Met mijn broer had ik afgesproken dat we onze wekelijkse wandeling een keer in Hoogersmilde zouden doen, de plaats waar we opgroeiden.
“Dan gaan we nog een keer ‘de Bosweg’ rondlopen”.
Gistermorgen haalde ik hem om 10.00 uur op.
Op de heenweg bezochten we het graf van onze ouders; ik had een emmer en wat oude doeken mee, zodat we het gelijk even konden schoonmaken.
Toen we bij het graf stonden kwam het gesprek er op dat we er, nu mijn moeder is overleden, niet zo vaak meer komen. We komen bijna niet meer in Hoogersmilde, dus een bezoek aan het kerkhof moet echt gepland worden.
“Voor mij zijn ze hier ook niet” zei ik.
Mijn ouders zitten voor mij in foto’s, kleine dingen die ik nog van ze heb, zinnen en woorden die ze vaak zeiden en in hoe ze ons hebben opgevoed.
Ik vertelde dat ik die ochtend voor ik richting Assen reed het lied ‘Kom, Kees, het is maar tijdelijk’ op de radio hoorde. Dat dat lied voor mij onlosmakelijk met mijn vader is verbonden: we zongen als kinderen zelfs een parodie op dit lied toen mijn ouders 25 jaar getrouwd waren. Henk had eergisteren nog het lied ’t Is de schuld van ’t kapitaal’ voorbij horen komen; dat had hem ook zo aan mijn vader doen denken, omdat die dat altijd zong om de familie op de kast te jagen.
Samen wandelden we door Hoogersmilde.
Langs de voormalige kleuterschool, ons oude huis aan de Servatiusstraat, het hertenkamp, de speeltuin, het appartementencomplex waar mijn moeder de laatste jaren woonde en we liepen ‘de Bosweg rond’. Langs het dorpszwembad, de campings, de weilanden en even binnendoor bij Jonkers langs.
Al met al was het nog geen uur, terwijl de wandeling vroeger toen wij kinderen waren altijd eindeloos duurde. Herinneringen buitelden over elkaar heen en we vertelden elkaar hoe we de dingen in onze jeugd beleefd hebben. Wat fijn was en wat vervelend was.
In ons oude huis zat een klein jongetje op de plek van mijn vader.
Vonden we allebei gek; daar zat namelijk vroeger nooit iemand anders.
En de ligusterheg, die mijn ouders altijd heel kort hielden, was metershoog geworden.
Er lagen zonnepanelen op het dak en achter het huis stond een lounge-set.
De tuin was helemaal kaal en de berkenbomen die mijn vader had geplant waren omgezaagd.
A trip down memory-lane.
Met wie kun je dat beter doen dan met je broer.
Halverweg de wandeling kwamen we iemand tegen op de fiets die we niet kenden.
“Moi.”
“Moi.”
We keken elkaar aan.
O ja. Hier groet je nog gewoon iedereen.
Moi.
Wat een waardevolle dag.
Ook nog even terug in de tijd met Kees & de schuld het kapitaal?
Hierbij twee linken naar YouTube-video’s.
Kom Kees het is maar tijdelijk >>>
Mensen noem elkaar geen mietje >>>
Geef een reactie