Boosterprik.
Bijna was het het woord van het jaar geworden.
We moeten allemaal boosteren eind dit jaar of begin volgend jaar; om de klipklap komt het woord in de media voorbij.
Ook ik gebruik het woord wel eens, maar dan niet met twee oo’s maar een oe.
Boesteren.
Het is niet hetzelfde als boosteren, ook al spreek je het bijna hetzelfde uit.
Boesteren deed mijn schoonmoeder. Even een situatieschets.
Mijn moeder was een zeer propere huisvrouw.
Zij had geen baan en haar huishouden was haar alles.
De hele week was ze er druk mee; je kon bij ons thuis letterlijk van de vloer eten.
Mijn schoonmoeder daarentegen was boerin. Haar hart lag bij het verzorgen van de dieren en hun behuizing; verder was ze graag in de tuin aan het werk en hield ze van het inmaken van groente en fruit. Het huishouden had niet haar prioriteit. Maar het moest natuurlijk wel gebeuren, dus af en toe werd de geest vaardig en ging moeder naar eigen zeggen ‘an t boester’n’.
Het huis werd met bezemen gekeerd; na het boesteren kon het huis er weer even tegen en was het een poosje weer een kwestie van bijhouden.
Het Engelse woord booster betekent: aanjager, opkikker, oppepper.
In het Nederlands is boesteren een haast vergeten woord dat betekent: schoon boenen, in korte tijd zeer hard werken, ruw schoonpoetsen, schrobben, grondig schoonmaken.
Je kunt ook door een bos heen boesteren: buiten de paden door het struikgewas lopen.
Het woord boesteren blijft voor mij voor altijd verbonden met mijn schoonmoeder.
Doekje om het haar, stofzuiger en een emmer sop in de aanslag.
Rode konen van het harde werken en een diep tevreden glimlach.
“Zo. Dat he ‘k eerst weer had!”
Henk Kouwenberg
Mijn Engelse woordenboek uit 1970 kent het woord “booster” wel, maar dan in de betekenis van “hulpdynamo” en ook “reclamemaker”. Het woord “boost” wordt al een tijdje veel gehoord in het spraakgebruik. Ik vind ook dat we alle Engelse woorden fonetisch moeten noteren, “boest” dus, net als bijvoorbeeld “bolen”, “boeldozer”, “bebie”, “keek”, “tjillen”, “tjetten” en zo nog duizend keer meer. Spelling moet zo eenvoudig mogelijk zijn en daardoor toegankelijker voor iedereen. Niet ieder kent de Engelse taal. Beter nog is om waar mogelijk een Nederlandse vertaling te zoeken. “Boost” eruit dus en “zetje” of “oppepper” ervoor in de plaats.