Maandagmorgen 4 november. Ik moet om 08.40 uur bij de oogarts in het Martini zijn naar aanleiding van een verwijzing door de opticien.
Lees hierbij voor de achtergronden ‘Als we ouder worden” van 28 juli j.l. >>>
Voordat we bij de intake-balie zijn loop ik al te denken wat in ’s hemelsnaam een ‘beholder’ is. In de gang naar de oogarts toe staat namelijk de tekst: “Beauty is in the eye of the beholder’.
Waarom staat dat er überhaupt in het Engels als ik in een Gronings ziekenhuis ben?
Maar daarvoor ben ik niet in het ziekenhuis.
De vraag is : waarom gaat het zicht in mijn rechteroog zo snel achteruit?
Na de eerste screening mag ik in de buurt van kamer 7 gaan zitten.
Vervolgens word ik opgeroepen door iemand in kamer 2, die ik (omdat dat 30 meter verderop is) bijna niet kan horen. Ziekenhuislogica.
“Het is maar goed dat ik niet voor mijn oren kom” merk ik op, maar humor is kennelijk niet de bedoeling in een ziekenhuis.
Dan kom je in een kamer met zo’n levensgroot oog aan de muur, tot in detail uitgewerkt: ik bedenk zenuwachtig hoeveel er mis kan gaan met zoveel kleine onderdelen.
Het onderzoek bestaat uit verschillende oogmetingen en onderzoek. Dat gaat gepaard met verschillende soorten druppels: één waar je ogen van gaan tranen en één waar je pupillen heel groot van worden. Vervolgens wordt er met fel licht in geschenen.
Nu ik dit zit te typen is het maandagmiddag 15.00 uur; ik zie nog wat wazig en mijn ogen voelen vermoeid, een beetje branderig aan. Toen ik uit het ziekenhuis kwam kon ik het zonlicht niet eens verdragen; gelukkig was Gerard mee als chauffeur.
Het antwoord op bovengenoemde vraag kreeg ik gelijk mee naar huis.
Ik heb inderdaad een beginnende vorm van staar op mijn ogen.
Die is goed te behandelen. Dat zou nu al kunnen, maar ik heb er eigenlijk nog geen last van en het kan ook heel goed over anderhalf, twee jaar.
Gerard en ik hebben de laatste tijd zoveel ziekenhuis van binnen gezien, dat we dit relatief kleine euvel graag op een later tijdstip laten verhelpen.
Nu eerst maar eens naar Hans voor een nieuw montuur, want daar was het in eerste instantie allemaal om begonnen.
Inmiddels weet ik wat de titel van dit blog betekent.
‘Schoonheid is in het oog van de aanschouwer.”
Het is geen objectief begrip.
Wat de één prachtig vindt kan een ander verafschuwen.
Het is maar net wat de persoon in kwestie ergens in ziet.
‘Geen spiegel flatteert de vrouw zozeer als de ogen van een verliefde man’.
Ook een leuke quote, maar minder geschikt voor de muren van de gang in het Martiniziekenhuis.
Joop Mozes
Moi Ada, ben in juli aan beide ogen geopereerd wegens staar. Heb nieuwe lenzen. Mijn gezichtsvermogen ging er 60% (!) op vooruit. Anders had ik zelfs niet meer mogen autorijden. Heb nu een nieuwe bril voor lezen en kan zelfs autorijden zonder. Er gaat een wereld voor je open. Als het zover is….doen!