een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: februari 2021

8 februari: Paulus en de supporters van FC Emmen.

Wat een wonderlijke combinatie van begrippen in de titel van dit blog!
Ze kwamen samen in een gesprek dat Gerard en ik voerden na afloop van de viering van onze PKN-gemeente gistermorgen die we bekeken vanaf onze bank.
Het thema van die viering was een gedeelte uit de brief die de apostel Paulus schreef aan de christelijke gemeente in Korinte.
(Benieuwd naar wat Paulus daarover schrijft? Hierbij een link naar het gedeelte in de Basisbijbel online, even doorscrollen naar vers 24).
Paulus gebruikt de sport als metafoor voor het geloofsleven.
Als je iets wil bereiken in de sport moet je jezelf trainen en technieken aanleren.
Ook als christenen kunnen we niet zonder training.
Waarvoor trainen wij dan? En hoe en waar trainen we dan?
Denk daarbij vooral aan de kerkdienst; vroeger werd een zondagse viering een ‘godsdienstoefening’ genoemd.
We oefenen o.a. door te horen waar het werkelijk om gaat in het leven, dat we de minste durven te zijn en dat we meeleven met anderen.
We trainen door het zingen van liederen; soms heel bekende liederen , waarvan de woorden en melodie in ons lijf zijn gaan zitten, zodat ze er op momenten dat het er op aan komt soepel en vanzelf uitkomen.
We oefenen door te bidden, te belijden, te zingen en te luisteren.
Eigenlijk doe je ons gemeenteleven te kort door in dit verband alleen de kerkdienst te noemen: in mijn geval oefen ik ook op de cantorij, de gespreksgroep ’93, de bijeenkomsten uit het Activiteitenboekje, door het vrijwilligerswerk in de gemeente en tijdens de ontmoeting met andere gemeenteleden bij de koffie in de hal.

We hoorden na de preek het lied ‘Welk een vriend is onze Jezus’, uitgevoerd in het Oegandees. Mét een mooie tegenstem, die we vroeger bij Hosanna ook zongen.
Een lied dat ik kan dromen, alle drie coupletten; ik zong het al met kinderkoor ‘de Schakeltjes’ in Hoogersmilde. Een voorbeeld van een lied dat ik zo vaak geoefend heb, dat het er moeiteloos uitkomt als het nodig is. ‘I know it by heart’ is de Engels uitdrukking. Naast het hoofd is namelijk ook het hart er mee gemoeid.

Na de viering vertelde Gerard dat in het nieuws was dat de supporters van FC Emmen als één blok achter hun voetbalclub en trainer Lukkien bleven en staan, ondanks het feit dat ze onder aan in de competitie bungelen. Dit in tegenstelling tot andere prof-clubs, die onmiddellijk hun trainer aan de kant zetten als de resultaten tegenvallen.
Dit onderdeel van de sport had ik in het verhaal van de predikant gemist, maar het hoort er wat mij betreft ook bij: de supporters die je aanmoedigen.
In het geloofsleven zijn dat de andere christenen; mensen die je aanmoedigen, die je blijven steunen, ook als het eens niet meezit.

Met dat gegeven in het achterhoofd hoorden we gistermorgen bij de mededelingen een enorme opsteker in deze lastige coronatijden: de actie kerkbalans had meer geld opgebracht dan waar in de begroting op gerekend was.
Kijk.
Dat zijn echte supporters.

Niet vergeten hè, a.s zondag: Harm Dijkstra (bekend van RTV Drenthe) gaat ons in het kader van ‘Preek van een Leek’ vertellen over zijn beleving bij de bijbelse opdracht: Heb uw naaste lief. Iedereen kan het volgen op Kerkomroep en YouTube.
Meer weten? Bekijk dan deze flyer. 

Reageren

7 februari: TBONTB 21 – Verborgen en herinnerd verleden.(2)

Gisteren lazen we deel 1 van Gerards gastblog over zijn vader; dit waren de laatste regels:

Hoe hard was het allemaal voor mijn vader, die niet alleen z’n ouders moest missen,  maar ook z’n twee oudere broers, die hij maar heel af en toe zag.

