Als je mijn blog al even leest, dan weet je dat we in het Heijmanscentrum tussen de middag gezamenlijk met de collega’s lunchten.
Daar ben ik van.
Gezellig!

In augustus 2019 moest ik vertrekken uit het Heijmanscentrum.
Daarna zwierf ik tot januari 2021 op verschillende werkplekken, o.a. in Winschoten en Zuidlaren, maar nergens was een gezamenlijke lunch.
Toen ik bij mijn huidige baan in het secretaresseteam van Team 290 begon zaten we midden in de coronapandemie en waren we al blij dat we op anderhalve meter samen konden koffiedrinken op ons secretariaat. Af en toe komt er een casemanager of arts langs voor een praatje, maar van iets gezamenlijks was het nog niet gekomen.
Dan duurt het lang voordat je alle namen en gezichten van je nieuwe collega’s kent; confronterend daarbij is dat mijn leeftijd ook niet meehelpt.
“Hebben we al kennis gemaakt?” Ja dus. Vergeten.
“Wij hebben elkaar al ontmoet denk ik?” Nee dus. Wist ik niet meer.

Woensdag gebeurde er iets leuks.
Collega Fred kwam al voor de koffie langs: “Wie wil er een kroket bij de lunch vanmiddag? Ik trakteer!”
Rond half één kwam hij van de snackbar met een aantal kroketten in een zakje.
“Dan gaan we voor deze gelegenheid in de vergaderzaal zitten, even samen lunchen.”
Daar was ruimte genoeg, we konden wel 3 meter afstand van elkaar houden….
Maar dat was leuk.
En lekker!
De kaas die op mijn boterham zat at ik los op en legde de kroket op het broodje.
Net als vroeger in het Heijmanscentrum ging het gesprek over van alles en nog wat; van hoeveel calorieën er in een kroket zitten, via spannende detectives op zaterdagavond tot breiwerkjes en kippen slachten.

Dit soort momenten zijn de krenten in mijn pap op de werkvloer.
Hoeraatje voor Fred. En de kroket.