De dochter van mijn broer studeert archeologie aan de Rijks Universiteit in Groningen.
Vorige week was ze jarig: toen we gezellig aan het gebak zaten vertelde ze dat ze nog één week fieldwork ging doen bij voormalig vrouwenklooster Yesse.
Daar had ik al eens wat over gelezen en ik ging wat rechter op zitten. “Mag je daar ook gasten ontvangen?” Dat mocht.
Toen liet ik er geen gras meer over groeien. “Ok! Dan kom ik vrijdagmorgen bij jou en je team kijken”.
Wat een buitenkans voor Aaltje!
In de buurtschap Essen (vlakbij Haren) stond van 1215-1594 het cisterciënzer vrouwenklooster Yesse.
Het was in trek als bedevaartsoord. Er hadden zich daar namelijk wonderen voltrokken, bijvoorbeeld een kaars die niet wilde doven en de kroon van het Mariabeeld, die door Jezus tijdens een mis op zijn eigen hoofd gezet werd. Helaas, er is niks meer over van die bloeiende abdij, alleen wat sporen in het landschap.
De RUG doet sinds 2017 onderzoek op het terrein. Ieder voorjaar zoekt een groep studenten Archeologie in de grond naar sporen van Yesse.
Gistermorgen om 09.30 uur zette ik de auto aan de kant van de weg en liep het laatste stukje naar het bezoekerscentrum.
Daarachter stond een grote witte tent en zag ik een omgewoeld terrein. Ik mocht me melden bij de projectleider en die stelde voor dat Coby mij zou rondleiden.
“Waar kijk ik nu naar?”
Het waren ‘putten’; uitgegraven sleuven van een meter diep, anderhalve meter breed en ongeveer 5 meter lang. Pin me niet vast op de afmetingen.
De grond wordt daar minutieus afgezocht. In die sleuven zaten witte papiertjes met letters er op en in de aarde waren cirkels en strepen getekend.
“Wat betekent dat? ” Het waren sporen in het zand: verkleuringen etc. waaraan men kan zien dat daar iets heeft gestaan.
Het is de bedoeling dat de studenten hier leren wat er allemaal in de grond zit, dat ze onderscheid leren maken tussen de verschillende materialen.
Wat is interessant en wat kan weg? Hoe herken je die sporen in het zand? Waaruit bestaan de aardlagen die de wand van de putten vormen?
Een groepje studenten was bezig met het ‘zeven’ van de berg zand die uit de putten is gegraven.
Er werden een paar scheppen zand op een rooster gegooid; met een waterstraal uit een soort douchekop werd het zand weggespoeld en bleven er stenen en ander grof spul op het rooster liggen.
Er werd een klein stukje gekleurd glas gevonden dat rechtstreeks aan het klooster gelinkt kon worden: ik stond er op de neus bij en bedacht dat ik bij deze werkzaamheden in een permanente staat van opwinding zou verkeren. Wat vinden we? Stukjes muur? Stukjes raam? Aardewerk? Gereedschap?
Inmiddels zijn er in de loop van de jaren al veel bijzondere vondsten gedaan: beeldjes, stukjes glas en aardewerk en een sleutel.
Kleine brokstukjes geschiedenis die samen een mooi beeld geven van dit vrouwenklooster.
Wil je meer weten over het vrouwenklooster Yesse?
Klik hier voor een link naar hun website. Daar vind je een interessant filmpje en kun je naar een presentatie van topstukken van de opgraving.
Na een half uur dwalen over het terrein waren al mijn vragen beantwoord, ging de groep koffiedrinken en werd tante Ada uitgezwaaid.
Over drie weken gaan deze tweedejaars studenten naar Noord Italië om onderzoek te doen naar sporen van de Griekse beschaving die daar voor Romeinen was.
Daar zou tante Ada ook best even willen komen kijken…
Geef een reactie