Er moet me even iets van het hart over handwerken.
Vorige week keken we naar ‘Met het mes op tafel’.
Herman vraagt ook altijd even naar de hobby’s van de kandidaten en één van de vrouwen hield van breien.
“Dan zit ik als een echt oud dametje te breien…!” riep ze quasi verontschuldigend.
“MUTS!” riep ik tegen het scherm.
Hoezo ‘als een oud dametje’? Hou toch op!
Je zit gewoon te breien, dat is leuk en daar heb je plezier in.
Dat heeft helemaal niks met oude dametjes te maken!
De beeldvorming over handwerken als iets oubolligs is zo hardnekkig, dat krijgen we maar moeilijk anders.
Het helpt niet als breisters over zichzelf praten als ‘échte oude dametjes’…….
Deze jonge blom* die heel graag breit en haakt schrijft vandaag een blog als vervolg op het verhaal over het auto-kussen dat ik haakte van restanten garen.
Dat besloot ik met:
De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.
Inmiddels is dat kussen, ‘maar dan anders’, ook klaar.
De de restjes haakte ik helemaal op: op de afbeelding links zie je dat ik soms maar één toer meer met een bepaalde kleur kon doen; dan vulde ik het vierkantje aan met de kleur waar ik nog wel genoeg van had.
Verder ging ik net zo te werk als bij het autokussen, alleen de ene kant van het kussen kreeg een donkerrode buitenrand en de andere kant kreeg een donkergrijze rand.
Bij het aan elkaar zetten gebruikte ik alleen de buitenste lussen van de stokjes.
Op de afbeelding rechts zie je hoe het grijze en het rode aan elkaar zijn gezet.
Hieronder vind je afbeeldingen van de twee kanten van het kussen.
Dick de Jong
Misschien een aanrader om de lezers en anderen nog eens te wijzen op je schoonzoon Jon die een fervent aanhanger en beoefenaar van dit handwerk is. Zeker geen ouwe mutsen gedoe. Verder vind ik het haast een toppunt van huiselijkheid. Ouderwets? Verre van.
Trijnie Ettema
Helemaal gelijk dat breien niet alleen voor oude dametjes is. Ik doe het zelf al jaren met veel plezier en ik ben nog lang niet oud.
Trijnie
Willem
Nuttige handwerken was in mijn lagereschooltijd een serieus vak voor de meiden. Wij jongens mochten dan ‘genieten’ van het vak lichamelijke opvoeding, onder leiding van de meester. Mijn 4 zussen konden en kunnen er nog kwaad om worden. Nou heb ik later geen van hen ooit betrapt op een grote voorliefde voor handwerken of enig ander naaldvak.
Het was denk ik niet voor niks dat ook wij, jongens, van mijn vader gewoon in de huishouding mee moesten draaien, want ook mijn moeder bezat die vaardigheden niet echt. Ze maakte en vermaakte wel een kleding en had zelfs een breimachinie, (Knittax?) maar het was bepaald niet waar haar hart lag.
Ikzelf heb ooit voor een rol in een toneelstuk moeten leren breien, maar die vaardigheid is niet blijven hangen. Een knoop aanzetten is geen enkel probleem en in mijn kamertijd (jaren ’60) was een nietmachine een probate oplossing als er een naad losgeschoten was.