Het laatste blog in deze serie was van september 2021.
We zijn het al bijna weer vergeten, maar de derde dinsdag in september was het Prinsjesdag
Het was die dag niet de bedoeling dat er mensen naar Den Haag kwamen.
Er was immers geen rijtoer.
Bert Haandrikman vertelde ’s morgens in zijn show op Radio 5: “Door de politie van Den Haag wordt afgeraden om vooral niet naar Den Haag te komen.”
Als het aan hem lag liep het storm.
Ook op Radio 5 hoorde ik een mevrouw die heel wat in zichzelf moest overwinnen om mee te doen aan een radio-spelletje en daarvoor een geheel nieuwe uitdrukking gebruikte: “Ja joh, ik heb me eige over de drempel gehaald!”
Vaste lezer uit Roden schreef over haar zoontje:
Hij kwam laatst thuis van school (hij zit nu in groep 1) met de mededeling dat hij “hamertikkertje” had gedaan.
Ik zag al voor me hoe kleuters elkaar met hamers te lijf gingen, maar het bleek heel onschuldig om “Hamertje tik” te gaan.
Andere vaste lezer, ex-cantorijlid, schreef:
Jij bent ook een liefhebber van de Nederlandse taal hoe moeilijk soms ook.
Een voorbeeld.
Vrijdagmiddag was opeens een vreemde glazenwasser in de tuin druk bezig met het boenen van een raam.
Ik naar buiten met een vraagteken op mijn gezicht.
Wat zegt deze jonge man?
“Sorry mevrouw, ik heb een fout gemaakt.
Ik heb uw achterkant gewassen maar het kost niets….”
Vriendin Jeannette las een rouwadvertentie.
‘Voor jou ging het sterven niet ineens. je hebt er moedig voor gestreden.”
Zij had daar gelijk beelden bij.
‘Ik zie ze dan moedig strijden om dood te gaan…’
Carlijn had nog weer wat leuke versprekingen verzameld.
“Ze steken de draad aan met hem!”
Bedoeld werd het spreekwoord met de draak zonder ‘aan’.
Iemand wilde zeggen dat hij zichzelf best goed kon verdedigen.
“Ik sla mijn mannetje”.
Door één foute letter wordt het dan ineens huiselijk geweld.
Soms wordt een werkwoord ineens een zelfstandig naamwoord.
Er was iemand zwaar beledigd.
“Ik heb een krenk in mijn ego.”
Gerard luisterde naar een spreker op een bijeenkomst, die wilde zeggen dat hij het stokje ging overdragen.
De man zag zichzelf kennelijk als ‘de kar-trekker’, want hij zei dat hij de kar ging overdragen.
Collega vertelde een anekdote van haar vroegere lagere school in een Gronings dorpje.
Een meisje werd ziek op school.
In keurig Nederlands vroeg ze aan de meester: “Meester, mag ik wel naar huis? Ik ben zo broerd in de pokkel…”
Hoor je een leuke verspreking? Of gooit iemand wat uitdrukkingen door elkaar? Meld het even.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 21, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook nog even op Treintaal
In een half jaar is er maar één zin bij gekomen, maar die is wel leuk; iets met spelden.
Geef een reactie