Albert Waninge

Ik zou hem vragen naar zijn zusje Roelie, hoe hij zich samen met haar staande hield in het pleeggezin.
Ze hielpen beide op de boerderij en werden volgens mijn moeder goed verzorgd, maar wat heeft die periode met hem gedaan?
Ik zou hem vragen: “Als je je leven mocht overdoen, zou je dan je zus en zwager achterna gegaan zijn en emigreren naar Canada?”
Wat ik uit verhalen weet, is dat bij het vertrek hij zijn zus had toegezegd dat ze hen achterna zouden reizen.
Toch niet dus, mijn moeder was nogal honkvast en zag dat niet zitten.
Ik zou met m’n vader praten over zijn ambities en drang om zelfstandig boer te worden.
Het was 1961, in plaats van Canada werd de volgende grote stap een eigen boerderijtje in het Drentse Geeuwenbrug.
Met zijn gezin met toen vier kinderen begon hij met het melken van 1 koe en werkte hij in ploegendiensten op de aardappelmeel- en later op de kalkzandsteen fabriek.
Het moet hard werken zijn geweest voor hem. Vijf jaar later groeide niet alleen het aantal koeien maar ook het gezin breidde zich uit van 4 naar 7.

Mijn herinneringen uit het verleden. 

Tante Roelie over uit Canada! Op de foto met v.l.n.r. broers Albert, Jan en Hendrik.

Wat ik nog goed weet is dat in 1974 na 22 jaar zijn zus Roelie voor een familiebezoek naar Nederland kwam.
Een vrolijke tante die volgens de familie wel erg Canadees was geworden.
Mijn vader vond het allemaal geweldig; als ik er aan terug denk moet dat één van de gelukkigste momenten zijn geweest in het leven van mijn vader.
Ook toen beloofde mijn vader weer bij het vertrek van zijn zus haar een keer op te zoeken in Canada.

Roelie Waninge

Helaas  liep het heel anders, de jaren daarna waren erg zwaar voor mijn ouders.
In 1975 overleed zijn zus plotseling op 50 jarige leeftijd. Wat ik nog weet is dat m`n vader daar niet over kon praten en dat hij stil en in zich zelf gekeerd was.
De 25 jarige trouwdag van m’n ouders werd in dat jaar niet groots gevierd; hij kon het niet. Over een bezoek aan Canada werd daarna nooit meer gesproken.
Zijn relatie met z’n broers was goed, maar met zijn zusje had hij bijzondere band.
Vervolgens brandde in 1976 onze boerderij af en we waren allerminst goed verzekerd; een periode waarin hij verdriet en stress het hoofd moest bieden.
Dat heeft hij,  mede door de steun van mijn moeder, goed doorstaan.
Het advies was destijds om te stoppen met het boerenleven, maar hij wilde zo graag boer blijven.
En zo geschiedde. Mijn moeder en mijn jongste broers en ik ( jongens van toen 16, 14 en 11 jaar) stonden ons mannetje en hielpen waar we konden.
Misschien heb ik het ‘dóórgaan en niet opgeven’ wel van mijn vader geleerd.
Hij heeft het niet alleen gedaan, maar hij gaf nooit op wat hij voor ogen had.
Hij was trouw aan mijn moeder en legde de basis voor een hecht gezin en een eigen plek op de boerderij waar hij zich thuis voelde.
Hij gaf ons als kinderen een veilig thuis en een eigen plek, zoals hij die zelf nooit heeft gehad.

Naast het ‘verborgen verleden’ overheersen goede herinneringen en dankbaarheid.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

6 februari: TBONTB 20 – Verborgen en herinnerd verleden (1)

Een gastblog van Gerard over zijn vader: 

