een alternatief voor 'de waan van de dag'

23 juni: Dungeon Mayhem.

Dat wij in ons gezin van spelletjes houden is algemeen bekend.
Eén dochter en twee schoonzonen zijn helemaal gek van het spel Dungeons and Dragons.
Ze spelen het met verschillende vriendengroepen en gaan er helemaal in op.

D&D is een spel dat zich afspeelt in een fantasie wereld waarin de spelers samen avonturen gaan beleven.
De spelleider (Dungeon Master) weet wat, waar en wanneer er iets kan gebeuren.
Als speler van het spel ben je één van de bijzondere helden in die fantasiewereld; er wordt er vaak een beroep op je gedaan om een probleem op te lossen, iets uit te vinden of bescherming bieden tegen duistere of demonische krachten.
D&D heeft regels, hele bijzondere dobbelstenen en het is een gezelschapsspel.
Maar anders dan in andere spellen speel je niet tégen elkaar, maar mét elkaar.
De spelleider is niet tegen de spelers; onderdeel van zijn rol is dat hij de tegenstanders van de helden (de andere deelnemers) vertolkt, maar bijvoorbeeld ook de rol speelt van de vriendelijke boer  die de helden een slaapplaats voor de nacht aanbied.
Er is bij D&D geen sprake van winnen of verliezen, maar het gaat er om samen een verhaal te maken dat past in de fantasiewereld die je hebt opgebouwd: als iedereen een leuke avond heeft gehad waarbij is gelachen en waaraan iedereen met plezier terugdenkt heeft iedereen immers gewonnen.
Frea heeft toegezegd dat ze een gastblog gaat schrijven over dit spel.

Andere dochters en schoonzoon doen er niet aan mee: ze vinden het minder leuk of vinden dat het te veel tijd kost.
Wij hebben het niet eens geleerd; niks voor mij.
Waarom vertel ik dit?
Tijdens de Gradagen leerde ik van Frea en Jon een kaartspel dat is afgeleid van Dungeons & Dragons, het heet Dungeon Mayhem.
Je kiest één van de vier personages die allemaal exclusieve krachten hebben.
Bij dat figuur hoort een stapeltje kaarten die je één voor één gaat uitspelen.
Doel: je tegenstanders zo snel mogelijk uitschakelen.
Iedereen heeft zwaarden waarmee je je medespelers schade kunt toebrengen, schilden om je te verdedigen, hartjes om te genezen en bliksemschichten om nóg een kaart te spelen.
Eerst was ik Paladin.
Het vechten ging me goed af en ik had heel veel hartjes om mezelf te genezen: ik won.
Toen werd ik Wizzard, toen kon ik ineens heel andere dingen.
Leuk was het!
In volgende ronde’s werd ik ook nog Rogue en zelfs Barbarian. Die kan drie dingen: kapot maken, veel kapot maken en heel veel kapot maken.
Ook dat kon ik goed.

Natuurlijk won ik niet alles, maar ik snapte wel hoe het werkte en ik genoot er van.
Weer nieuw spel toegevoegd aan mijn spellen-CV.

Vorige

22 juni: Geen tijd meer.

Volgende

24 juni: Nu nog?!? – 13. Een kink.

  1. Willem

    Mijn moeder hield wel van spelletjes en en heeft dan ook veel (vergeefse) pogingen gedaan haar kinderen erin mee te krijgen, maar mijn 7 broers en zussen aardden op dat gebied teveel naar hun vader die helemaal niks met (bord- en kaart)spellen had. Het enige waar je hem nog wel eens in mee kon krijgen was een hersengymnastiek.
    Het ironische is dat ik getrouwd ben met iemand die uit een gezien komt dat bijna leefde op spelletjes van allerlei soort. Toe ik haar net kende deed ik ook wel eens mee, maar was als regel te ongeduldig voor spellen die langer dan een kwartier duurden. Ze kon haar spelletjes-tic weer oppakken toen de kinderen wat groter werden. Die aardden op dat gebied wel naar hun moeder en dat papa niet meedeed was een vast gegeven voor ze. Wat niet wegneemt dat ik er vaak als een soort scheidsrechter bij betrokken raakte, terwijl ik vaak geen idee had wat nou het echte probleem was. Later heb ik dat allemaal terug kunnen brengen tot stijfkoppigheid die ik ook van mezelf ken; als er geen goede argumenten zijn voor mijn ongelijk dan heb ik gelijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type de getallen in cijfers in onderstaand vak * Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén