Zondag 10 juli.
Op ons programma staat de stadswandeling waar we vrijdagmiddag ‘de kracht niet meer voor hadden’.
Om 11.00 uur moeten we ons tiny house verlaten hebben; we pakken de boel in, trekken de deur achter ons dicht en zetten alle bagage in auto.
Die auto laten we nog mooi op zijn parkeerplaatsje staan en wij fietsen de stad in.
Het was in ieder geval een stuk minder druk dan die vrijdag, toen heel Haarlem aan de vri-mi-bo zat.
Nadeel: op zondag kun je de Sint Bavo-kerk niet bekijken, die is dan niet geopend voor publiek.
Eigenlijk is dat de omgekeerde wereld…..maar ik zeur niet; er waren genoeg andere monumenten te bekijken.
De afgelopen jaren heb ik al heel wat stadswandelingen gemaakt en iedere stad heeft wel iets bijzonders.
Haarlem heeft het Teijlersmuseum, het heeft het eerste winkelhuis dat in 1899 gebouwd is door V&D, je vindt er het standbeeld van Laurens Janszoon Coster, het Frans Halsmuseum en de voormalige ‘goudsmidkamer’ van de 17e eeuwse goudsmidsgilde.
Toen we bij die goudsmidkamer waren kwam er een flamboyante heer op een driewielerfiets langs.
Hij droeg een felgekleurd oranje/geel/rood-geruit vest en sprak deftig Nederlands.
“Zoekt u iets?”
Nee, wij zochten niks, wij hadden een folder waar alle informatie in stond.
Maar de meneer wilde ons wel graag iets vertellen.
Hij vertelde over de gilden in de middeleeuwen en over begijntjes, dat dat geen nonnen waren, maar ongehuwde vrouwen die bescherming zochten.
Ik denk dat hij nog veel meer had kunnen (en willen) vertellen, maar wij hadden er al bijna twee uur stadswandeling opzitten; we bedankten hem vriendelijk en vervolgden onze weg.
We zagen ook dingen die andere oude steden ook hebben: hofjes, een waaggebouw, een vleeshal, een drogisterij met een gaper aan de gevel, grachten en een protserig stadhuis.
Eén van de mooiste onderdelen vonden we het stukje dat we wandelden langs het Spaarne; we liepen even naar de witte Gravenstenenbrug en hadden een prachtig uitzicht op twee panden met trapgeveltjes en op het Spaarne.
Cadeautje voor mij: er was een Archeologisch Museum onder in de kelder van de Vleeshal.
Daar leerde ik dat Haarlem is ontstaan op een strandwal; dat is een lange duinenrij die boven het landschap van de kuststrook uitsteekt.
Die wallen zijn 5000 jaar geleden gevormd door de zee, die zich later weer terugtrok in westelijke richting.
Die strandwallen waren in de oudheid de enige veilige en hoge doorgangsroute door het omliggende moeras van noord naar zuid.
De Romeinen gebruikten de strandwal waar Haarlem op ligt als heerweg, legerweg. In Velsen (ligt boven Haarlem) hadden de Romeinen een fort gebouwd; Haarlem ontstond als nederzetting langs deze weg aan de rivier het Spaarne.
Hierbij een link naar de website van dit museum.
Iedere stad heeft zijn eigen verhaal en tegenwoordig wil iedere stad dat verhaal ook graag vertellen.
Met ‘Anno Haarlem’ (zie 11 juli) en bovengenoemd Archeologisch Museum, allebei gratis te bezoeken, vertelt Haarlem haar verhaal op een prachtige, toegankelijke manier.
Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.
Geef een reactie