed van de troon.
Onophoudelijk riepen we tegen elkaar “Mooi hé?”
Dit blog nadert al weer mijn eigen limiet van 500 woorden en ik ben nog lang niet uitverteld.
In een volgend blog zal ik iets schrijven over de beelden en de schilderijen die minstens zo indrukwekkend waren als de koninklijke entourage.
Op de terugreis zaten we met z’n vieren aan een tafeltje bij VanderValk Zwolle, waar de ober de dag van tante Trijn kleurde met zijn opmerking dat ze ‘de inhoud van dit schaaltje kon delen met haar schoonzusje…”.
In het Paleis-winkeltje had ik drie ansichtkaarten gekocht, die stuurde ik vandaag naar de andere drie royaltyfans: daar stonden wij! Aan de andere kant van het raam welteverstaan……
Geef een reactie