Een programma dat Ada en ik niet snel missen is Verborgen Verleden, waarin bekende Nederlanders opzoek gaan naar de familielijnen en de verhalen over hun voorouders.
Meestal zijn ze op zoek naar ontbrekende informatie over hun voorouders. Wat opvalt is dat ze  soms maar weinig weten over hun komaf. Je kunt tegenwoordig via Google veel vinden over de stamboom van je familie. Maar weet je dan ook wie je (voor)ouders waren en hoe ze leefden?
Wie waren ze en wat hebben ze meegemaakt?
Nou echt weten nee, tenminste ik niet van mijn vader en zijn voorouders.
Mijn vader, Albert Waninge, leefde van 25 december 1923 tot 4 februari 1998; hij is geboren in Pesse uit een tweede huwelijk van Hendrik Waninge en Margje de Weerd. Op de afbeelding zie je hoe het gebied rond Pesse er uitzag in die tijd. (Er op klikken voor een vergroting).
Zij kregen vier kinderen. Mijn vader had twee oudere broers en een jonger zusje.
Toen mijn vader tien jaar oud was stierf zijn moeder, mijn Oma Waninge op haar 40e.
Mijn Opa was toen al 75 jaar en kon alleen niet voor de kinderen zorgen.
De kinderen werden ondergebracht bij familie van mijn oma, hun moeder.
Mijn vader en zijn zusje Roelie maakten zo`n 15 jaar deel uit van het gezin Eilders, hun halfzus, aan de Beilervaart.
(op de afbeelding links de boerderij aan de Beilervaart.)

Mijn verborgen verleden

Zo af en toe zat m`n vader op de praatstoel. Hij vertelde ons dan over de tijd dat hij net getrouwd was met mijn moeder, ze woonden toen in de Noordoostpolder van 1950 tot 1961. Over de boeren waarvoor hij werkte en waar ze hebben gewoond. Want veranderen van boer (en dat deed hij nog al eens) betekende vaak ook weer verhuizen. Hij vertelde over de Zeeuwse-, Friese- en Groninger boeren en hun dialecten. De Friese boer die tegen z`n knecht riep: “’t Ken net jonge!!” En prompt reed de knecht met de tractor ergens tegen aan, omdat hij dacht dat het net kon. Mijn vader kon er de humor wel van in zien.
Zo ook van een arbeidersgezin dat aan de keukentafel de kansen besprak om zelf boer te worden op zo`n staatsboerderij. “Ach” merkte de vader op “dan moet ik wel een hele goeie kruiwagen hebben.” Zoontje keek naar buiten en zag de kruiwagen staan met een stuk uit het houten wiel. “Ja Va, is dat zo?” Hij zag de kansen gelijk verdwijnen. Het waren goeie jaren in de polder, vooral de eerste jaren omdat zijn zus Roelie en zwager Rieks daar ook waren gaan werken en wonen.

Stel dat ik mijn vader nog eens zou kunnen interviewen, wat zou ik dan nog willen weten?
Hij sprak niet makkelijk over iets wat moeilijk en zwaar was geweest voor hem.
Hij had niet geleerd om zijn gevoelens te uiten of misschien zat het wel niet in z`n genen.
Ik zou hem dan vragen wat hij zich nog herinnert van zijn ouders. Ik zou graag willen dat er nog foto`s van hen waren en dat m’n vader aan de hand van een fotoboek verhalen uit dat verborgen verleden vertelde. Bijvoorbeeld over zijn veel te vroeg overleden moeder, hoe was zij?
En over z’n oude vader die al snel na het overlijden van zijn vrouw ook niet voor zich zelf kon zorgen.
Hoe hard was het allemaal voor mijn vader, die niet alleen z’n ouders moest missen,  maar ook z’n twee oudere broers, die hij maar heel af en toe zag.

Ik zou hem vragen naar zijn zusje Roelie, hoe…….

Morgen verschijnt op deze website deel 2 van dit gastblog.
Benieuwd naar de trouwfoto van Albert en Harmina Waninge-Boer? Bekijk de afbeelding op Instagram.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

5 februari: TBONTB 19 – Gastblogs & Lezer van de maand.

Als je in de menubalk van deze site klikt op ‘Gastblogs’ kom je op een pagina waar ik de gastbloggers op deze site introduceer.
Naast deze gastbloggers geef ik één keer in de maand een podium aan ‘de Lezer van de maand’, deze rubriek is in oktober 2018 in het leven geroepen.

