Er was al weer genoeg ‘stof’ voor deel 20 in deze serie.
Van Sijnie Bouter kreeg ik een foto van een bord dat bij het pontje van Woudrichem naar slot Loevestein stond; erg leuk.
Van Theo van Beijeren kreeg ik twee mooie anekdotes voor deze blogserie:
In Leeuwarden preekte een dominee over Simson en vertelde gloedvol over de manier waarop Delila hem probeerde te verleiden.
Ze maakte zich prachtig op en deed een schitterend collier om. Alleen daar ging de predikant de mist in; hij verhaspelde wat hij wilde zeggen:
eerst zei hij dat Delila een prachtig “kreng stralen” om had gedaan. Toen hier en daar iemand in de lach schoot, probeerde hij zich te verbeteren en zei: “een straal krengen”. Inmiddels werd overal gelachen. Uiteindelijk kwam hij hij eruit: “ze deed een prachtige streng kralen om”… Maar toen kon hij de rest van zijn preek wel vergeten.
Een andere anekdote ‘uit de oude doos’:
een collega-predikant ging ’s avonds voor in de gevangenis van Leeuwarden, een speciale dienst voor gedetineerden. Alleen had hij niet goed gekeken naar het slotlied, een avondlied: ‘k Wil U o God mijn dank betalen’. Dat eindigt met de woorden: ‘breng ik, voor elke dag mijn hier gegeven, U hoger, reiner loflied toe’.
Hij zei het maar eerlijk: “Dit kan ik jullie natuurlijk niet laten zingen. Ik stel voor dat jullie zelf het slotlied kiezen.”
Eén van de gedetineerden wist het meteen: ‘Ik zie een poort wijd openstaan’! (Joh. de Heer 140).
De vader van Mathieu van der Poel over de precieze gang van zaken in de Tour de France: “Zo’n puntje precies ben ik nou ook weer niet.”
Nog een verspreking bij de Tour: Dionne de Graaf haalt in ‘de Avondetappe’ het werpen van een blik en het schijnen van een licht door elkaar.
“Danny, wil jij je kennersblik laten schijnen over deze kwestie?”
Carola Schouten zegt in het Journaal dat ze ‘conclusies gaat leren’ uit lessen uit het verleden.
Vriendin Irene van Carlijn had ook weer een paar leuke:
“Ik ben met de boter in neus gevallen.”
“Je slaat de kop op de spijker!”
Een nicht zat met haar zoontje van 5 in de auto en zag bij het afslaan een fietser over het hoofd.
Flink remmen, het ging net goed. Raampje open.
“Sorry meneer, ik zag u over het hoofd!”
“Ja, rij maar gauw door met je haast!”
“Nou ja zeg, ik bied toch mijn excuses aan, flapdrol!”
Raampje dicht.
Zoontje: “Mama! Hoe weet jij nou dat die meneer Flapdrol heet!”
Toen wij op een avond in onze vakantie een wandeling maakten over de stadswallen van Willemstad, zagen we deze reiger.
De tekst was gewoon in het Nederlands….. waarschijnlijk een buitenlandse reiger.
Wordt in jouw omgeving een spreekwoord helemaal verkeerd gebruikt? Of zegt iemand onbedoeld iets heel grappigs? Geef het aan mij door.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 19, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook af en toe even op het Instagram-account Treintaal.
Daar lees je o.a. deze uitdrukking: ‘Ik zie groen licht aan het eind van de tunnel…’
anja
Wat leuk, dat bord bij Woerkum (streektaal voor Woudrichem). Ik heb vele jaren in die streek gewoond, en herken de taal die men daar spreekt.