Een aantal weken geleden kregen we even een klein stukje mee van het begin van de laatste show van Bert Visscher.
Leuk.
Maar we hielden het niet heel lang vol; zijn eerste shows hadden we op video, die kunnen we wel dromen en daarna is het wel heel veel ‘van hetzelfde’.

Visscher zorgt trouwens in z’n eentje voor minstens de helft van de quotes die in ons gezin nog regelmatig gebezigd worden. Voorbeeldjes?
Gaat dat niet te ver? Ja.”
“Het grote origamilied, is dat er dan? Tuurlijk! Als je maar wiiiiil…!”
“Bovendien: je staat een beetje in de wege, hier heb je ’n gulden, koop een straatkrant, wegweze!”
“Mensen verander! Gebruik koriander!”
“En het belangrijkste bij bloemschikken, dames en heren, ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de hèlm!”
Heerlijke man.
Maar met mate dus.
Van zijn laatste show waar we dus maar een klein stukje van zagen bleef één zinnetje hangen: “Wie zichzelf spaart krijgt geen rente.”
Ha ha!
Hé?
Als je er over na gaat denken kom je uit op de meerdere betekenissen van het woord sparen en de combinatie daarvan met het begrip rente.
Is het een bestaand spreekwoord? Of heeft Visscher het zelf bedacht?
Ik kende het nog niet; het geeft in ieder geval weer stof tot nadenken.

Dat brengt mij bij het verhaal van ons nichtje, het dochtertje van Gerard’s zus.
Mijn zwager was jarig; toen hij het meisje tussen de middag van school haalde had hij iets lekkers mee voor iedereen (klein dorpsschooltje hè) en ter ere daarvan hadden ze met de hele klas voor hem gezongen.

Toen ze thuiskwamen vertelde ze blij aan haar moeder dat ze met alle kinderen voor papa hadden gezongen.
“O wat zijn we heden blij, papa is jarig…!
En papa mag nu ook sparen!” vertelde ze er opgewekt achteraan.
“O? Hoe zo  dat dan?”
“Dat was bij het tweede versje van dat liedje.
‘k Hoop dat onze lieve Heer, papa mag sparen, papa mag sparen…!”