Van te voren geef ik bij mijn bloggasten altijd aan dat ik voor mezelf een limiet van 500 woorden per blog aanhoud, maar bijna niemand houdt zich daaraan. Als je namelijk over je hobby schrijft of iets waar je heel enthousiast over bent, dan lukt dat niet binnen die limiet. Waar het hart vol van is loopt de mond immers van over. Eén van de lezers van de maand wist dat zelf ook al: ‘Ik heb echt serieus mijn best gedaan…..”
Wat ik telkens merk is dat mensen zelf erg kritisch zijn over hun tekst en het ook wel spannend vinden dat het wordt gepubliceerd. “Wie leest dat dan allemaal?” vragen ze zich af.
Soms is het zelfs zo dat lezers in eerste instantie toezeggen om mee te doen en dan toch later afhaken, meestal omdat ze dan zijn gaan nadenken over de impact die zo’n blog kan hebben.
“Ik ga het toch niet doen, het past niet bij mij.” of “Het voelt toch niet goed.” zijn dan de redenen die mensen opgeven. Begrijpelijk. Je kunt namelijk nooit helemaal overzien wat de gevolgen zijn.
Wat ik me van mezelf nog herinner van het begin van de website dat het raar voelde om iets te publiceren.
Iedereen kan het dan lezen. Wat vindt men er dan van? Hoeveel mensen zijn dat dan?

De bijdrage van de Lezer van de maand wordt altijd gepubliceerd op de 20e van de maand.
Als je in het menu onder ‘Gastblogs’ klikt op de categorie ‘Lezer van de maand’ vind je een overzicht van de bonte verzameling van schrijvers; een afspiegeling van mijn sociale netwerken.
Voor mij is het altijd weer een verrassing waar mensen over schrijven.
Soms denk ik dat ze zullen schrijven over hun hobby en dan komt er een stukje levensbeschouwing.
Of een verwoed handwerkster die niet schrijft over breien of haken, maar over gezondheid.
“Ik denk dat ik ga schrijven over mijn favoriete artiest” zei iemand, die vervolgens een verhaal inleverde over whisky. Voortschrijdend inzicht.
Benieuwd wie al ‘Lezer van de maand’ waren”? Hierbij een rechtstreekse link naar het overzicht. 

Er was een ’20e in de maand’ dat degene die een stuk zou aanleveren het voor die datum niet voor elkaar kreeg.
Toen heb ik onder de titel ‘Wat als…’ een blog geschreven over mijn ouders.
Stel je voor dat zij nog eens Lezer van de maand geweest waren.
Wat hadden ze dan geschreven? Klik hier om dat blog nog eens te lezen.

Voor dit hoofdstuk in het boek heb ik Gerard gevraagd om ook iets te schrijven over zijn ouders.
Dat resulteerde in twee opeenvolgende blogs over zijn vader onder de titel ‘Verborgen en herinnerd verleden’, morgen en overmorgen te lezen op deze website.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

4 februari: Kipgehakt. Is dat er dan?

Er zijn dingen die wij nooit eten.
Rode kool bijvoorbeeld. En snijbonen. Lus ik niet
Ja, ik weet het, ik ben een verwende sikke, maar ik ben degene die over het algemeen zorgt voor de warme maaltijd en dan kies ik geen dingen die ik niet lekker vind.
Punt.
Gerard houdt heel erg van kip, ik niet.
Daar doe ik dan wel consessies in: af en toe neem ik een kipburger mee of een kippenbout.
Maar kippensoep bijvoorbeeld eten we nooit.
Lus ik niet.
Even voor de goede orde: Gerard is niet zielig.
Ik maak alleen niet vaak iets klaar met kip.

Een week geleden stond er in het Roder Journaal een recept: burger van kipgehakt.
“Zondag ga ik koken” riep Gerard halverwege die week. “Er staat iets lekkers in de krant. Wil jij met het boodschappen doen kippengehakt meenemen?”
“Kippengehakt?! Is dat er dan?”
Had ik nog nooit gezien bij de Jumbo.
Maar ik had er ook nog nooit naar gezocht en het stond gewoon bij het andere vlees.

Dit moet je doen:
– gehakt en kruiden door elkaar kneden; als het te vochtig is kun je wat paneermeel toevoegen.
– maak er vier burgers van, eventueel met een uitsteekrondje.
– Burgers bestrijken met een beetje olie en goudbruin bakken met een beetje Becel Bak&Braad of wat je anders gebruikt om vlees te bakken.

Gerard serveerde er een salade bij met tomaat, komkommer, ui en Italiaanse kruiden.
In het recept staat dat er ook goed tzatziki bij kan.

