Al jaren loop ik, op weg naar het dorpscentrum, langs een struik waar sliertjes donkerrode besjes aan groeien.
Heel mooi voor in een bloemstuk op onze salontafel, maar ik durf niet zomaar bij iemand anders dingen van struiken af te halen.
Gistermorgen trok ik de stoute schoenen aan en vroeg de achterbuurman (die ik niet zo goed ken) of ik wat bessenslierten van de struik mocht halen voor mijn boeren-bloemsierkunst.
“O jawel hoor. Wel even om denken: die besjes zijn giftig, dus niet opeten.”
Toen ik gisteravond de schaar zette in de struik ging er drie tellen later in het huizenblok tegenover de struik een deur open.
“Ada, ik wil mij nergens mee bemoeien, hoor, maar die besjes zijn giftig! Die struik heet de karmozijnbes.”
Daarvoor woon je in een dorp en een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus dit mens telt voor vier!
In de sloot achter ons huis staat een bramenstruik met een weelderige opbrengst, daar knipte ik ook wat af en tenslotte zocht ik drie blauw/roze hortensiabollen uit onze tuin.
Zie hier het resultaat: het bloemstuk heet ‘Brummels* & karmozijn’.
(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)
Ook maken?
Nodig: mooie schaal en een stukje oasis.
Oasis zich laten vullen met water, drie hortensiabollen er in prikken, dan is de schaal al gevuld.
Daarna de karmozijn-besslierten en de bramen verdelen over de schaal.
Kan ook met vogelkers, kastanjes, eikels, rozenbottels.
* Brummels is het Drentse woord voor bramen.
Willem
Het zal wel uit praktische overwegingen zijn dat de bessen van de karmozijnstruik giftig genoemd worden, maar ik heb eens van een ‘kenner’ gehoord dat alleen de pitten een gif bevatten dat voor de mens niet echt aangenaam is, maar dat het vruchtvlees gewoon eetbaar is.
Heb overigens nooit geprobeerd om zijn theorie uit te testen, al zal de gevolgen voor de mens zich waarschijnlijk beperken tot diarree of overgeven. Maar ook dat kan hinder genoeg opleveren.