 

Reageren

3 februari: Geef mij je hand (2)

Begin december schreef ik over een hand die ik ging haken voor vriendin Sinet die in de zorg werkt; het blog droeg de titel Geef mij je hand.
Op oudejaarsdag legde ik de laatste hand en twee weken geleden bracht ik de hand naar Assen.
Gisteren kreeg ik een berichtje van Sinet; ze had een berichtje geschreven voor het intranet van de zorginstelling waar ze voor werkt.
Hierbij de tekst van haar hand:

Geef mij je hand

Een hand geven, momenteel even niet meer van deze tijd vanwege het coronavirus.
In de zorg is een hand heel betekenisvol: het geeft rust, stelt gerust, bemoedigd en helpt.
Wat een geweldige idee van Marijke Kruunenberg dat er handen gehaakt konden worden (kunnen natuurlijk niet alles vervangen).
Op het moment dat het in de publiciteit kwam, hadden wij op afd. Plataan (De Wijde Blik) een bewoonster die geregeld onrustig was.
Rustig werd ze van Andre Rieu en de muziek van Sarah, de robot.
Omdat ik zelf niet zo creatief ben heb ik vriendin Ada gevraagd om een hand voor ons te haken.
Het is haar gelukt en is super geworden (zie de foto).
De hand heeft zelfs haar blog gehaald.
Dat het een hele toer was vertelde ze toen ze hem kwam brengen.
Helaas heeft de bewuste bewoonster de hand niet meer mogen vasthouden, zij is inmiddels overleden.
De hand zal zeer zeker weer ingezet worden.
Bedankt Ada!  Janet Visscher

Dat het een hele toer was is zwak uitgedrukt.
Ik mag mezelf een ervaren handwerkster noemen, maar deze hand was het moeilijkste dat ik ooit gemaakt heb.
Alle vingers werden apart gehaakt en moesten met een speciale techniek een beetje ‘gekromd’ worden.
Bij dit haakwerkje kon ik geen televisie kijken; ik zat om de klip-klap op het patroon te loeren.
Hoeveel vasten in één vaste? Hoeveel vasten samen? Iedere toer was weer anders.
Geen handwerkje om even te ontspannen dus.
Maar ik heb wel die speciale ‘kromming-techniek’ geleerd! Die schijn je te gebruiken bij het haken van knuffels; wie weet wat ik nog eens ga doen.

Jammer dat die bewuste mevrouw al is overleden, de hand wordt nu eerst niet gebruikt.
Maar je kunt er nog wel van alles mee doen, hoor.
Je kunt de hand aan de ploeg slaan, in je eigen of andermans boezem steken, je kunt de hand op de knip houden, met de hand over het hart strijken, en …. deze hand kun je ook risicoloos ergens voor in het vuur steken.
Voor dit projectje heb ik mijn handen uit de mouwen gestoken en met de hand op mijn hart kan ik zeggen; “Graag gedaan!”.

Vorige week werd er een pakketje bezorgd.
Een bedankkaartje van een tehuis in Assen met een grote bos tulpen en een vaas.
Welk huis? Dat ligt toch voor de hand……

Reageren

2 februari: TBONTB 18 – Ooievaar borduren.

Toen onze kinderen klein waren hadden we in onze woonkeuken een wand waar van alle drie onze dochters een baby-foto hing; daaronder hing van ieder kind een geborduurde geboortetegel.
Het was een oud kruissteek- patroontje uit de jaren ’50 dat ik had gekregen van Tineke de Kleine,  de moeder van onze oppasmeisjes Ineke, Dorien en Herma.
Zij had het nog van haar moeder gekregen.

Een ooievaar, een wiegje een klok en verschillende ‘banners’ waar gegevens in gezet konden worden zoals namen en data. Aan het aantal bloemetjes kon je zien het hoeveelste kind het in het gezin was.
Ik vond het mooi omdat het uit een ander tijdperk kwam.
Voor anderen borduurde ik destijds hippe geboortetegels met clowntjes, beertjes en bloemen, maar het ouderwetse ooievaar-tegeltje paste wel bij ons.
Onze dochters hebben we genoemd naar onze ouders en dragen de namen Freerkien, Harmina en Cornelia Trijntje.
Toen mijn collega’s in Assen destijds het geboortekaartje van Frea kregen, vonden ze het zelfs een beetje zielig.
“Wie noemt zijn kind nou Freerkien…….”
Nou wij.
De dames dragen hun namen met trots omdat hun grootouders en oudtante daarin een beetje voortleven.

Even terug naar het borduurwerkje.
Toen was het nog zo dat het voor een jongetje in blauw werd uitgevoerd en voor meisjes in roze.
Wij hadden drie roze werkjes, maar wel in verschillende tinten.
Het patroontje uit de vorige eeuw doe ik als bonus bij dit hoofdstukje over handwerken.
Het is niet moeilijk, je moet alleen goed tellen. De afbeelding bij dit blog is van het laatste tegeltje dat ik borduurde. Ik moest wel een beetje smokkelen om die lange naam er in te krijgen,  maar het is gelukt. De geboorte datum heb ik voor deze publicatie onherkenbaar gemaakt.

Ze hangen  trouwens allang niet meer in onze keuken. Sterker nog: de muur waar ze aan hingen is er niet eens meer. Die is opgeofferd aan de woonkeuken met openslaande deuren naar de tuin.
Daar hangt nu een mooie fotoreportage van ons voltallige gezin, inmiddels drie zonen rijker.
Die hoeven niet meer zo’n geborduurd tegeltje; die zijn immers niet door de ooievaar gebracht!

Hieronder de teltekening.
Als je op de afbeelding klikt krijg je hem groot in beeld, dan kun je hem downloaden/opslaan op je eigen computer en eventueel uitprinten.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

1 februari: Het maakt uit.

Afgelopen week raakte ik zijdelings betrokken bij een discussie over de vraag of de maatregelen die worden genomen ten gevolge van het coronavirus niet disproportioneel zijn.
Aanleiding was een column in Trouw onder de subtitel: “Men offert het leven op aan de vrees voor de dood.”
Dit is wat ik o.a. in mijn reactie inbracht: ‘De regering neemt deze besluiten op basis van de adviezen van het Outbreak Management Team en heeft al moeite genoeg om het draagvlak vast te houden. Daarbij zitten ze niet te wachten op gezaag aan hun stoelpoten, niet van linker, noch van rechterzijde. Onze opdracht is: de rust bewaren en hoop zaaien.’

Maar eerlijk gezegd: ik weet het niet.
Herman Sandman schreef in het DvhN van afgelopen donderdag wat ik denk:
‘Ik kan niet meer tegen al die informatie, de reacties op de informatie, de meningen over de reacties op de informatie, de boosheid over de meningen over de reacties op de informatie en de bedreigingen na de boosheid over de meningen over de reacties op de informatie.’
Ik weet het niet.

Gistermorgen luisterde ik naar de PKN-viering vanuit de Catharinakerk.
De bijbellezing uit Marcus vertelde over Jezus ‘die met gezag sprak’.
Voorganger Sijbrand van Dijk noemde in zijn overdenking drie voorbeelden van mensen die met gezag spraken: Nelson Mandela, Gretha Tunberg en Donald Trump.
Hij legde daarbij uit dat het er wel degelijk toe doet wat je zegt.
Woorden kunnen demonen voeden of demonen uitdrijven.
Woorden kunnen mensen samenbrengen en mensen verdelen.
Woorden oogsten wat ze zaaien.
‘We kunnen niet zeggen dat de opruiende woorden van Trump niets te maken hebben met de bestorming van het Capitool.
We kunnen niet beweren dat de oproep van bepaalde politici aan het begin van deze week om ons tegen de avondklok te verzetten niets te maken hebben met de verbijsterende rellen deze week.’

Het maakt uit wat je zegt.
En niet alleen als je een toespraak houdt, ook wat je als mens tegen een ander mens zegt.
Als je het zeker denkt te weten en ook als je het niet weet.
Het maakt echt wat uit.
Woorden oogsten wat ze zaaien.

Op deze plaats maak ik alvast een beetje reclame voor een activiteit van onze PKN-gemeente: op zondag 14 februari maken we op zondagmorgen ruimte voor Harm Dijkstra (bekend van RTV Drenthe) in het kader van ‘Preek van een Leek”. Harm gaat ons vertellen over zijn beleving bij de bijbelse opdracht: Heb uw naaste lief. Iedereen kan het volgen op Kerkomroep en YouTube.
Meer weten? Bekijk dan deze flyer. 

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén